In hun boek The Progress Principle, doen Teresa Amabile en Steven Kramer verslag van hun meerjaren-onderzoek naar de relaties tussen gebeurtenissen op het werk en de werkbeleving en het functioneren van medewerkers. Kort gezegd is de conclusie die zij trekken dat progressie in betekenisvol werk de krachtigste motivator is die mensen in werk mee kunnen maken. Ook laat hun onderzoek zien dat terugslag in betekenisvol werk een sterk motiverend effect heeft – en dat dit effect zelfs nog sterker is dan bij het ervaren van progressie. Een misschien verrassende bevinding was dat zelfs veel kleine, schijnbaar onbelangrijke, gebeurtenissen een sterk motiverend effect op de motivatie van medewerkers hadden (lees ook Amabile & Kramer, 2011). Deze kennis kan eenvoudig worden vertaald in enkele praktische suggesties:
1. Begin klein
Wanneer je te maken hebt met grote doelen of problemen richt je dan op het maken van een klein begin. Klein beginnen is veel gemakkelijker en vergroot de kans dat je wat kleine progressie kunt ervaren. Hier is een voorbeeld van klein beginnen: Het temmen van het beest.
2. Maak plakjes
Snij grote problemen op tot kleine plakjes. Als je bijvoorbeeld een groot probleem hebt (of een groot doel) begin dat dan aan te pakken op kleine schaal en, als het werkt, breidt dan de schaal langzaamaan uit.
3. Vier progressie
Identificeer, vier en analyseer kleine progressie. Amabile en Kramer kwamen erachter dat de werkbeleving van hun deelnemers positiever was wanneer kleine progressie onderkend en gevierd werd dan wanneer deze genegeerd en betwijfeld werd.
4. Faciliteer progressie
Richt je als manager op het faciliteren van beweging vooruit door medewerkers te helpen bij het vinden van betekenis in hun werk en het vinden van manieren om progressie te boeken (bijvoorbeeld door het stellen van oplossingsgerichte vragen).
5. Verwijder obstakels
Verwijder als manager obstakels die in de weg staan van progressie of die zelf voor terugslagen kunnen zorgen (wat heel demotiverend kan zijn).
0 reacties