Comparatief voordeel: waarom kapitalisme niet inherent slecht is

Iemand vroeg me een tijd geleden waarom ik kapitalisme in de kern niet als iets slechts maar als iets goeds zie (zie hier). De gedachte van deze persoon was, samengevat, dat het kapitalisme de oorzaak van veel ellende in de wereld is, zoals armoede, corruptie en de ondermijning van de democratie. Bovendien, zo redeneerde deze persoon, is kapitalisme inherent slecht. Als twee partijen handel drijven met elkaar en de ene partij maakt winst op de transactie, dan moet die winst ergens vandaan komen. Dit moet dan wel betekenen dat de andere partij dan uitgebuit wordt oftewel verlies moet maken.[um_loggedin show_lock=yes]

Er zijn inderdaad problemen

Voordat ik probeer uit te leggen waarom ik kapitalisme in de kern als iets goeds zie, wil ik duidelijk stellen dat veel van de problemen die critici noemen echte en ook gevaarlijke problemen zijn. Slecht gereguleerd kapitalisme heeft inderdaad sterk bijgedragen aan de hierboven beschreven problemen. Ik ben het echter eens met Robert Reich die stelt dat de oplossing voor deze problemen niet ligt in het vervangen van kapitalisme (ik ken geen levensvatbaar en geloofwaardig alternatief) maar in het redden van kapitalisme tegen haar eigen excessen.

Een centraal misverstand

Een centraal misverstand dat tegenwoordig veel voorkomt, is dat de markt en de overheid geheel gescheiden entiteiten zijn en dat de overheid niet zou moeten ingrijpen in de vrije markt om deze niet te verstoren. Reich legt uit dat de overheid een cruciale rol speelt in het goed laten functioneren van markten. De markt is een instrument dat zo moet worden ingesteld en gebruikt dat de samenleving er zo veel mogelijk baat bij heeft.

Dit instellen of reguleren van markten gaat over dingen als bezit, macht van de markt, contracten, monopolies, faillissementen en sanctiebeleid (zie meer uitleg). De manier waarop de overheid (en daarmee in een democratisch land, uiteindelijk de bevolking) haar eigen markt definieert en reguleert, bepaalt hoe goed of slecht de effecten van de markt zijn. Hoe goed wij de markt definiëren en begrenzen, bepaalt hoe goed de consequenties van de activiteiten op de markt zijn.

Comparatief voordeel

Nu wil ik proberen uit te leggen waarom ik handel of kapitalisme in een goed gereguleerde markt niet als iets slechts maar als iets goeds zie. Dit doe ik aan de hand van het begrip comparatief voordeel dat ongeveer twee eeuwen geleden ontdekt werd door David Ricardo. Dit concept verklaart waarom het niet zo is dat als twee partijen handelen met elkaar er altijd één uitgebuit wordt. Het centrale idee van comparatief voordeel is dat wanneer twee partijen (dit kan zowel om individuen gaan als om bedrijven of naties) met elkaar handelen, normaal gesproken beide partijen hiervan profiteren.

Het volgende voorbeeld (bron) illustreert hoe dit kan. Stel, Liam en Emma houden zich beiden bezig met het vangen van vis en het verzamelen van fruit. Liam heeft 3 uur nodig om vis te vangen en 4 uur om een portie fruit te verzamelen. Emma heeft 2 uur nodig om vis te vangen en 1 uur om een portie fruit te verzamelen. Emma doet beide activiteiten dus sneller dan Liam. Intuïtief zou je denken dat Emma er het beste aan doet om niet met Liam te handelen maar gewoon zelf te voorzien in haar vis en fruit. Maar dit is niet zo. Zowel Emma als Liam hebben er baat bij om wel te handelen.

Emma is ‘beter’ in zowel het vangen van vis als het verzamelen van fruit. Maar het verschil is het grootst in het verzamelen van fruit. Hier heeft Liam 4 uur nodig terwijl Emma maar 1 uur nodig heeft. Emma heeft in het verzamelen van fruit een comparatief voordeel. Als ze twee porties fruit verzamelt en de tweede portie met Liam ruilt voor een vis, profiteren zowel zij als Liam. Emma hoeft nu namelijk maar 2 uur te werken voor 1 vis en 1 fruit, terwijl ze 3 uur zou moeten werken als ze beide zelfstandig moeten verkrijgen. Liam hoeft nu maar 6 uur te werken voor 1 vis en 1 fruit, terwijl hij 7 uur zou moeten werken als hij niet met Emma zou handelen.

Door te handelen, kunnen beide partijen zich ook gaan specialiseren wat ertoe kan leiden dat ze nog beter gaan worden in de activiteit waar ze relatief het beste in zijn. Liam leert door zich te specialiseren wellicht om vis te vangen in 2 uur, terwijl Emma misschien leert om fruit te verzamelen in een 3 kwartier. Hierdoor zullen de voordelen van handel nog versterkt worden. Een tweede type voordeel is dat de wederzijdse afhankelijkheid tussen Emma en Liam toeneemt wat een pacificerend effect kan hebben. Als je samenwerkt en hier over en weer voordeel van hebt, sla je elkaar net iets minder snel de hersens in.

Nu moet ik duidelijk erkennen dat er verschillende mitsen en maren zijn met betrekking tot comparatief voordeel. Het gaat niet altijd op en er zijn bepaalde factoren die het effect teniet kunnen doen (hier kun je iets meer lezen daarover). Maar het idee dat handel per definitie slecht is, lijkt me te kort door de bocht. In essentie is het iets goeds. Iets dat zowel welvaart als beschaving ten goede kan komen mits we het in goede banen leiden.

[/um_loggedin]

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (7)
  • Bruikbaar (1)