Vygotsky’s Zone van Naaste Ontwikkeling

door | apr 29, 2025 | Invloedrijke psychologen, Progressiegericht werken | 0 Reacties

Vygotsky's Zone van Naaste Ontwikkeling

In het hart van moderne onderwijspsychologie staat een revolutionair idee dat bijna een eeuw geleden werd geformuleerd door de Russische psycholoog Lev Vygotsky. Zijn concept van de Zone van Naaste Ontwikkeling (ZPD) heeft de tijd doorstaan en krijgt steeds meer wetenschappelijke onderbouwing. Recent onderzoek bevestigt en verfijnt Vygotsky’s inzichten, wat belangrijke implicaties heeft voor hoe we leren en ontwikkelen begrijpen.

Wie was Vygotsky?

Lev Vygotsky

Lev Semjonovitsj Vygotsky leefde van 1896 tot 1934, een relatief kort leven dat toch een blijvende impact had op de psychologie. Werkend in de turbulente jaren na de Russische Revolutie ontwikkelde hij een visie op cognitieve ontwikkeling die radicaal verschilde van die van zijn tijdgenoten. Waar bijvoorbeeld Jean Piaget ontwikkeling zag als een individueel, universeel proces, benadrukte Vygotsky hoe sociale interactie en culturele hulpmiddelen onze cognitieve groei vormgeven. Het is opmerkelijk dat Vygotsky’s werk, dat de maakbaarheid van menselijke ontwikkeling via onderwijs en sociale interactie benadrukte, juist door het Stalin-regime werd onderdrukt. Hoewel deze focus op veranderbaarheid aanvankelijk goed leek aan te sluiten bij communistische idealen, botste het in de praktijk met het Sovjet-beleid. Het regime geloofde namelijk in vaste biologische intelligentieverschillen tussen sociale klassen en wantrouwde westerse wetenschappelijke invloeden – twee elementen die centraal stonden in Vygotsky’s theorie. Pas na Stalins dood in 1953 kreeg zijn werk de erkenning die het verdiende.

De kern van de Zone van Naaste Ontwikkeling

Vygotsky’s belangrijke inzicht was dat we iemands ontwikkelingspotentieel niet moeten meten aan wat ze alleen kunnen, maar aan wat ze met de juiste begeleiding kunnen bereiken. Deze Zone van Naaste Ontwikkeling (ZPD) beschrijft het gebied van optimale uitdaging – taken die precies aansluiten bij wat net buiten iemands huidige kunnen ligt, maar mét ondersteuning haalbaar zijn. Dit principe van ‘optimale uitdaging’ vinden we later terug in zowel de zelfdeterminatietheorie (als voorwaarde voor motivatie) als in de Flow-theorie van Csíkszentmihályi. Het concept introduceerde drie fundamentele inzichten die ons denken over leren blijvend hebben veranderd:

  1. dat ontwikkeling sociaal wordt gevormd
  2. dat intelligentie dynamisch is in plaats van vaststaand
  3. dat we meer aandacht moeten besteden aan groeipotentieel dan aan huidige prestatieniveaus

Scaffolding

Deze ondersteuning binnen de Zone van Naaste Ontwikkeling, die wordt geleverd door een ‘meer kundige ander’ (zoals een docent, ouder, coach of zelfs een meer ervaren leeftijdsgenoot), wordt vaak beschreven met het begrip scaffolding. Scaffolding is de tijdelijke, aanpasbare hulp of structuur die wordt geboden om een lerende in staat te stellen een taak of probleem op te lossen dat net buiten het huidige zelfstandige bereik ligt. Net als bij letterlijke bouwsteigers die ondersteuning bieden tijdens de bouw van een gebouw, wordt deze intellectuele ‘steiger’ geleidelijk afgebouwd naarmate de lerende competenter wordt en de taak zelfstandig gaat beheersen. Scaffolding is daarmee de praktische methode om de potentie binnen de ZPD te activeren en leren mogelijk te maken.

Recent onderzoek naar ZPD

De ontwikkeling van Vygotsky’s theorie over de ZPD heeft door de jaren heen talloze onderzoekers geïnspireerd, die de oorspronkelijke focus op de rol van volwassenen of meer ervaren begeleiders (“meer wetende anderen”) hebben verbreed en verdiept. Recent onderzoek toont de blijvende relevantie en brede toepasbaarheid van het concept:

  • Samenwerking tussen leeftijdsgenoten: Al in 1992 liet onderzoek van Tudge zien dat samenwerking tussen kinderen van dezelfde leeftijd (en niet alleen met volwassenen) de ontwikkeling kan stimuleren. Dit past bij Vygotsky’s idee dat “meer kundige leeftijdsgenoten” kunnen helpen bij het leren, en Tudge toonde aan dat samenwerking tussen leerlingen in de klas een effectieve manier is om te leren.

