Feedback is informatie die mensen terugkrijgen over hun gedrag, houding of bereikte resultaten. Het ontvangen van feedback kan heel leerzaam zijn om effectiever te worden in wat we doen. Ook kan het, mits goed uitgevoerd, relaties en samenwerking verbeteren. In progressiegerichte coaching vindt het geven van feedback door de coach aan de cliënt op een heel specifieke manier plaats.
3 Principes
Bij progressiegerichte coaching zijn de volgende drie principes van toepassing op feedback geven:
- Waartoe: om cliënten te helpen om meer zicht te krijgen op hoe ze verdere betekenisvolle progressie kunnen bereiken.
- Waarover: over dingen die al werken en eerder hebben gewerkt om het gewenste soort progressie te bereiken.
- Hoe: op een manier die het blijven volgen van het cliëntperspectief zo goed mogelijk ondersteunt.
Waartoe en waarover geef je feedback?
Het doel binnen progressiegerichte coaching is om mensen te helpen betekenisvolle progressie te boeken. Dit is vooruitgang in iets wat interessant of belangrijk voor hen is. Om dit soort progressie te kunnen boeken, moeten cliënten ideeën hebben over welke dingen een kans hebben om te helpen om dit soort progressie te bereiken. Als ze ideeën opdoen over wat zou kunnen werken, kunnen ze bedenken hoe ze deze ideeën uit kunnen gaan proberen.
Feedback kan een manier zijn van de coach om de dingen die in het gesprek naar voren komen die al werken of eerder hebben gewerkt, te accentueren. Feedback kan dus worden gezien als het aanwijzen van wat werkt. Via feedback richt de coach als het ware een lampje op dit soort progressie ondersteunende factoren. Het gaat hoofdzakelijk om de volgende factoren:
- Dingen die nu al werken: alle dingen die cliënten in het heden doen, die werken. Dit soort gedragingen kun je bijvoorbeeld via schaalvragen of de cirkeltechniek zichtbaar maken.
- Dingen die eerder hebben gewerkt: alle dingen die eerder, in vergelijkbare situaties (bij vergelijkbare doelen of problemen) hebben gewerkt. Dit soort gedragingen kun je via de vraag naar eerdere successen zichtbaar maken.
Waarover geef je geen feedback?
Progressiegerichte coaches zijn terughoudend in het geven van welke vorm van feedback dan ook die niet duidelijk gerelateerd is aan de betekenisvolle progressie die de cliënt probeert te bereiken. Feedback over de volgende soorten onderwerpen heeft daarom geen functie in progressiegerichte coaching:
- Negatieve feedback: het teruggeven van informatie over wat niet heeft gewerkt, is namelijk niet direct bruikbaar voor wat cliënten wel kunnen doen om vooruit te komen.
- Persoonsgerichte feedback: feedback gericht op de persoon is niet direct bruikbaar voor wat cliënten kunnen doen om vooruit te komen en kan bovendien een statische mindset in hen oproepen.
- Feedback over niet-relevante onderwerpen: feedback over onderwerpen die niet gerelateerd zijn aan het doel (bijvoorbeeld over de manier waarop de cliënt er uit ziet of hoe fraai de cliënt iets onder woorden brengt) wordt vermeden omdat deze feedback voor cliënten niet direct bruikbaar is om te bepalen wat ze kunnen doen om vooruit te komen.
Welke manieren van feedback geven worden vermeden?
In progressiegerichte coaching is het cliëntperspectief steeds leidend. Er wordt steeds aangesloten bij wat cliënten zeggen. Hier wordt erkennend op gereageerd en vervolgens op doorgevraagd. Via dit proces van doorvragen worden cliënten geholpen om goed zicht te krijgen op wat ze willen bereiken en op hoe ze dat kunnen gaan bereiken. Het geven van feedback door de coach vindt zodanig plaats dat het volgen van het cliëntperspectief zo goed mogelijk door kan gaan en dus zo min mogelijk verstoord wordt. Opmerkingen als de volgende worden daarom niet of nauwelijks gebruikt:
- Ik hoor je zeggen ….
