Microklimaten in de klas doelstructuren en docentenmindsets

Recent onderzoek (Woznicki et al., 2023) onderzoekt de vorming van microklimaten in de klas binnen STEM-opleidingen. Deze studie keek naar hoe de doelstructuren van cursussen en de mindsets van docenten bijdragen aan deze microklimaten en hun impact op studentenpercepties en -ervaringen.

Trainingen Progressiegericht Werken

Achtergrond van het onderzoek

Dit onderzoek richt zich op ‘motivationele microklimaten’, gevormd door studentenpercepties over doelstructuren en docentmindsets. Deze microklimaten hebben een aanzienlijke invloed op academische uitkomsten. De onderzoekers concentreerden zich op twee sleutelgebieden: de waargenomen doelstructuren van een cursus en de waargenomen mindset van docenten.

Vier dimensies van studentenmicroklimaten

De onderzoekers onderzochten de volgende vier dimensies van studentenmicroklimaten:

DoelstructurenWaargenomen Docentmindsets
Beheersingsdoelstructuur

Een focus op leren en verbeteren, waarbij fouten gezien worden als leermogelijkheden.

Groeimindset (Docent)

Een geloof in de ontwikkelbaarheid van intelligentie door inspanning en leren.

Prestatiedoelstructuur

Gericht op het demonstreren van competentie, vaak resulterend in competitie en nadruk op talent.

Statische Mindset (Docent)

De perceptie dat de docent gelooft in onveranderlijke intelligentie.

Studie 1: analyse van motivationele microklimaten

Deze studie werd uitgevoerd met een steekproef van 231 studenten. De focus lag op het analyseren van de consensus binnen de klas over de waargenomen beheersings- en prestatiedoelstructuren, en de waargenomen mindset van de docent. De onderzoekers onderzochten de correlaties tussen deze aspecten en hoe ze de motivatie, het gevoel van verbondenheid en andere factoren bij studenten uniek voorspellen.

Uit de resultaten bleek dat er binnen de klas een significante consensus bestond over deze motivationele klimaatvariabelen.

  • Interessant was dat de waargenomen statische mindset van de docent positief geassocieerd was met de door studenten waargenomen kosten (zoals tijdsinvestering, emotionele lasten) en negatief met de waargenomen waarde van de cursus.
  • De waargenomen beheersingsdoelstructuur waren daarentegen positief geassocieerd met de waargenomen waarde en het gevoel van verbondenheid, en negatief met de waargenomen kosten.
  • De waargenomen prestatiedoelstructuur was positief geassocieerd met kosten en negatief met verbondenheid.

Studie 2: uitbreiding van het onderzoek

Studie 2, met 483 deelnemers, bouwde voort op de bevindingen van de eerste studie. In deze studie gebruikten de onderzoekers verfijnde meetmethoden om de waargenomen mindsets van de docent te meten. Ook werden meer variabelen toegevoegd voor het meten van psychologische kwetsbaarheid en zelfregulerend gedrag, evenals extra demografische variabelen.

De resultaten van deze studie lieten zien dat de vier dimensies van de studentenmicroklimaten bleken onderscheidend maar gerelateerd te zijn. Elk van deze dimensies was belangrijk voor de verschillende uitkomsten, behalve voor zelfgerapporteerd uitstelgedrag.

  • Zo was de waargenomen beheersingsdoelstructuur positief geassocieerd met verwachting, intrinsieke waarde, prestatiewaarde, nuttigheidswaarde, gevoel van verbondenheid, en zelfhandicapping, maar negatief met kosten.
  • De waargenomen prestatiedoelstructuur was positief geassocieerd met kosten, evaluatieve zorgen, impostergevoelens, angst voor hulp zoeken en zelfhandicapping, maar negatief met verwachting, intrinsieke waarde, nuttigheidswaarde, gevoel van verbondenheid en eindcijfers.

Samenvatting bevindingen

  • Waargenomen beheersingsdoelstructuren waren positief geassocieerd met studentenmotivatie, waarde en verbondenheid.
  • Waargenomen prestatiedoelstructuren waren gerelateerd aan verhoogde psychologische kwetsbaarheid en negatief geassocieerd met verwachting en intrinsieke waarde van de studenten.
  • Waargenomen statische mindset van docenten hing samen met hogere waargenomen kosten en een lagere waargenomen waarde van de cursus door studenten.
  • De waargenomen groeimindset van docenten was in het onderzoek niet direct geassocieerd met specifieke studentenuitkomsten.

Implicaties

Om de bevindingen uit dit onderzoek toe te passen in het onderwijs, kunnen scholen en docenten overwegen:

  1. Bevordering van beheersingsdoelstructuren: Aangezien de waargenomen beheersingsdoelstructuren sterk positief geassocieerd zijn met studentenmotivatie, waarde en verbondenheid, kunnen docenten strategieën ontwikkelen die deze aspecten benadrukken. Dit kan inhouden dat ze zich richten op het leerproces, persoonlijke verbetering en het begrip van de stof, en dat ze een omgeving creëren waarin fouten worden gezien als kansen om te leren.
  2. Minder nadruk op prestatiedoelstructuren: Gezien de negatieve associatie van waargenomen prestatiedoelstructuren met de verwachting en intrinsieke waarde van studenten en de positieve relatie met psychologische kwetsbaarheid, is het belangrijk voor docenten om te overwegen hoe ze prestatiedruk kunnen verminderen. Een van de manieren om dit te doen is door minder nadruk te leggen op competitie en vergelijkingen tussen studenten.
  3. Aandacht voor docentmindset: Hoewel de waargenomen groeimindset van docenten niet direct gerelateerd was aan specifieke studentenuitkomsten in het onderzoek, wijst de negatieve associatie van de waargenomen statische mindset van docenten met de waargenomen waarde van de cursus op het belang van hoe docenten hun overtuigingen over leren en intelligentie communiceren. Vooral van belang lijkt te zijn om docentgedragingen te voorkomen die een statische mindset opwekken. (Zie het onderste gedeelte in deze checklist).
  4. Reflectie en Training voor Docenten: Moedig docenten aan om te reflecteren op hun eigen mindset en onderwijspraktijken. Organiseer professionaliseringsmogelijkheden om strategieën te ontwikkelen die een meer beheersingsgerichte en minder prestatiegerichte leeromgeving bevorderen.
Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (0)
  • Bruikbaar (0)