Zelfdeterminatietheorie en de hersenen

Op deze site heb ik al vaak aandacht besteed aan de zelfdeterminatietheorie. Talloze onderzoeken hebben laten zien dat het kunnen maken van autonome keuzes, keuzes die gebaseerd zijn op je eigen interesses en waarden, veel voordelen heeft voor mensen (lees bijvoorbeeld hoofdstuk 3 in mijn boek). Bij vrijwel al deze onderzoeken werd gebruik gemaakt van allerlei soorten vragenlijsten en gedragsobservaties maar ook van meer objectieve indicatoren zoals prestatiemetingen. Wat nog relatief weinig is uitgevoerd is neurowetenschappelijk onderzoek naar de effecten van het maken van autonome keuzes. Dat type onderzoek begint nu echter van de grond te komen. Hierdoor beginnen we zicht te krijgen op welke hersengebieden en welke neurale mechanismes een belangrijke rol spelen bij autonoom functioneren.

Murayama et al. (2014) onderzochten de effecten van autonome keuzes met behulp van de functional magnetic resonance imaging (fMRI) techniek. Deelnemers in hun experiment speelden een spel-achtige taak waarbij ze gebruik maakten van een stopwatch. In de ene conditie konden ze zelf kiezen welke stopwatch ze gebruikten; in de andere conditie mochten ze niet zelf kiezen maar kregen ze een stopwatch aangereikt. Hoewel het al dan niet kunnen kiezen van de stopwatch inhoudelijk helemaal niet relevant was voor het doen van de taak bleek het kunnen kiezen samen te hangen met een gemiddeld betere prestatie. Uit de fMRI analyses bleek ook iets interessants dat betrekking had op een hersengebied dat de ventromediale prefrontale cortex heet, kortweg vmPFC. De prefrontale cortex is het gebied voor in de hersenschors dat een belangrijke rol speelt bij het nemen van beslissingen, het maken van plannen, sociaal gedrag en het beheersen van impulsen (lees ook dit artikel). De vmPFC is een onderdeel van de prefrontale cortex dat een belangrijke rol speelt bij het reguleren van emoties.

Zelfdeterminatietheorie en de hersenenDe fMRI-analyses lieten zien dat feedback over fouten (faalfeedback) leidde tot een vermindering in de vmPFC activiteit bij mensen die niet zelf hun stopwatch hadden kunnen kiezen maar niet bij mensen die wel hun stopwatch hadden kunnen kiezen. Bij succesfeedback was er geen sprake van vermindering van activiteit in de vmPFC. Het lijkt er dus op alsof negatieve feedback of tegenslag bij leiden tot een verlies aan motivatie wanneer mensen niet zelf hebben kunnen kiezen maar niet wanneer zij wel zelf hebben kunnen kiezen. Ook was het zo dat deze ‘vmPFC veerkracht’ samenhing met beter presteren op de taak.

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (6)
  • Bruikbaar (3)