Harald Merckelbach, hoogleraar rechtspsychologie heeft een interessant en toegankelijk boek geschreven over zijn werk: Intuïtie maakt meer kapot dan je lief is. Het boek laat zien hoe belangrijk het is in de rechtspraak om op een hyperbewuste manier te komen tot oordelen. Maar rechters zijn ook maar mensen met dezelfde morele intuïties als wij allemaal. Merckelbach stelt dat rechters op allerlei manieren maatregelen moeten nemen om zich niet te laten verleiden tot intuïtieve oordelen waarop ze hun uitspraken baseren.
Trainingen Progressiegericht Werken |
Waarom het komen tot juiste oordelen zo lastig is
In ieder hoofdstuk beschrijft hij interessante voorbeelden van hoe lastig het kan zijn om tot goede rechterlijke uitspraken te komen. Is de verdachte wel echt schuldig? Is hij wel toerekeningsvatbaar? Zijn verklaringen van deskundigen op het gebied van leugendetectie, vingerafdrukken, schriftanalyse, psychiaters, neurologen, en dergelijke wel betrouwbaar? Helpt het om verdacht onder ede te verhoren? Welk rol spelen valse aangiften en valse bekentenissen? Kan het zijn dat de dader in paniek handelde en zijn daad geheel vergeten is? Kan het zijn dat de dader zijn daad pleegde omdat hij stemmen hoorde? Pleit hem dit vrij? En hoe weten we of hij niet liegt over het horen van stemmen? En pleit dronkenschap iemand vrij van het plegen van een misdaad? Of het hebben van een hersenaandoening?
Interessant boek, belangrijk onderwerp
Terwijl ik meestal niet zo’n liefhebber ben van boeken met veel casuïstiek vond ik het in dit boek geen enkel probleem dat er veel casuïstiek in voorkwam. De casussen worden levendig en interessant beschreven. Elke keer als er een verdachte wordt opgevoerd in een hoofdstuk vraag je je af als lezer: “En… zou hij het gedaan hebben?” Het is interessant om te lezen welke vernuftige technieken er soms beschreven worden om bijvoorbeeld te bepalen of je te maken hebt met iemand die symptomen simuleert dan wel met iemand die echt een aandoening heeft die hem ontoerekeningsvatbaar maakt. Merckelbach noemt niet alleen cases waarin de verdachte onschuldig bleek te zijn maar ook veel voorbeelden waarin de verdachte juist een simulant bleek te zijn. Ook noemt Merckelbach niet alleen voorbeelden waarin hij als held-getuigedeskundige licht in de complexe zaak wist te brengen. Sterk is dat hij ook meerdere voorbeelden noemt waarin hij zelf de plank heeft misgeslagen en reflecteert op wat er misging in die situaties.
Wat hebben we over voor de rechtstaat?
Het hebben van een goed rechtssysteem is een van de belangrijkste pijlers onder onze beschaving. In het laatste hoofdstuk werpt Merckelbach de vraag op: Wat hebben we over voor de rechtstaat? Hij noemt enkele zorgwekkende feiten. Hij beschrijft dat politie, officieren van justitie te maken hebben met een grote werkdruk die het lastig maakt om zorgvuldig te blijven werken. Een heel vergelijkbaar land als Duitsland beschikt over 20 rechters per honderdduizend inwoners; Nederland over ongeveer 10. In Duitsland zijn er 302 politiemensen per honderdduizend inwoners; in Nederland 213. Dit boek gelezen hebbend denk ik dat het heel belangrijk is om als maatschappij flink te investeren in ons justitiële apparaat. We moeten meer overhebben voor onze rechtsstaat dan we nu opbrengen.
0 reacties