We zien intelligentie vaak als de bron van progressie en innovatie. Maar Robert Sternberg laat in een nieuw artikel zien dat intelligentie niet per definitie goed is. In zijn artikel “Dark Intelligence: When the Possibility of 1984 Becomes Reality” introduceert hij het concept ‘dark intelligence’. In dit artikel zal ik deze term aanpassen naar ‘kwaadaardige intelligentie‘ (zie uitleg hieronder). Bij kwaadaardige intelligentie wordt intelligentie niet ingezet voor het welzijn van de samenleving, maar voor schadelijke en zelfs kwaadaardige doeleinden. Zijn werk roept vragen op over de ethische kant van intelligentie en de verantwoordelijkheid die gepaard gaat met cognitieve vermogens.
Betere term: kwaadaardige intelligentie
Het gebruik van “donker” om iets negatiefs te beschrijven kan onbewust problematische connotaties oproepen en bestaande stereotypen versterken. Om dit te vermijden, is het beter om neutralere termen te gebruiken. In plaats van “donkere intelligentie” spreek ik daarom liever van “kwaadaardige intelligentie”, wat duidelijk verwijst naar schadelijke bedoelingen zonder negatieve associaties met het woord “donker.” (Dank aan Marcel van Mousch die me op het idee bracht om een alternatieve term te gebruiken).
Wat is kwaadaardige intelligentie?
Kwaadaardige (“Dark”) intelligentie, zoals gedefinieerd door Sternberg, is het gebruik van analytische vaardigheden, creativiteit en praktische intelligentie voor onethische of schadelijke doeleinden. Dit concept wijkt af van de gebruikelijke kijk op intelligentie, die intelligentie ziet als een eigenschap die alleen kan worden gebruikt voor goede of neutrale doelen. Sternberg benadrukt dat dezelfde vaardigheden die bijdragen aan wetenschappelijke ontdekkingen en sociale progressie ook kunnen worden ingezet om manipulatie, onderdrukking en zelfs destructie te bevorderen.
Psychologische en sociologische implicaties
- Psychologisch gezien biedt kwaadaardige intelligentie individuen de mogelijkheid om hun intellectuele capaciteiten in te zetten voor zelfzuchtige en destructieve doeleinden. Dit kan worden gezien bij leiders met machiavellistische of psychopathische persoonlijkheidskenmerken die hun cognitieve vaardigheden gebruiken om anderen te manipuleren en te onderdrukken. Dit heeft verregaande gevolgen voor interpersoonlijke relaties, waar vertrouwen en eerlijkheid worden ondermijnd door egoïstische intellectuele strategieën.
- Sociologisch gezien kan kwaadaardige intelligentie bijdragen aan de destabilisatie van samenlevingen door het bevorderen van ongelijkheid, het versterken van autoritaire regimes en het verspreiden van desinformatie. Individuen of groepen die kwaadaardige intelligentie gebruiken, kunnen sociale structuren vervormen om hun eigen macht te vergroten, wat kan leiden tot meer sociale verdeeldheid en polarisatie.
Manifestaties van kwaadaardige intelligentie
Kwaadaardige intelligentie manifesteert zich op verschillende manieren in de samenleving:
- Politieke manipulatie: Leiders die hun intellect gebruiken om populaties te manipuleren, polarisatie te creëren en macht te consolideren, zijn voorbeelden van hoe kwaadaardige intelligentie kan worden ingezet om controle te behouden ten koste van democratische waarden en sociale cohesie.
- Zakelijke uitbuiting: In de bedrijfswereld zien we kwaadaardige intelligentie in de vorm van slimme, maar ethisch verwerpelijke praktijken zoals belastingontduiking, monopolisering van markten, of uitbuiting van werknemers, allemaal in het belang van winstmaximalisatie.
- Gevaarlijke innovaties: Innovaties zoals kunstmatige intelligentie en big data kunnen worden gebruikt om gedrag te manipuleren, privacy te schenden of zelfs schadelijke technologieën te ontwikkelen die voor onderdrukking en controle worden ingezet.
Relatie met andere concepten
Kwaadaardige intelligentie vertoont sterke overeenkomsten met concepten zoals Machiavellisme, psychopathie en narcisme. Personen met deze persoonlijkheidskenmerken kunnen kwaadaardige intelligentie gebruiken om hun doelen te bereiken zonder rekening te houden met de ethische implicaties van hun acties. Dit maakt kwaadaardige intelligentie tot een krachtig instrument in de handen van degenen die macht en controle nastreven, vaak ten koste van anderen.
Wetenschappelijke en onderwijskundige implicaties
De opkomst van kwaadaardige intelligentie werpt vragen op over hoe we intelligentie meten en waarderen. Traditionele IQ-tests en andere meetinstrumenten houden geen rekening met de ethische dimensie van intelligentie. Dit betekent dat iemand met een hoge intelligentie ook een hoog potentieel kan hebben voor kwaadaardige intelligentie, iets wat niet wordt gemeten door conventionele methoden.
