Als we anderen ergens in zien excelleren, zijn we misschien geneigd om te denken dat ze beschikken over een superieur talent. Hoe zouden ze anders zo ontzettend goed kunnen zijn in wat ze doen? Die vraag is beantwoord door Anders Ericsson en zijn collega’s (Ericsson & Pool, 2016). Zij kwamen erachter dat een belangrijke sleutel, zo niet de belangrijkste, tot het opbouwen van excellentie, een bepaalde manier van oefenen is die deliberate practice heet.
Het verschil met ‘gewoon’ oefenen
Intuïtief zijn we geneigd te denken dat effectief oefenen gewoon een kwestie van vaak doen is. Willen we een pianostuk in de vingers krijgen dan spelen we het vaak totdat we het hopelijk goed gaan beheersen. Deze methode werkt echter veel minder goed dan deliberate practice. Bij deliberate practice oefen je specifiek dat wat je lastig vindt en dus nog niet zo goed in de vingers hebt. Tijdens het oefenen krijg je steeds goede feedback die je helpt om je uitvoering steeds iets beter te maken. Bij deliberate practice speel je het pianostuk dus niet steeds van A tot Z maar oefen je steeds kleine stukjes en wel die stukjes die je nu lastig vindt.
Toepasbaar op allerlei gebieden
Deliberate practice is op allerlei gebieden toe te passen. In elk goed gedefinieerd prestatiedomein, dat wil zeggen een prestatiedomein waarin er duidelijke criteria zijn om te bepalen wat een goede prestatie inhoudt, is deliberate practice bruikbaar en nuttig. Het kan hierbij gaan om de meest uiteenlopende soorten activiteiten. Denk maar aan schaken, het uitvoeren van een hartoperatie of het leren van progressiegerichte coachvaardigheden.
Deliberate practice in 5 stappen
Via de volgende stappen kun je zelf aan de slag met deliberate practice.
- Kies je doel
- Oefen geconcentreerd
- Krijg feedback
- Meet je progressie
- Zet door als je progressie stagneert
1. Kies je doel
Deliberate practice vergt ten eerste dat je een duidelijk doel stelt met betrekking tot waar je beter in wilt worden. Beter worden in schaken is niet specifiek genoeg. De Siciliaanse verdediging in de vingers krijgen, is wel specifiek. Beter worden in het spelen van gitaarsolo’s is niet specifiek genoeg. De pentatonische toonladder vloeiend in de vingers krijgen is wel specifiek. Beter worden in progressiegericht coachen is geen specifiek doel. De kantelinterventie goed in de vingers krijgen is wel specifiek. Bij het stellen van een leerdoel is het belangrijk dat je iets kiest wat je nu nog niet goed kunt. Het doel moet dus uitdagend zijn.
2. Oefen geconcentreerd
Deliberate practice vergt ten tweede dat je geconcentreerd oefent. Dit betekent dat je je alleen concentreert op dat waar je beter in wilt worden en je niet laat afleiden. Het verleggen van je grenzen is behoorlijk inspannend en lukt alleen als je diep geconcentreerd bent.
3. Krijg feedback
Deliberate practice vergt ten derde dat je goede feedback krijgt op hoe je het doet tijdens het oefenen. Het beste is het als deze feedback wordt gegeven door een expert. Wil je ergens goed in worden dan is het dus verstandig om les te nemen. Maar je hebt een expert niet altijd bij de hand tijdens het oefenen dus het is ook goed om te zorgen dat je op andere wijze feedback kunt organiseren op hoe je het doet tijdens het oefenen. Wil je als schaker beter worden in bijvoorbeeld de Siciliaanse opening, dan kun je wedstrijden van grootmeesters waarin deze opening is gebruikt naspelen en analyseren. Wil je een passage in een muziekstuk beter gaan spelen, dan kun je een opname maken van je spel tijdens het oefenen en deze opname vergelijken met een uitvoering van een professionele pianist.
4. Meet je progressie
Deliberate practice vergt ten vierde dat je je progressie monitort. Het boeken van progressie is heel motiverend maar vaak zien we progressie pas als we hem specifiek monitoren. Bedenk dus goed hoe je bijhoudt wat je oefent. Ga je bijvoorbeeld een uur lang oefenen op je gitaarspel, neem dan je oefenen op en luister aan het einde van het uur naar het verschil in hoe je aan het einde speelt en hoe je aan het begin speelde. Vergelijk ook je huidige niveau af en toe met je niveau van een paar maanden geleden. Deliberate practice is inspannend en niet altijd leuk. Daarom is het heel belangrijk dat je je motivatie goed houdt. Het monitoren van je progressie is een belangrijke manier om dat voor elkaar te krijgen.
5. Zet door als je progressie stagneert
Deliberate practice vergt ten vijfde dat je doorzet als je een prestatieplafond bereikt. Vaak zul je bij deliberate practice merken dat je vlot vooruit blijft gaan als je doelgericht, geconcentreerd en met goede feedback oefent. Maar op sommige momenten zul je zien dat je ontwikkeling stagneert. Dit zijn de momenten dat veel mensen geneigd zijn om te stoppen. Maar bij deliberate practice is het mogelijk om door dit soort prestatieplafonds heen te breken. Daarvoor is het nodig dat je doorzet. Dit kan vrij frustrerend zijn om te doen. Maar die frustratie helpt je om het obstakel te overwinnen. Als je eenmaal door prestatieplafonds heen bent gegaan, leer je de echte kracht van deliberate practice kennen.
0 reacties