Herstel na depressie: het bestaat

Depressie kan een ernstige vorm van menselijk lijden zijn. Zowel in de media als in de wetenschappelijke literatuur wordt depressie vaak beschreven als een ernstige chronische conditie die levenslang aanwezig is patiënten en die vaak terugkeert na periodes waarin patiënten er minder last van hebben. Deze sombere kenschets van depressie is gebaseerd op verschillende grootschalige onderzoeken. Ondanks dat stellen Rottenberg et al., (2019) dat deze kijk op depressie te somber is. Ze schetsen hoe onderzoekers een systematische blinde vlek hebben. Ze pleiten voor een andere kijk op depressie en voor een andere manier van onderzoek doen naar depressie. Tezamen kunnen deze leiden tot meer optimisme over en inzicht in herstel na depressie. 

 Trainingen Progressiegericht Werken 

Blinde vlek: de herstellende helft wordt genegeerd

De auteurs wijzen erop dat een substantieel deel van de mensen die lijden aan depressie geheel kan herstellen en floreren zonder terug te vallen. Ze halen drie onderzoeken aan die laten zien dat 40 tot 60% van de mensen die eenmaal depressie hebben gehad, volledig herstellen zonder terugval. Deze groep, die dus ongeveer de helft uitmaakt van de mensen die met depressie te maken krijgen in hun leven, wordt volgens Rottenberg et al. door eerdere onderzoekers (Monroe & Harkness, 2012) volledig genegeerd. Dit terwijl juist deze groep heel interessant zou zijn om te onderzoeken. Wanneer we namelijk inzicht krijgen in hoe het bij deze groep gelukt is om depressie geheel te overwinnen en gezond te gaan functioneren, vinden we wellicht sleutels die veel meer mensen die te kampen hebben met depressie zouden kunnen helpen.

Hoe kan de groep herstellers over het hoofd gezien zijn?

De auteurs halen drie redenen aan waarom de groep volledige herstellers, de HFAD-ers (HFAD= high functioning after depression), over het hoofd gezien wordt in onderzoek. De eerste reden is dat deze HFAD-ers vaak niet als proefpersonen in onderzoek terecht komen. Onderzoekers zoeken namelijk bijna altijd naar proefpersonen die tijdens het onderzoek lijden aan depressie. Personen die slechts eenmalig last hebben gehad van een serieuze depressie maar hier volledig van hersteld zijn, hebben hierdoor een kleinere kans om ooit in een onderzoek te worden opgenomen. De tweede reden is dat onderzoekers vrijwel altijd alleen geneigd zijn om de afname van symptomen te meten in plaats van in hoe patiënten functioneren in hun leven. De derde reden is dat onderzoekers weinig nagedacht hebben over hoe goed functioneren na depressie (HFAD) eruit ziet en hoe het gemeten moet worden.

Hoog functioneren na depressie (HFAD)

Rottenberg et al. pleiten ervoor om meer te weten te komen over hoe herstel na depressie eruit ziet en hoe het tot stand komt. Ze stellen voor om te beginnen met het vormen van een heldere definitie van hoe hoog functioneren na depressie eruit ziet. Deze definitie moet verder gaan dan het verdwijnen van de symptomen van depressie. Om te begrijpen hoe mensen kunnen gaan van depressie naar gezond functioneren, moeten we verhelderen wat we bedoelen met floreren (/HFAD) en vervolgens manieren vinden om dit te meten.

De auteurs benadrukken dat de afwezigheid van symptomen niet hetzelfde is als de aanwezigheid van positief functioneren. De aanwezigheid van positief functioneren heeft namelijk een beschermende werking tegen depressie. Het doel moet dus niet (slechts) zijn dat het negatieve (de depressieve symptomen) minder wordt maar (ook) dat het positieve groeit. Deze manier van denken is niet alleen relevant voor (onderzoek naar) depressie maar ook voor (onderzoek naar) allerlei andere vormen van psychopathologie.

Reflectie

De gedachte achter deze publicatie is relatief eenvoudig maar tegelijk heel belangrijk. Hoe we definiëren wat we willen onderzoeken bepaalt onze onderzoeksstrategieën die op hun beurt weer bepalen wat voor soort resultaten we zullen krijgen. Door herstel van depressie niet uitsluitend te definiëren als het afnemen van symptomen maar als het toenemen van positief functioneren, zullen we op een andere manier gaan onderzoeken en zullen we ook andere soorten resultaten gaan vinden. Als we erachter komen hoe het bij een flink deel van de mensen die ooit aan depressie leden, gelukt is om weer goed te gaan functioneren en goed te blijven functioneren, kunnen we mogelijk factoren gaan identificeren die ook een flink deel van de andere helft van de patiënten (de helft die nu niet herstelt) kunnen helpen.

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (14)
  • Bruikbaar (7)