Zelfdeterminatietheorie en de hersenen

door | dec 4, 2014 | zelfdeterminatietheorie | 2 reacties

Zelfdeterminatietheorie en de hersenen

Op deze site heb ik al vaak aandacht besteed aan de zelfdeterminatietheorie. Talloze onderzoeken hebben laten zien dat het kunnen maken van autonome keuzes, keuzes die gebaseerd zijn op je eigen interesses en waarden, veel voordelen heeft voor mensen (lees bijvoorbeeld hoofdstuk 3 in mijn boek). Bij vrijwel al deze onderzoeken werd gebruik gemaakt van allerlei soorten vragenlijsten en gedragsobservaties maar ook van meer objectieve indicatoren zoals prestatiemetingen. Wat nog relatief weinig is uitgevoerd is neurowetenschappelijk onderzoek naar de effecten van het maken van autonome keuzes. Dat type onderzoek begint nu echter van de grond te komen. Hierdoor beginnen we zicht te krijgen op welke hersengebieden en welke neurale mechanismes een belangrijke rol spelen bij autonoom functioneren.

Murayama et al. (2014) onderzochten de effecten van autonome keuzes met behulp van de functional magnetic resonance imaging (fMRI) techniek. Deelnemers in hun experiment speelden een spel-achtige taak waarbij ze gebruik maakten van een stopwatch. In de ene conditie konden ze zelf kiezen welke stopwatch ze gebruikten; in de andere conditie mochten ze niet zelf kiezen maar kregen ze een stopwatch aangereikt. Hoewel het al dan niet kunnen kiezen van de stopwatch inhoudelijk helemaal niet relevant was voor het doen van de taak bleek het kunnen kiezen samen te hangen met een gemiddeld betere prestatie. Uit de fMRI analyses bleek ook iets interessants dat betrekking had op een hersengebied dat de ventromediale prefrontale cortex heet, kortweg vmPFC. De prefrontale cortex is het gebied voor in de hersenschors dat een belangrijke rol speelt bij het nemen van beslissingen, het maken van plannen, sociaal gedrag en het beheersen van impulsen (lees ook dit artikel). De vmPFC is een onderdeel van de prefrontale cortex dat een belangrijke rol speelt bij het reguleren van emoties.

Zelfdeterminatietheorie en de hersenenDe fMRI-analyses lieten zien dat feedback over fouten (faalfeedback) leidde tot een vermindering in de vmPFC activiteit bij mensen die niet zelf hun stopwatch hadden kunnen kiezen maar niet bij mensen die wel hun stopwatch hadden kunnen kiezen. Bij succesfeedback was er geen sprake van vermindering van activiteit in de vmPFC. Het lijkt er dus op alsof negatieve feedback of tegenslag bij leiden tot een verlies aan motivatie wanneer mensen niet zelf hebben kunnen kiezen maar niet wanneer zij wel zelf hebben kunnen kiezen. Ook was het zo dat deze ‘vmPFC veerkracht’ samenhing met beter presteren op de taak.

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (6)
  • Bruikbaar (3)

2 Reacties

  1. Coert Visser

    Hier is nog een artikel dat ingaat op de relatie tussen SDT en de hersenen:

    Self-determined, but not non-self-determined, motivation predicts activations in the anterior insular cortex: an fMRI study of personal agency
    http://scan.oxfordjournals.org/content/8/5/538.abstract

    Abstract: Neuroscientific studies on agency focus rather exclusively on the notion of who initiates and regulates actions, not on the notion of why the person does. The present study focused on the latter to investigate two different reasons underlying personal agency. Using event-related functional magnetic resonance imaging, we scanned 16 healthy human subjects while they imagined the enactment of volitional, agentic behavior on the same task but either for a self-determined and intrinsically motivated reason or for a non-self-determined and extrinsically motivated reason. Results showed that the anterior insular cortex (AIC), known to be related to the sense of agency, was more activated during self-determined behavior while the angular gyrus, known to be related to the sense of loss of agency, was more activated during non-self-determined behavior. Furthermore, AIC activities during self-determined behavior correlated highly with participants’ self-reported intrinsic satisfactions. We conclude that self-determined behavior is more agentic than is non-self-determined behavior and that personal agency arises only during self-determined, intrinsically motivated action.

    Antwoord
  2. Coert Visser

    Nog een:

    Cortisol reactivity to a teacher’s motivating style: the biology of being controlled versus supporting autonomy
    http://link.springer.com/article/10.1007/s11031-011-9204-2

    Abstract: We hypothesized that participants engaged in a learning activity would show a biological stress response when exposed to a controlling teacher but biological calm when exposed to an autonomy-supportive teacher. Seventy-eight undergraduates (53 females, 25 males) engaged in a 20-minute puzzle-solving activity while exposed to a teacher who enacted either a controlling, neutral, or autonomy-supportive motivating style. Salivary cortisol was assessed before, during, and after the learning activity, and a post-experimental questionnaire assessed participants’ perceptions of the teacher’s motivating style and indices of positive functioning. Manipulated motivating style affected participants’ cortisol, as exposure to a controlling style increased cortisol while exposure to an autonomy-supportive style decreased it, relative to exposure to a neutral style. Correlational analyses with the self-report measures showed that cortisol reactivity occurred in response to interpersonal events rather than to psychological appraisals. We conclude that cortisol reactivity is sensitive to a teacher’s motivating style and that elevated cortisol signals interpersonal obtrusion and pressure while dampened cortisol signals perspective-taking and support.

    Antwoord

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

 

Voeg je bij 525 andere abonnees
 

► UPDATES & REACTIES

  1. Coert Visser
  2. Coert Visser
  3. Coert Visser
  4. Coert Visser
  5. Coert Visser
  6. Coert Visser
  7. Coert Visser
  8. Coert Visser
  9. Coert Visser