Er zijn aanvullende aanwijzingen dat de behoefte aan nieuwheid een basisbehoefte is. In 2016 stelden González-Cutre et al. de behoefte aan nieuwheid (novelty) voor als een nieuwe universele psychologische basisbehoefte (in aanvulling op de bekende drie basisbehoeften zoals de zelfdeterminatietheorie die kent). Deze auteurs stelden namelijk via factoranalyse vast dat de behoefte aan nieuwheid weliswaar gerelateerd was aan de bekende drie basisbehoeften maar ook onderscheiden van deze drie was. Bovendien stelden zij vast dat de behoefte aan nieuwheid geassocieerd is met levenstevredenheid en met intrinsieke motivatie. Diverse andere onderzoeken, zoals Birdsell (2018) en González-Cutre & Sicilia (2019) wezen ook in de richting van behoefte aan nieuwheid als basisbehoefte. In dit recente artikel vat ik nieuw onderzoek samen van (Bagheri & Milyavskaya, 2019) die nieuw bewijs aanleveren voor de status van behoefte aan nieuwheid als basisbehoefte.
Aanleidingen om te vermoeden dat nieuwheid ook een basisbehoefte is
In een nieuw onderzoek leveren González-Cutre et al., (2019) nieuw bewijs voor de behoefte aan nieuwheid als basisbehoefte. Zij beginnen hun paper met de observatie dat het bezig zijn met nieuwe ervaringen, het aangaan van nieuwe relaties, het bezoeken van nieuwe plekken e.d. plezier, energie en tevredenheid kunnen opleveren ongeacht hoe oud je bent. Ze merken op dat het zoeken naar nieuwheid door Ryan & Deci, grondleggers van de zelfdeterminatietheorie, altijd al is beschreven als een inherent kenmerk van intrinsieke motivatie. Maar Ryan & Deci hebben alleen twee andere kenmerken, autonomie en competentie beschouwd als basisbehoeften en niet nieuwheid. De vraag ligt daarom voor de hand of nieuwheid niet ook als een basisbehoefte dient te worden gezien.
Criteria voor basisbehoeften
Ryan & Deci (2017) formuleerden 6 criteria om te kunnen spreken van een universele psychologische basisbehoefte. Ten eerste moet de bevrediging van de kandidaat-basisbehoefte samenhangen met psychologische integriteit, gezondheid en welzijn, terwijl de frustratie van de behoefte negatief moet samenhangen met deze positieve uitkomsten en positief moet correleren met je slecht voelen en slecht functioneren. Ten tweede moet de definitie van de kandidaat-basisbehoefte duidelijk aangeven welke ervaringen en gedragingen leiden tot welzijn. Ten derde moet de kandidaat-basisbehoefte een consistente mediator zijn tussen sociale en persoonlijke factoren aan de ene kant en motivatie en welzijn aan de andere kant.
Ten vierde moet de kandidaat-basisbehoefte een groeibehoefte zijn die gezamenlijk werkt met de andere basisbehoeften in plaats van een deficit-behoefte die alleen werkt wanneer de andere basisbehoeften gefrustreerd zijn. Ten vijfde moet de kandidaat-basisbehoefte voorafgaan aan intrinsieke motivatie en organismische integratie en niet er een gevolg van zijn. Ten zesde moet de kandidaat-basisbehoefte werkzaam zijn ongeacht de leeftijd en cultuur van de persoon en ook ongeacht of de persoon zegt de behoefte belangrijk te vinden.
Definitie van de behoefte aan nieuwheid
De auteurs definiëren de behoefte aan nieuwheid als het inherente verlangen om op zoek te gaan en ons bezig te houden met nieuwe activiteiten, nieuwe sensaties te voelen en nieuwe contexten en situaties te ervaren. In tegenstelling tot Bagheri & Milyavskaya (2019) onderscheiden zij de begrippen nieuwheid en variatie van elkaar.
Het onderzoek
In twee studies onderzoeken de auteurs de relatie tussen de behoefte aan nieuwheid met adaptieve uitkomsten (zoals welbevinden en vitaliteit), het mediërende effect van de behoefte aan nieuwheid en in hoeverre er een modererend effect is van het gerapporteerde belang. In het eerste onderzoek (N=303) vonden ze een klein uniek effect van de behoefte aan nieuwheid op autonome motivatie en welbevinden (bovenop het effect van de drie bekende basisbehoeften). Verder demonstreerden ze het mediërende effect van autonome motivatie in de relatie tussen de vervulling van de behoefte aan nieuwheid en welzijn. Ook vonden ze dat het gerapporteerde belang geen moderator was van de relatie tussen behoeftebevrediging en welzijn.
In de tweede studie (N=598) vonden ze dat de bevrediging van de behoefte aan nieuwheid positief en de frustratie ervan negatief geassocieerd was met vitaliteit, levenstevredenheid en betekenis in het leven (bovenop de relatie van de andere drie basisbehoeften ermee). Verder vonden ze geen modererend effect van gerapporteerd belang maar verrassenderwijs wel de persoonlijkheidsvariabele openheid voor ervaringen.
Discussie
Gaandeweg komt er steeds wat meer bewijs voor de veronderstelling dat de behoefte aan nieuwheid (/variatie) een universele psychologische basisbehoefte is. Er is in ieder geval, lijkt mij, voldoende aanleiding om deze variabele te gaan meenemen in de vele onderzoeken die plaatsvinden binnen de zelfdeterminatietheorie.
0 reacties