Wie weet dat hij niets weet, die is de grootste. ~ Laozi (604-507 BCE) |
Wat je jezelf niet toewenst, doe dat anderen niet aan. ~ Confucius (551-479 BCE) |
We verlangen voortdurend naar zekerheden, maar die zullen niet bijdragen aan onze groei. ~ Boeddha (450-370 BCE) |
Het ontstaan van de Oosterse filosofische traditie
Ongeveer 600 BCE ontstond de filosofie, de discipline van het via denken komen tot kennis en wijsheid. Dit gebeurde ongeveer gelijktijdig en waarschijnlijk grotendeels onafhankelijk van elkaar in Griekenland en China. De Westerse cultuur is sterk beïnvloed door ideeën uit de klassieke Griekse filosofie. Maar er is ook een zeer rijke Oosterse filosofische traditie. Hoewel er een zekere overlap bestaat in denkbeelden van klassieke Oosterse en Westerse filosofen, zijn er ook enkele duidelijke accentverschillen. Een belangrijk verschil is dat er in de Oosterse traditie een minder sterk onderscheid wordt gemaakt tussen religie en filosofie dan in de Westerse traditie. Een ander verschil is dat de Westerse filosofie wat meer nadruk legt op het belang van stabiele karaktertrekken terwijl de Oosterse wat meer uitgaat van verandering en veranderbaarheid. Hieronder volgt een korte bespreking van de meest invloedrijke Oosterse klassieke filosofen, de grote drie, om het maar zo te zeggen.
Laozi (604-507 BCE)
Laozi (ook bekend als Lao-Tse en Lao Dan) was een Chinese filosoof die leefde in de 6e eeuw voor het begin van onze jaartelling1. Het verhaal gaat dat hij aan het eind van zijn leven in drie dagen tijd het boek Tao Te Ching schreef2 . In dit boek worden de principes van het Taoïsme uitgelegd. Een belangrijk onderdeel hiervan is Wu Wei. Hiermee wordt bedoeld non-actie, inspanningsloze actie of de actie van non-actie. Vrij vertaald komt dit neer op met de stroom meegaan, dingen accepteren in plaats van ertegen te vechten. Een kat die in het nauw wordt gedreven gaat vechten. Laten we hem met rust dan doet hij niets. Een ander belangrijk element in het Taoïsme zijn de zogenaamde ‘3 schatten’: compassie, eenvoud en bescheidenheid. Het Taoïsme is vandaag de dag nog behoorlijk invloedrijk. Het heeft een duidelijke relatie met pragmatisme en intellectuele nederigheid. Ook had Laozi’s werk een duidelijke moralistische component, zoals in de onderstaande uitspraken te zien is.
Uitspraken van Laozi:
• Ik heb u slechts drie dingen te leren: eenvoud, geduld, mededogen. Deze drie zijn uw grootste schatten. |
Confucius (551-479 BCE)
Een tweede grote Chinese filosoof was Confucius (“Meester Kong”). Hij leefde ongeveer in dezelfde tijd als Laozi en zou een leerling van hem geweest kunnen zijn. Hij zou gewerkt hebben in een bestuurlijke functie voor een graaf. Maar toen de graaf zich te buiten ging aan paardrijden en vrouwen keurde hij dit in zijn ogen decadente gedrag sterk af en verliet hij het hof om te gaan reizen.
Confucius is vooral bekend uit een werk met de naam de Analects. In dit werk dat, na zijn dood, opgetekend zou zijn door zijn volgelingen, staan veel uitspraken van hem. Confucius benadrukte traditionele waarden zoals het eren van je ouders, het gebruiken van rituelen en het gehoorzaam volgen van leiders. Net als bij Laozi is er bij Confucius ook aandacht voor intellectuele nederigheid. Ook had Confucius belangrijke ethische uitgangspunten. Zijn uitspraak “Wat je jezelf niet toewenst, doe dat anderen niet aan”, bijvoorbeeld, is één van de oudst bekende versies van de Gouden Regel. Het is een pleidooi voor het vinden van een evenwicht tussen eigen belang en de belangen van anderen.