  • Praktische toepassingen in diverse settings: Latere studies bevestigen de waarde van ZPD in specifieke onderwijscontexten. Rubtsov et al. (2022) pasten Vygotsky’s ZPD-idee toe in een speciaal onderwijsprogramma voor kinderen van 6-10 jaar. De resultaten lieten zien dat goed georganiseerde gezamenlijke activiteiten leerlingen hielpen om na te denken en beter te communiceren. Ook in het vakonderwijs wordt ZPD benut; een analyse door Xue (2023) van economieonderwijs in Groot-Brittannië benadrukt scaffolding als nuttig hulpmiddel. Xue betoogt echter dat ZPD méér is dan alleen scaffolding, en dat we ook de invloed van cultuur en geschiedenis moeten meewegen, omdat deze mede bepalen wat een leerling kan bereiken.

  • Theoretische verdieping en bredere kaders: Het concept van ZPD is door de jaren heen ook theoretisch verrijkt. Eun (2019) positioneert de ZPD als een breed, overkoepelend concept dat Vygotsky’s theorieën combineert, met expliciete aandacht voor de invloed van de sociale omgeving, cultuur en geschiedenis – elementen die al door Xue werden aangestipt. Eun verrijkte Vygotsky’s ZPD door nieuwe analysemethoden toe te voegen, zoals semiotiek (hoe symbolen en taal ontwikkeling sturen) en discoursanalyse (hoe gesprekspatronen leren beïnvloeden). Dit werk benadrukt ook de sterke invloed van de schoolomgeving, waar interacties en de verdeling van middelen de leerpotentie van kinderen bepalen.

  • Kritische perspectieven: De flexibiliteit van het ZPD-raamwerk maakt ook kritische toepassingen mogelijk. Leonardo & Manning (2017) ontwikkelden het idee van de “Witte ZPD” om raciale ongelijkheid in ontwikkelingskansen te analyseren. In plaats van het concept direct toe te passen op leren, gebruikten ze het om witte privileges en de ontwikkeling van ideeën hierover te onderzoeken, wat de breedte van het toepassingspotentieel aangeeft.

  • De ZPD toegepast op docenten zelf: Naast het leren van studenten, is er ook onderzoek naar de ZPD van docenten. Shabani et al. (2010) onderzochten methoden voor professionalisering van taalleraren, zoals dagboek bijhouden, samenwerken, onderzoek, praktijkervaring en gesprekken binnen het vakgebied. Ze benadrukten flexibele beoordeling van de docentontwikkeling. Echter, recent onderzoek van Lambright (2023) door middel van een overzichtsstudie naar hoe docenten hun lesvaardigheden leren (hun eigen ‘leerzone’ of ZPD), onthulde dat er nog opvallend weinig concrete gegevens beschikbaar zijn over hoe dit leerproces bij docenten precies verloopt. Van de 13 geanalyseerde studies bevatten slechts 3 meetbare resultaten, wat een lacune in het onderzoek naar de ZPD van de docent zelf blootlegt.

Elk van deze studies bouwt voort op Vygotsky’s kerninzichten terwijl ze het concept verbreden naar nieuwe contexten – van peer-relaties en speciaal onderwijs tot maatschappelijke ongelijkheid en de professionele ontwikkeling van docenten. Samen vormen ze een robuuste empirische basis voor de blijvende relevantie van de ZPD in hedendaags onderwijsonderzoek.

Praktische toepassingen vandaag

De relevantie van Vygotsky’s werk strekt zich uit ver buiten het traditionele klaslokaal. Ook in professionele ontwikkeling blijkt de ZPD waardevol. Uit een  studie van Campione et al. (1984) blijkt dat het inschatten van iemands zone van naaste ontwikkeling betere voorspellingen geeft van toekomstige groei dan traditionele tests, vooral in snel veranderende werkomgevingen. Dit onderstreept hoe ZPD kan helpen om leerpotentieel te herkennen in plaats van alleen vaststaande vaardigheden te meten. Digitale leerplatforms implementeren steeds geavanceerdere scaffolding-algoritmen, geïnspireerd door ZPD-principes (Cai et al., 2024). Onderwijsprofessionals die werken met deze inzichten benadrukken het belang van zorgvuldige observatie om de zone van naaste ontwikkeling van elke lerende te kunnen inschatten.

Toekomstig onderzoek en conclusie

Ondanks de rijke onderzoeksbasis blijven er belangrijke vragen voor toekomstig onderzoek. Hoe kunnen we digitale scaffolding verder optimaliseren? Zijn er culturele variaties in hoe ZPD het beste werkt? En hoe kunnen we deze principes toepassen op niet-cognitieve ontwikkelingsdomeinen? Wat duidelijk blijkt uit decennia van onderzoek is dat Vygotsky’s inzichten niet alleen theoretisch robuust zijn, maar ook praktisch waardevol. Ze bieden onderwijsprofessionals, opleiders en beleidsmakers een wetenschappelijk onderbouwd kader om ontwikkeling te begrijpen en te bevorderen. In een tijd waarin we steeds meer inzicht krijgen in hoe leren werkt, blijkt Vygotsky’s visie verrassend modern en relevant.

