De gelukstaart blijkt een misbaksel

Een idee dat tamelijk populair is binnen de positieve psychologie is de zogenaamde happiness pie, ofwel de gelukstaart. De naam gelukstaart is gebaseerd op een model dat werd gepresenteerd in een artikel van Lyubomirsky, Sheldon, & Schkade (2005). In dit artikel werd gesteld dat ongeveer 50% van de individuele verschillen in geluk veroorzaakt worden door genetische factoren en 10% door levensomstandigheden waardoor er 40% overbleef voor doelbewuste activiteiten. Klinkt het voor jou alsof dit model klopt? Lees dan even verder want onderzoekers Brown & Rohrer (2018) laten zien in een nieuw paper dat er veel af te dingen valt op de gelukstaart.

 Trainingen Progressiegericht Werken 

De populariteit van het gelukstaart-model binnen de positieve psychologie

Het gelukstaart-idee is één van de populairste ideeën binnen de positieve psychologie geworden. Het wordt doorgaans geïnterpreteerd als: voor een flink deel ligt het vast hoe gelukkig je bent (want dit deels is genetisch bepaald) maar je kunt zelf nog redelijk veel doen om je geluk te vergroten en je eigen gedrag is van veel meer invloed dan je omstandigheden op hoe gelukkig je bent. Een flink deel van de literatuur binnen de positieve psychologie omarmt het gelukstaart model en is erop gericht om te beschrijven hoe de 40% eigen invloed op geluk het meest effectief kan worden ingevuld. Bekende voorbeelden van dit soort interventies zijn het uiten van dankbaarheid, het gebruiken van je karaktersterktes, het schrijven over je positieve ervaringen en het beoefenen van ‘loving-kindness meditation’.

Wat er niet klopt aan het gelukstaart-model

Brown & Rohrer leggen in hun artikel gedetailleerd uit dat er belangrijke conceptuele en empirische problemen kleven aan de gelukstaart. Een aantal van hun belangrijkste bezwaren zijn:

  1. De schattingen in het model zijn gebaseerd op hoe bepaalde factoren samen lijken te hangen met geluk binnen populaties. Zelfs als de schattingen in het model kloppen, betekent dit niet dat ze kunnen worden vertaald naar individuen. Zelfs als de 50/40/10 verdeling dus op populatieniveau klopt, dan betekent dit niet dat dit ook klopt voor ieder individu. Vaak wordt door auteurs echter geïmpliceerd dat dit wel zo is.
  2. De schattingen van 50% (genetisch) en 10% (omstandigheden) baseerden de auteurs op eerder onderzoek. De 40% schatting voor doelbewust gedrag was gebaseerd op de simpele rekensom 100-50-10=40. De rekensom klopt maar of de beschrijving van deze 40% restcategorie inderdaad moet worden beschreven als doelbewust gedrag, is onbewezen. Misschien vallen er nog andere factoren onder deze 40%.
  3. De 50/40/10 verdeling is gebaseerd op schattingen die voortkomen uit specifieke steekproeven. Het is een misverstand om te denken dat deze verdeling universeel kan worden geacht. Hoeveel variantie (van geluk) wordt verklaard hangt af van de variabiliteit van de factoren in de populatie en die wisselt van populatie tot populatie en van tijd tot tijd.
  4. Het idee dat de invloed van de genoemde factoren simpelweg kan worden opgeteld, is alleen juist als die factoren onafhankelijk zijn, wat niet het geval is. Onze genetische aanleg kan bijvoorbeeld onze doelbewuste activiteiten beïnvloeden, onze doelbewuste activiteiten kunnen onze omstandigheden beïnvloeden, etc.
  5. Dat een eigenschap in belangrijke mate genetisch bepaald is, betekent niet dat deze eigenschap niet veranderbaar is.
  6. De schattingen van 50% en 10% zijn dubieus. De 50% schatting is gebaseerd op 3 onderzoeken maar hoe de schatting precies tot stand is gekomen, wordt niet duidelijk. Op basis van de onderzoeken die genoemd worden, lijkt de schatting aan de lage kant. De 10% schatting is gebaseerd op enkele studies die niet zozeer keken naar omstandigheden in brede zin maar slechts naar demografische variabelen en dus waarschijnlijk een onderschatting van het werkelijke percentage.

Reflectie

Er lijkt alle reden te zijn om het gelukstaart-idee los te laten. De argumenten van Brown & Rohrer zijn overtuigend. In aanvulling op hun argumenten heb ik twee andere overwegingen.

  1. Een eerste overweging is dat ik de bruikbaarheid van het woord setpoint betwijfel. Met het woord bedoelen auteurs vaak dat er een niveau is waar je ongeveer op uit komt als individu en waar je maar relatief weinig aan toe of af kunt doen. Het woord setpoint wordt hier door Lyubomirsky et al. gebruikt in relatie tot geluk; andere auteurs hebben het ook op andere eigenschappen of ervaringen toegepast zoals lichaamsgewicht. Ik ben er sceptisch over of het setpoint-concept bruikbaar is voor psychologische eigenschappen omdat ik sterk betwijfel of setpoints ooit robuust zullen kunnen worden aangetoond. Dat er een zekere mate van stabiliteit over tijd en situaties optreedt bij individuen in psychologische eigenschappen, is waar. Maar dit bewijst niet dat deze stabiliteit gezien moeten worden als een setpoint.
  2. Een tweede overweging is dat de focus op geluk binnen de positieve psychologie in mijn ogen een ongelukkige is. In veel positieve psychologie literatuur wordt geïmpliceerd dat het bereiken van geluk het centrale doel in het leven zou moeten zijn. Een boektitel van Sonja Lyubomirsky is daar een voorbeeld van: ‘The how of happiness: A scientific approach to getting the life you want’. Hoe zou iemand nog iets meer of anders kunnen willen in het leven dan geluk? Maar ik denk dat dit te simpel is. Een goed leven bestaat uit meer dan geluk alleen (en zeker uit meer dan zoeken naar geluk). Geluk is natuurlijk fijn als je het hebt. Maar veel momenten in het leven bestaan niet uit het ervaren van geluk. Op veel momenten ga je helemaal op in een activiteit. Je bent dan niet zozeer gelukkig. Door het opgaan in de activiteit vergeet je jezelf namelijk meer dan dat je per se gelukkig bent. En er zijn zelfs veel momenten waarin je kunt worstelen en je ongemakkelijk voelt die toch zeer de moeite waard zijn. Als je bijvoorbeeld iets moeilijks aan het doen bent of aan het leren bent, is de kans klein dat je je heel gelukkig voelt op dat moment. Toch zijn dit soort momenten vaak waardevol. Ze dragen bij aan onze persoonlijke groei en ze kunnen bijdragen aan iets waardevols voor jezelf en anderen.
Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (10)
  • Bruikbaar (5)