Confucius’ werk staat bol van ideeën over hoe we als mensen goed zouden kunnen leven. Hij geloofde in het belang van universele wijsheid. Deze kon volgens hem slechts verkregen worden door jarenlange inspanning en reflectie. Deze wijsheid kwam tot uiting in de volgende 5 constante deugden: welwillendheid, rechtschapenheid, ritueel fatsoen, wijsheid en integriteit. Deze konden volgens Confucius worden verkregen door het geduldig veranderen van onze gewoontes.
Uitspraken van Confucius:
• Wat je jezelf niet toewenst, doe dat anderen niet aan. |
Boeddha (450-370 BCE)
Een derde belangrijke Oosterse filosoof is Siddhartha Gautama Boeddha3 die leefde in een deel van India dat nu Nepal heet. Hij werd geboren in de tijd dat het Hindoeïsme al veel aanhangers had. Op zijn werk is de levensbeschouwelijke stroming van het Boeddhisme gebaseerd. Deze koningszoon groeide op in weelde en werd afgeschermd van de hardheid van het bestaan. Toen hij later, op een reis, het lijden van mensen ontdekte, koos hij een leven van meditatie en soberheid. De basis van zijn leer bestond uit de zogenaamde 4 edele waarheden: 1) er is lijden, 2) het lijden heeft een oorzaak, 3) de oorzaak van het lijden kan weggenomen worden, 4) het achtvoudige pad is de manier om het lijden weg te nemen. Dit achtvoudige pad was volgens Boeddha de weg naar verlichting en bestond uit: 1) juist inzicht, 2) juiste intenties, 3) juist spreken, 4) juist handelen, 5) juiste wijze van levensonderhoud, 6) juiste inspanning, 7) juiste meditatie en 8) juiste concentratie.
Verder bevatte zijn werk regels voor gedrag, Dharma genaamd. De hoogste staat van menselijk zijn noemde hij Nirvana. Deze toestand is er één waar het lijden is weggenomen doordat de persoon zichzelf bevrijd heeft van begeerte, aversie en verwarring. Boeddha zag de werkelijkheid als impermanent, continu in verandering. Wijsheid zag hij als iets dat kon worden bereikt via observatie en ervaring.
Asoka de Grote, de heerser van het grote Mauryaanse Rijk (268-232 BCE), bekeerde zich tot het Boeddhisme en was er een belangrijke verspreider van tot ver buiten India, onder andere door zendelingen naar Europa en China te sturen.
Uitspraken van Boeddha:
• Alle vormen zijn aan de vergankelijkheid onderworpen. |
Grote invloed
Zoals gezegd is de invloed van deze grote drie van de Oosterse filosofie ontzaglijk groot geweest, vooral in Azië maar ook daarbuiten. Veel denkbeelden uit de Oosterse filosofie zijn tegenwoordig ook in Westerse landen invloedrijk geworden.
Noten
- Volgens sommigen was Laozi meer mythe dan mens. Ze vermoedden dat het aan hem toegeschreven werk feitelijk het werk van meerdere filosofen was.
- Ook wel Daodejing genoemd. Tao betekent ‘de weg’, te betekent ‘deugd’, ching betekent ‘boek’. Tao te ching betekent dus het boek van de weg en de deugd.
- Siddhartha betekent: hij die zijn doelen heeft bereikt. Boeddha betekent: hij die verlicht is.
Lees ook:
- De stoïcijnse houding
- De grote drie van de Griekse filosofie (e.v.a.)
- 6 Romeinse filosofen in hun zoektocht naar wijsheid
Bron: De ontwikkeling van wijsheid. Over de geschiedenis en wetenschap van wijsheid
0 reacties