- Ik merk dat je …
- Op mij komt dit als volgt over: …
- Ik vind het heel goed dat je ….
Dit soort opmerkingen nodigt cliënten namelijk uit om hun aandacht te verleggen van hun eigen perspectief naar het perspectief van de coach. Ze nodigen uit om na te denken over hoe de coach naar hen kijkt en naar wat de coach belangrijk vindt. Dit haalt hen uit het proces van het verder onderzoeken van hun eigen proces en kan daardoor het gesprek minder nuttig maken.
Hoe wel?
Er zijn drie aanpakken die ondersteunen dat cliënten binnen hun eigen perspectief kunnen doordenken:
1. Onderzoeken in plaats van feedback geven
Ten eerste kiezen progressiegerichte coaches vaak voor een ander middel dan feedback wanneer ze iets vinden of vermoeden. Wanneer een coach een cliënt bijvoorbeeld iets ogenschijnlijk negatiefs ziet doen of hoort zeggen, zal deze coach hier meestal geen feedback op geven maar er eerder een onderzoekende vraag over stellen. Stel je bijvoorbeeld voor dat een cliënt een geïrriteerde gezichtsuitdrukking heeft naar aanleiding van iets dat de coach zei. De coach zal nu geen feedback geven in de trant van: “Ik zie dat je boos bent”, maar onderzoekt in plaats daarvan wat hij ziet, bijvoorbeeld door te vragen: “Is het nuttig om hier zo over te praten?” Mocht de cliënt inderdaad boos zijn dan kan deze dat gerust naar voren brengen. Maar misschien geeft de cliënt een compleet andere uitleg over zijn of haar ogenschijnlijk geïrriteerde gezichtsuitdrukking (bijvoorbeeld: “Ik realiseer me plotseling dat ik een belangrijke afspraak vergeten ben af te zeggen!”).
2. Eigen woorden van cliënten gebruiken in je feedback
Ten tweede gebruiken progressiegerichte coaches in hun feedback liever de sleutelwoorden van de cliënt dan dat ze deze woorden veranderen. Dit doen ze door regelmatig samenvattingen te geven van de cliënt heeft gezegd. Is dit dan wel te zien als feedback? Ja, en dat zit hem in de selectie van wat de coach teruggeeft. En dat zijn louter dingen die gekoppeld zijn aan het doel (de gewenste progressie) en aan de dingen die iets zeggen over hoe dat doel door de cliënt bereikt kan worden. De feedback zit hem dus in de selectie van wat de coach teruggeeft en niet in het veranderen van de woorden of in het uitspreken van een oordeel.
3. Impliciet complimenteren in plaats van expliciet
Ten derde geven progressiegerichte coaches eerder impliciete dan expliciete complimentjes over wat cliënten hebben gedaan. Een direct compliment (“Ik vind dat je dat heel goed hebt gedaan!”) kan immers weliswaar wel een aanwijzer zijn van iets dat werkt maar brengt het risico met zich mee dat de cliënt uit zijn eigen perspectief wordt gehaald en in plaats daarvan zijn aandacht verlegt naar wat de coach vindt en verwacht. Bovendien kan een expliciet compliment de cliënt een ongemakkelijk gevoel geven en deze er juist toe brengen om zich te verzetten tegen het compliment (“Nou, het stelt echt niets voor, hoor). Impliciete complimenten zijn complimenten die niet overdreven geformuleerd zijn en verpakt zijn in een vraag. Door het niet overdreven karakter, zal de cliënt zich er minder snel tegen verzetten. En het vraag-karakter leidt het tot een verdere verkenning van de cliënt van zijn of haar eigen perspectief. Hier is een voorbeeld.
De progressiegerichte coach zegt niet: “Wat fantastisch dat jij die opdracht hebt weten binnen te halen!” Wat de progressiegerichte coach wel zou kunnen zeggen, is: “Wow, hoe is jou gelukt om zo’n mooie opdracht binnen te halen?”
De waarderende feedback is impliciet omdat hij verpakt in de vraag zit. Vanwege het vragende karakter wordt de cliënt meteen uitgenodigd om het succes verder te exploreren.
0 reacties