In het onderwijs ligt de nadruk vaak op het ontwikkelen van cognitieve vaardigheden, zonder voldoende aandacht voor ethiek en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Kwaadaardige intelligentie benadrukt de noodzaak om een evenwicht te vinden tussen het cultiveren van intellectuele capaciteiten en het onderwijzen van morele en ethische waarden.
De relatie tussen kwaardaardige en goedaardige intelligentie
Kwaadaardige intelligentie en goedaardige intelligentie zijn twee kanten van dezelfde medaille. Waar goedaardige intelligentie gericht is op het bevorderen van positieve uitkomsten voor het individu en de samenleving, kan kwaadaardige intelligentie dezelfde vaardigheden gebruiken voor schadelijke doeleinden. Het is belangrijk om te begrijpen dat deze twee vormen van intelligentie met elkaar verweven zijn en dat het mogelijk is voor individuen om beide soorten intelligentie te bezitten en te gebruiken afhankelijk van de situatie.
Ethische implicaties
Het concept van kwaadaardige intelligentie roept ethische vragen op. Hoe moeten wetenschappers en beleidsmakers omgaan met de studie en toepassing van intelligentie wanneer deze kan worden misbruikt? De uitdaging ligt in het bevorderen van een cultuur van kritische reflectie en ethisch verantwoord gebruik van cognitieve vaardigheden. Het is belangrijk te erkennen dat intelligentie potentieel gevaarlijk is wanneer het wordt losgekoppeld van ethische overwegingen.
Maatschappelijke impact en toekomstperspectief
De erkenning van kwaadaardige intelligentie dwingt ons om na te denken over hoe we intelligentie in onze samenleving waarderen en cultiveren:
- Onderwijs: Onderwijs moet niet alleen gericht zijn op het verhogen van cognitieve vaardigheden, maar ook op het ontwikkelen van een sterke ethische basis.
- Technologie: Technologiebedrijven en beleidsmakers moeten nadenken over hoe innovaties kunnen worden gecontroleerd om misbruik te voorkomen.
- Samenleving: Samenlevingen moeten leren zich te beschermen tegen de negatieve gevolgen van kwaadaardige intelligentie door bewustzijn te creëren en proactieve beleidsmaatregelen te nemen.
Conclusie
Kwaadaardige intelligentie is een complex en uitdagend concept dat ons dwingt verder te kijken dan traditionele opvattingen over intelligentie. Het benadrukt dat intelligentie niet alleen een instrument is voor progressie; het kan ook een wapen zijn. Sternbergs werk daagt ons uit om de verantwoordelijkheden te heroverwegen die gepaard gaan met intellectuele capaciteiten en om ervoor te zorgen dat intelligentie wordt ingezet voor het welzijn van de samenleving als geheel.
► Als samenleving moeten we niet alleen streven naar het cultiveren van intelligentie, maar ook naar de wijsheid om deze op een positieve manier in te zetten. Het is aan ons om de ethische toepassing van intelligentie te bewaken, zodat het een kracht kan worden voor een rechtvaardige en duurzame wereld.
Het gebruik van de term “donker” voor iets slechts kan weer onbewuste connotaties oproepen die problematisch kunnen zijn. Het koppelen van “donker” aan negatieve eigenschappen versterkt stereotiepe associaties die in veel culturen bestaan, waarbij donker geassocieerd wordt met het kwaad en licht met het goede. Dit kan onbedoeld bijdragen aan vooroordelen.
Om deze onbewuste connotaties te vermijden, zouden we een neutralere term kunnen gebruiken. In plaats van “donkere intelligentie” zou je bijvoorbeeld kunnen spreken van “schadelijke intelligentie” of “destructieve intelligentie.” Deze termen beschrijven duidelijk dat het gaat om het gebruik van intelligentie voor schadelijke of destructieve doelen, zonder de negatieve associaties die gepaard gaan met het woord “donker.”
Bedankt voor je waardevolle suggestie, Marcel. Ik heb het artikel aangepast en pleit er nu in voor de term kwaadaarige intelligentie.
Open link ► Dit artikel van Sternberg, Wong en Baydil (2024) laat zien dat wetenschappelijke wijsheid belangrijk is voor zowel wetenschappers als studenten die een carrière in de wetenschappen nastreven. Wetenschappelijke wijsheid (het ethisch toepassen van kennis en vaardigheden ten dienste van het algemeen belang) verschilt van analytische intelligentie en wetenschappelijk redeneren. De auteurs baseren hun onderzoek op de balanstheorie van wijsheid en ontwikkelden de schaal voor wetenschappelijke wijsheid om reflectie op de lange- en kortetermijnimplicaties van wetenschappelijke innovaties te meten. Het artikel benadrukt dat onderwijsinstellingen niet alleen analytisch redeneren en creativiteit moeten bevorderen, maar ook wetenschappelijke wijsheid, omdat dit essentieel is voor het oplossen van maatschappelijke uitdagingen en het verbeteren van de wereld.