Wereldwijd onderzoek naar de negativiteitsbias in nieuwsconsumptie

Er is een nieuw wereldwijd experimenteel onderzoek (Soroka, Fournier, & Nir, 2019) gedaan naar de negativiteitsbias in nieuwsberichten. Ze vroegen zich af: treedt de negativiteitsbias inderdaad op? Is het een wereldwijd verschijnsel? Zijn er belangrijke culturele verschillen in de mate waarin de negativiteitsbias optreedt? Zijn er belangrijke individuele verschillen? Hieronder vat ik dit onderzoek samen.

De toegenomen negativiteit van nieuwsberichten

Een goede nieuwsvoorziening is van essentieel belang voor een democratie. Opvallend is dat veel nieuws over negatieve gebeurtenissen gaat en ook dat de negativiteit van nieuws de afgelopen decennia is toegenomen. Deze verschijnselen kunnen te maken hebben met de negativiteitsbias, de neiging van mensen om meer aandacht te geven aan negatieve informatie. Deze gerichtheid op negatief nieuws komt vermoedelijk zowel via bewuste gedachten als via onbewuste mentale processen tot stand. Hoe dan ook, de negativiteitsbias is een mogelijke verklaring voor de toegenomen negativiteit in nieuws. Vraag je je af hoe dat er in de praktijk uitziet? Volg maar eens twee weken lang de koppen van de website van de Telegraaf (zie bijvoorbeeld foto rechts).

De negativiteitsbias verklaart de toename

Om kranten te verkopen en hoge kijkcijfers te halen zou je namelijk moeten mikken op waar mensen de meeste aandacht aan geven. Een verklaring voor de toename in negativiteit van berichten zou kunnen liggen in gewenning bij consumenten aan negatief nieuws. Om een zelfde niveau van aandacht te krijgen voor berichten moeten deze geleidelijk aan steeds wat negatiever worden. Het effect van deze (toenemende) negativiteit zou kunnen leiden tot een systematisch vertekend beeld van nieuwsconsumenten over hoe de staat van de wereld. Ze zouden kunnen denken dat de wereld er veel slechter voorstaat dan feitelijk het geval is (lees meer).

Zijn er individuele en culturele verschillen?

De negativiteitsbias heeft waarschijnlijk een evolutionaire oorsprong maar ook culturele factoren kunnen een rol spelen. In welke mate er culturele en individuele verschillen zijn in de negativiteitsbias in nieuwsconsumptie is grotendeels onbekend. Soroka et al. probeerden via hun onderzoek deze vragen te beantwoorden. Zij voerden laboratoriumexperimenten uit in 17 landen over 6 continenten met 1156 respondenten. Zij lieten deze respondenten 7 nieuwsberichten van wisselende negativiteit zien en maten ondertussen enkele fysiologische reacties bij hen. Via deze verschillende fysiologische metingen konden zij de mate aandachtigheid en opwinding van de proefpersonen meten.

Behoorlijke individuele verschillen, weinig culturele verschillen

Een eerste bevinding was dat proefpersonen wereldwijd een negativiteitsbias toonden. Dit wil zeggen dat ze meer aandacht voor negatieve berichten hadden en meer opwinding toonden. Een tweede bevinding was dat er behoorlijke individuele verschillen waren in mate waarin de negativiteitsbias optrad. Een derde bevinding was dat er weinig verschil was in verschillende landen in de mate waarin de negativiteitsbias optrad. Individuen verschillen dus wel behoorlijk, culturen dus niet.

Implicaties

De onderzoekers concluderen dat aanbieders van nieuws niet moeten vergeten dat er ook individuen bestaan die in mindere mate een negativiteitsbias hebben of zelfs een positiviteitsbias. Maar ik denk dat deze analyse oppervlakkig is. Ik zie een probleem in de vergaande commercialisering van de pers die een fixatie op verkoop- en kijkcijfers met zich meebrengt. De pers moet zich niet primair laten leiden door de biases van de consument maar zich primair richten op haar hoofdtaak. Deze hoofdtaak is het accuraat berichten over de werkelijkheid. Dat consumenten de neiging hebben om positieve berichtgeving minder aandacht te geven mag geen reden zijn om deze berichten weg te laten.

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (9)
  • Bruikbaar (0)