ZPD en Progressiegericht Werken

In het hart van zowel Vygotsky’s theorie van de Zone van Naaste Ontwikkeling (ZPD) als de praktijk van progressiegericht werken ligt een fundamenteel gedeeld inzicht: ontwikkeling is een dynamisch, sociaal proces dat zich voltrekt in de interactie tussen wat iemand al zelfstandig kan en het potentieel dat met passende ondersteuning bereikbaar wordt. Beide benaderingen verwerpen daarmee de notie van intelligentie als een statisch, vaststaand gegeven en richten zich volledig op groei en ontplooiing van aanwezige capaciteiten.

De Zone van Naaste Ontwikkeling beschrijft het gebied van optimale uitdaging – taken of vaardigheden die net buiten iemands huidige zelfstandige kunnen liggen, maar mét passende ondersteuning wel bereikbaar zijn. Progressiegericht werken positioneert zich doelbewust binnen deze zone en gebruikt concrete methoden om deze te verkennen en er stappen in te zetten. Een treffend en veelgebruikt voorbeeld is de cirkeltechniek, een visuele en interactieve methode die zowel individueel als met teams kan worden ingezet. Dit proces begint met het definiëren van een relevant onderwerp en het identificeren van de reeds geboekte progressie (vaak geplakt in de binnencirkel) – dit representeert nauwkeurig het actuele ontwikkelingsniveau van waaruit men vertrekt. Vervolgens wordt de nog te bereiken progressie, de gewenste stappen voorwaarts, verkend en genoteerd (geplakt in de buitencirkel). Deze buitencirkel markeert de grens van de Zone van Naaste Ontwikkeling: de verzameling van gedragingen, vaardigheden of denkwijzen die op dit moment nog niet bereikt zijn. De belangrijke stap binnen de ZPD, en het hart van de cirkeltechniek, is het selecteren van één specifieke volgende actiestap uit de buitencirkel en het formuleren van een concreet plan om deze te zetten. De progressiegerichte professional levert tijdens dit proces de nodige scaffolding – bijvoorbeeld door verdiepende vragen te stellen die helpen bij het concretiseren, te ondersteunen bij het maken van het plan of het bieden van structuur – om de lerende in staat te stellen deze stap, die net buiten het huidige zelfstandige bereik ligt, succesvol te maken en te verplaatsen naar de binnencirkel van behaalde progressie.

Dit proces is niet alleen effectief voor cognitieve of vaardigheidsontwikkeling; het voedt ook fundamentele psychologische behoeften, zoals beschreven in de zelfdeterminatietheorie. Door zelf richting te geven aan de gewenste progressie en keuzes te maken in het traject, ervaart de persoon autonomie. Wanneer behaalde tussendoelstellingen – de post-its die van de buitencirkel naar de binnencirkel verhuizen – bevestigen dat nieuwe vaardigheden binnen bereik liggen, wordt het gevoel van competentie versterkt. En in de ondersteunende, dialogische relatie met de coach of met teamgenoten, die essentieel is voor effectieve ZPD-interactie, wordt de behoefte aan verbondenheid vervuld. Vygotsky benadrukte al dat sociale interactie de motor is van ontwikkeling; moderne motivatiewetenschap via SDT laat zien dat deze interactie pas optimaal effectief is wanneer zij tegemoetkomt aan deze basisbehoeften – een synergie die door onderzoek naar zowel ZPD als SDT wordt bevestigd.

Tegelijkertijd versterkt elke succeservaring binnen de ZPD, die plaatsvindt met passende ondersteuning, de groeimindset – de overtuiging dat capaciteiten door inspanning en feedback ontwikkelbaar zijn. Progressiegericht werken erkent expliciet de kracht van deze mindset en draagt actief bij aan de ontwikkeling ervan. Door taken of stappen steeds nét boven het huidige niveau te positioneren (in de buitencirkel van de ZPD), progressie (naar de binnencirkel) te benoemen en successen te bevestigen, en door fouten te zien als leermomenten, bouwt de progressiegerichte begeleider aan een leercultuur die geloof in ontwikkelbaarheid voedt.

