Een bekende psychologische theorie is de theory of planned behavior (TPB; Ajzen, 1991, 2012). Deze theorie helpt om menselijk gedrag te kunnen voorspellen, begrijpen en beïnvloeden. Veel onderzoek heeft de effectiviteit van interventies gebaseerd op de TPG laten zien (zie onder andere Steinmetz et al., 2016). Een beperking van TPB is echter dat deze te weinig aandacht heeft voor de doelen van individuen. Om deze beperking op te heffen en daarmee de toepasbaarheid van de TPB te verbreden integreren Ajzen & Kruglanski (2019) in een nieuw artikel de TPB met een theorie over doelen, de goal systems theory (GST).

De theory of planned behavior

De TPB werd geformuleerd door Icek Ajzen (1985) als een afgeleide van de theory of reasoned action (TRA). De theorie richtte zich op de vraag hoe intenties tot gedrag tot stand komen. Drie factoren werden als belangrijke determinanten van gedragsintenties beschouwd: attitudes, subjectieve normen en beleefde controle over het gedrag. Hier onder een korte uitleg over die drie determinanten:

  1. Attitudes: de verwachtingen over de consequenties van het betreffende gedrag. Hoe positiever die verwachtingen, hoe groter de kans dat de intentie tot het gedrag zou ontstaan en hoe groter de kans dat het gedrag zelf ook zou optreden.
  2. Subjectieve norm:  de mate waarin significante anderen het betreffende gedrag vertonen en goedkeuren. Naar mate er sprake is van een sterkere subjectieve norm neemt kans op de gedragsintentie en het gedrag toe.
  3. Beleefde controle over het gedrag: de mate waarin je het gevoel hebt dat je in staat bent en in de gelegenheid bent om het gedrag te vertonen. Dit hangt onder andere af van je vaardigheden maar ook van omstandigheden zoals beschikbaarheid van tijd, middelen en hulp. Deze factor werd in later toegevoegd aan de theorie als een moderator. Met andere woorden: de mate waarin de persoon beleefde controle ervaart bepaalt hoe attitudes en subjectieve norm samenhangen met intenties.

De integratie met goal systems theory

Een beperking van de TPB is dat deze slechts een bottom up theorie is die gedrag als uitgangspunt neemt en de rol van doelen niet meeneemt. Maar doelen zijn centrale bronnen van motivatie. In de meeste gevallen zullen we gedragingen niet vanuit een vacuüm beoordelen op hun aantrekkelijkheid of wenselijkheid maar vanuit de doelen die we hebben. Omdat de TPB doelen niet expliciet meeneemt is de theorie vooral bruikbaar in situaties waarin individuen weinig verschillen in de doelen die ze hebben en waarin de doelen dus impliciet verondersteld zijn. Door doelen aan de TPB toe te voegen kan de theorie ook bruikbaar worden in situaties waarin individuen heel verschillende doelen hebben.

De goal systems theory (GST, Kruglanski et al., 2002) is een top down theorie die juist doelen als vertrekpunt neemt. De theorie gaat er vanuit dat wij allemaal meerdere doelen hebben die bovendien steeds kunnen fluctueren. Door kenmerken van situaties kunnen doelen opeens geactiveerd worden waardoor ze sterk beïnvloeden hoe we naar de situatie kijken en hoe we ons willen gedragen. De GST maakt onderscheid tussen twee soorten doelen: procurement goals en approval goals. Procurement goals zijn doelen die we hebben omdat we verwachten dat ze ons direct persoonlijk voordeel opleveren. Approval goals zijn doelen die we hebben omdat we verwachten dat ze ons goedkeuring opleveren van belangrijke individuen of groepen.

Theory of reasoned goal pursuit

De samenvoeging van de TPB en de GST noemen de auteurs de theory of reasoned goal pursuit (TRGP). In de figuur hieronder vat ik deze schematisch samen (dit is mijn vereenvoudigde maar tevens iets uitgebreidere weergave en een figuur in het artikel van de auteurs). De figuur toont ook hoe consequenties van gedrag doelen en houdingen terug kunnen beïnvloeden.

Theory of reasoned goal pursuit

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (2)
  • Bruikbaar (1)