Coert Visser, juni 2013

Eerder schreef ik al over de rol van de Jeugdzorg (zie Jeugdzorg en de keepersrol). In dat bericht schrijf ik dat, terwijl er soms veel kritiek op de Jeugdzorg kan zijn, zeker wanneer er zogenaamde gezinsdrama’s in het nieuws komen, de Jeugdzorg een belangrijke rol speelt. Het schijnbaar ondankbare van de rol van de Jeugdzorg is dat het goede werk van de Jeugdzorg niet snel het nieuws zal halen en lastig meetbaar te maken is. Waar werkers in de Jeugdzorg echter hun voldoening aan kunnen ontlenen is aan het werken met gezinnen en van dichtbij meemaken hoe hun situatie beter wordt. Een belangrijke innovatie in de Jeugdzorg komt uit de oplossingsgerichte aanpak. Een benadering die vaak Signs of Safety wordt genoemd maar nu ook vaak onder andere namen bekend staat zoals Samenwerken aan Veiligheid (SAVE) en Focus op veiligheid.

 Trainingen Progressiegericht Werken 

Deze benadering richt zich op het bouwen van partnerships met ouders in gevallen van verondersteld of bewezen kindermisbruik of kinderverwaarlozing. In plaats van te focussen op zoeken naar oorzaken of de eventuele ontkenning van het misbruik, richt de aanpak zich op het tot stand brengen van een partnership met de ouders die er toe leidt dat er een veiligheidsplan voor het gezin komt dat de verantwoordelijkheid en de rol van verzorgers benadrukt. Tijdens de begeleiding wordt nadrukkelijk systeemgericht gewerkt. Ook het netwerk om het gezin heen wordt ingeschakeld waar maar nuttig is. Wat goed werkt aan de aanpak is dat de ouders vanaf het begin van de begeleiding serieus worden genomen en dat zij geactiveerd worden in de richting van een positief doel: veiligheid voor het kind. Tijdens het proces wordt steeds gefocust op wat werkt en wordt de veiligheid steeds in kaart gebracht (onder andere via beoordelings- en planningsformulieren). Wat de aanpak oplevert is dat de veiligheid sneller toeneemt, dat er minder uithuisplaatsingen hoeven te gebeuren en dat zowel ouders als Jeugdzorg professionals tevreden zijn over de manier van werken.

Ik zou het wel interessant vinden om de analogie eens te verkennen met een andere sector die ook volop in beweging is. In de financiële sector is het toezicht sterk in ontwikkeling (zie bijvoorbeeld de publicatie Financial supervision in the 21st century). Vooropgesteld: dit is een complexe materie waar ik slechts weinig kennis over heb. Maar laat ik eens een begin maken met een verkenning van die materie. Er lijken enige parallellen te zijn tussen de twee sectoren. Ook financieel toezicht is nu naar aanleiding van de wereldwijde economische crisis negatief in het nieuws (er wordt gesproken van falend toezicht). Ook financieel toezicht lijkt een wat ondankbare taak: doe je het goed dan is het geen nieuws, doe je iets fout dan haalt het wel het nieuws. Ook binnen financieel toezicht zijn interessante en veelbelovende ontwikkelingen gaande (naar mijn indruk loopt Nederland hierin trouwens voorop). Het genoemde boek pleit voor een nieuwe visie op en invulling van financieel toezicht waarbij 3 ontwikkelingen belangrijk zijn:

  1. Het toezicht wordt toekomstgerichter en proactiever.
  2. Meer supra-institutioneel: Er wordt niet alleen gefocust op het micro niveau (de individuele onderneming) maar (ook) op macroniveau (de sector en de economie als geheel)
  3. Integraler: niet alleen gericht op het financiële perspectief maar tevens op niet-financiële aspecten zoals organisatie- en businessmodel en mens- en cultuur aspecten.

Deze nieuwe visie op financieel toezicht vergt een andere manier van interveniëren. Net als in de Jeugdzorg lijkt het nuttig  om  ondernemingen van meet af aan te activeren richting het positief geformuleerde doel (bijvoorbeeld financiële stabiliteit) en tijdens het proces de focus steeds te richten op wat werkt om de financiële stabiliteit te versterken (in plaats van om lang terug te kijken naar wat er mis is gegaan en hoe dit heeft kunnen gebeuren en wie daar wel of niet verantwoordelijk was). Analoog is ook dat in financieel toezicht er ook steeds een beoordeling gemaakt wordt van de financiële stabiliteit en dat er steeds de mogelijkheid is om te escaleren en in te grijpen. Wat in financieel toezicht waarschijnlijk ook goed zou kunnen werken is om nadrukkelijk te mikken op constructief samenwerken (versus wantrouwend en streng meekijken) en systeemgericht te werken.

Tot zover enkele voor de vuist weg gedachten. Wat denk jij? Is de analogie zinvol? Op wat voor ideeën brengt dit jou?

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (1)
  • Bruikbaar (0)