Conclusie

Kortom, progressiegericht werken is in veel opzichten een krachtige, praktische vertaling van Vygotsky’s dynamische visie op ontwikkeling en de Zone van Naaste Ontwikkeling. Door doelbewust te opereren in deze zone, concreet geïllustreerd door methoden zoals de cirkeltechniek, slim gebruik te maken van scaffolding, en daarbij consequent de psychologische basisbehoeften uit de Zelfdeterminatietheorie te voeden en een groeimindset te stimuleren, creëert de progressiegerichte professional een optimale context voor duurzame, zelfgestuurde progressie. De recente onderzoeksbevindingen over ZPD, scaffolding, sociale interactie, autonome motivatie en mindset bieden hiervoor een stevig wetenschappelijk fundament én rijke aanwijzingen voor effectieve praktijken in uiteenlopende domeinen van menselijke ontwikkeling.

Literatuur

  1. Cai, L., Msafiri, M. M., & Kangwa, D. (2024). Exploring the impact of integrating AI tools in higher education using the Zone of Proximal Development. Education and Information Technologies, 30, 7191–7264. https://doi.org/10.1007/s10639-024-12577-3
  2. Campione, J. C., Brown, A. L., Ferrara, R. A., & Bryant, N. R. (1984). The zone of proximal development: Implications for individual differences and learning. New Directions for Child and Adolescent Development, 1984(23), 77-92. https://doi.org/10.1002/cd.23219842307
  3. Eun, B. (2019). The zone of proximal development as an overarching concept: A framework for synthesizing Vygotsky’s theories. Educational Philosophy and Theory, 51(1), 18–30. https://doi.org/10.1080/00131857.2017.1421941
  4. Irshad, S., Maan, M. F., Batool, H., & Hanif, A. (2021). Vygotsky’s Zone of Proximal Development (ZPD): An evaluative tool for language learning and social development in early childhood education. Multicultural Education, 7(6). https://doi.org/10.5281/zenodo.4940172
  5. Kusmaryono, I., Jupriyanto, & Kusumaningsih, W. (2021). Construction of students’ mathematical knowledge in the Zone of Proximal Development and Zone of Potential Construction. European Journal of Educational Research, 10(1), 341–351. https://doi.org/10.12973/eu-jer.10.1.341
  6. Lambright, K. (2023). The Effect of a Teacher’s Mindset on the Cascading Zones of Proximal Development: A Systematic Review. Technology, Knowledge and Learning. https://doi.org/10.1007/s10758-023-09696-0
  7. Leonardo, Z., & Manning, L. (2017). White historical activity theory: Toward a critical understanding of white zones of proximal development. Race Ethnicity and Education, 20(1), 15–29. https://doi.org/10.1080/13613324.2015.1100988
  8. Liera, R. (2023). Expanding Faculty Members’ Zone of Proximal Development to Enact Collective Agency for Racial Equity in Faculty Hiring. The Journal of Higher Education, 94(5), 766–791. https://doi.org/10.1080/00221546.2023.2195769
  9. Nicholas, M., Veresov, N., & Cripps Clark, J. (2021). Guided reading – Working within a child’s zone of proximal development. Learning, Culture and Social Interaction, 30, 100530. https://doi.org/10.1016/j.lcsi.2021.100530
  10. Rubtsov, V., Isaev, E., & Konokotin, A. (2022). Learning Activity as The Zone of Proximal Development of Reflexive and Communicative Abilities of Children Aged 6–10 Years. *Cultural-Historical Psychology, 18*(1), 51–61. https://doi.org/10.17759/chp.2022180103
  11. Sage, K. (2022). Zone of Proximal Development. In Routledge Resources Online – Psychology in the Real World. https://doi.org/10.4324/9780367198459-REPRW163-1
  12. Shabani, K., Khatib, M., & Ebadi, S. (2010). Vygotsky’s Zone of Proximal Development: Instructional Implications and Teachers’ Professional Development. English Language Teaching, 3(4), 237–248. https://doi.org/10.5539/elt.v3n4p237
  13. Tudge, J. (1992). Vygotsky, the zone of proximal development, and peer collaboration: Implications for classroom practice. In L. Moll (Ed.), Vygotsky and Education (pp. 155–172). Cambridge University Press. https://doi.org/10.1017/CBO9781139173674.008
  14. Xi, J., & Lantolf, J. P. (2020). Scaffolding and the zone of proximal development: A problematic relationship. Journal of the Theory of Social Behaviour, 50(1), 123–141. https://doi.org/10.1111/jtsb.12260
  15. Xue, Z. (2023). Exploring Vygotsky’s Zone of Proximal Development in Pedagogy: A Critique of a Learning Event in the Business/Economics Classroom. International Journal of Education and Humanities, 9(3), 1–9. https://doi.org/10.54097/ijeh.v9i3.10506
Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (1)
  • Bruikbaar (1)

0 reacties

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

 

Voeg je bij 544 andere abonnees
 

► UPDATES & REACTIES

  1. Coert Visser
  2. Coert Visser
  3. Coert Visser
  4. Coert Visser
  5. Coert Visser
  6. Coert Visser
  7. Coert Visser
  8. Coert Visser