Wanneer mensen een test moeten maken in het kader van bijvoorbeeld een sollicitatie dan wordt hen soms gevraagd om hun etniciteit of ras aan te vinken op een formulier. Ik ben sceptisch over hoe betekenisvol en nuttig het is om mensen te categoriseren op een dergelijke manier en ik denk dat het in veel gevallen meer kwaad dan goed doet. Naar mijn inzicht is de kans niet alleen groot dat degene die de test moet maken er negatief door beïnvloed wordt (en slechter gaat presteren) maar ook dat degene die testprestatie moet beoordelen er negatief door beïnvloed wordt en minder objectief gaat beoordelen. Ik zal uitleggen waarom.
1. De prestatie kan eronder lijden
Veel onderzoeken naar het fenomeen stereotype threat hebben laten zien dat het vragen aan mensen om hun etniciteit te noemen in een beoordelingssituatie negatieve stereotyperen over hun eigen etniciteit kan activeren waardoor hun testprestatie ondermijnd wordt. Het feit dat degene die de test maakt op dat moment bewust wordt herinnerd aan de negatieve stereotypering leidt de persoon af van de taak waardoor de prestatie minder goed wordt. Je kunt hier, hier, hier en hier meer lezen over stereotype threat.
2. De beoordeling kan eronder lijden
Een nieuw onderzoek suggereert dat het noemen van de etniciteit van degene die de test heeft gemaakt vooroordelen kan activeren in de beoordelaar waardoor de objectiviteit van de beoordeling ondermijnd wordt. In dit artikel van Nextions wordt een experiment beschreven dat werd gedaan in vijf advocatenkantoren. Een nep-onderzoeksmemo werd opgesteld waarin een aantal fouten werden gestopt. Het memo werd verspreid onder 60 partners van de advocatenkantoren met het verzoek om het te beoordelen op een 5-puntsschaal. Alle partners ontvingen hetzelfde fictieve memo. Aan de helft werd verteld dat de auteur van het memo Afro-Amerikaans was; de andere helft kreeg te horen dat de auteur blank was (‘Caucasian’). Er was een significant verschil in de beoordeling door de twee groepen. De gemiddelde beoordeling was de groep die dacht dat de auteur Afro-Amerikaans was was 3,2; de gemiddelde score van de groep die dacht dat het om een blanke auteur ging was 4,1. De kwalitatieve commentaren die de beoordelaars bij het memo hadden gegeven waren ook positiever in de blank-conditie dan in de Afro-Amerikaans-conditie.
Zoals het Nextions-artikel zegt: “Er zijn wijdverspreide raciaal-gebaseerde percepties over schrijfcapaciteiten die onbewust onze vermogen beïnvloeden om objectief de geschriften van advocaten te beoordelen… Deze wijdverspreide percepties vertalen zich in een confirmatory bias op manieren die beïnvloeden hoe we juridische geschriften beoordelen. We zien meer fouten wanneer we meer fouten verwachten, en we zien minder fouten wanneer we minder fouten verwachten. (Lees hier meer details).
Daarom: ik betwijfel het nut en de betekenisvolheid van het noemen of laten noemen van etniciteit in assessmentsituaties en denk dat het waarschijnlijk meer kwaad dan goed zal doen.
0 reacties