Flow, de toestand waarin we helemaal opgaan in wat we doen, helpt ons om effectiever doelen te bereiken en draagt bij aan ons welzijn. Toch vinden veel mensen het lastig om zich langdurig te concentreren en zich niet te laten afleiden, zeker bij uitdagende taken. Hoe kunnen we deze toestand van diepe betrokkenheid beter bereiken en behouden? Recent onderzoek van Lu, Van der Linden, & Bakker (2025) biedt hierop een interessant antwoord: het ervaren van progressie speelt een sleutelrol.
Oorsprong en betekenis van het begrip flow
Het begrip flow werd in de jaren ’70 geïntroduceerd door de Hongaars-Amerikaanse psycholoog Mihaly Csikszentmihalyi. Hij onderzocht waarom mensen zich volledig kunnen verliezen in activiteiten, zelfs zonder externe beloning. Csikszentmihalyi beschreef flow als een optimale mentale toestand waarin iemand zo diep in een taak opgaat dat alles om hen heen vervaagt.
Flow omvat verschillende aspecten, waaronder:
- Absorptie: Volledige mentale onderdompeling in de activiteit, met een scherpe focus en uitschakeling van afleidingen.
- Intrinsieke beloning: De activiteit voelt op zichzelf al betekenisvol en plezierig, zonder dat externe beloning nodig is.
- Moeiteloze controle: Een gevoel van moeiteloos handelen, alsof alles vanzelf gaat.
- Vervormd tijdsbesef: Tijd lijkt sneller of langzamer te verlopen dan in werkelijkheid.
- Verlies van zelfbewustzijn: Het besef van het eigen ik verdwijnt tijdelijk, waardoor kritische gedachten wegvallen.
Het onderzoek: hoe beïnvloedt progressie flow?
Om te onderzoeken hoe progressie flow beïnvloedt, voerden de onderzoekers experimenteel onderzoek uit. Ze lieten deelnemers een taak uitvoeren waarbij ze sap moesten inschenken voor virtuele “gnomes” door intuïtief de juiste hoeveelheid in te schatten. Hierbij kregen ze feedback waardoor ze konden leren en hun inschattingen konden verbeteren. De onderzoekers creëerden drie verschillende condities, gekoppeld aan de interactie met drie verschillende gnomes:
- Dalende voorspellingsfout (hoge progressie): Bij deze gnome veranderde de gewenste hoeveelheid na elke correcte inschatting. Dit maakte het mogelijk om continu te leren en de voorspellingsfout (het verschil tussen de inschatting en de werkelijke hoeveelheid) te verkleinen, wat leidde tot een hoge mate van ervaren progressie.
- Constante lage voorspellingsfout (lage progressie): Deze gnome wilde steeds dezelfde hoeveelheid sap. De taak was daardoor relatief eenvoudig zodra je de hoeveelheid wist, maar bood weinig ruimte voor verdere leerprogressie.
- Constante hoge voorspellingsfout (lage progressie): Bij deze gnome veranderde de gewenste hoeveelheid steeds willekeurig. Leren van feedback was hierdoor nauwelijks mogelijk en de voorspellingsfout bleef hoog, wat resulteerde in lage leerprogressie.
Na elk deel van de taak rapporteerden de deelnemers hun flow-ervaring, hoe snel ze waren afgeleid en hoeveel progressie ze dachten te hebben geboekt. Tegelijkertijd werd hun hersenactiviteit gemeten met behulp van EEG.
Belangrijk om te weten is dat de invloed van progressie op mentale controle vooral zichtbaar wordt over langere periodes, zoals een taakblok of een reeks stappen richting een doel, en niet zozeer bij elke individuele actie afzonderlijk. Dit betekent dat het de opbouw en het bredere besef van progressie over tijd is dat je betrokkenheid en mentale sturing aanstuurt.
Hoe meer progressie, hoe meer flow en hoe minder afleiding
De resultaten lieten een duidelijk verband zien: hoe meer progressie de deelnemers ervoeren, hoe hoger hun score op flow en hoe minder snel ze waren afgeleid. Met andere woorden: het ervaren van progressie gaat samen met diepe betrokkenheid en concentratie.
Dit sluit aan bij het bekende concept van ‘optimale uitdaging‘, waarbij flow vaak optreedt bij taken die niet te makkelijk en niet te moeilijk zijn. Het onderzoek suggereert dat progressie de onderliggende factor kan zijn die verklaart waarom taken met een optimale moeilijkheidsgraad tot meer betrokkenheid leiden.
Hersenactiviteit die gepaard gaat met progressie
De EEG-metingen gaven inzicht in de hersenactiviteit die gepaard gaat met progressie. Het bleek dat het ervaren van progressie samenhing met verbeterde cognitieve controle – het vermogen om gedachten en acties doelgericht te sturen. Specifiek lieten de hersenactiviteit zien dat:
- proactieve voorbereiding verbetert: Deelnemers die progressie ervoeren, lieten hersensignalen zien die duidden op een betere voorbereiding op de komende taak, nog voordat deze begon. Dit suggereert dat het brein zich efficiënter instelt op wat komen gaat, waardoor de mentale belasting tijdens de taak zelf afneemt.
- feedback aandachtiger wordt verwerkt: Er was een duidelijk verband tussen progressie en de verwerking van feedback. Een specifiek hersensignaal (de P3b) was sterker, wat aangeeft dat feedback aandachtiger en diepgaander werd verwerkt. Dit is essentieel voor leren en het aanpassen van gedrag.
- aandacht gericht is op de taak: Hersenactiviteit (pariëtale alpha desynchronisatie) liet ook zien dat bij progressie het ‘Default Mode Network‘ (DMN) – dat actief is bij dagdromen en gedachten over jezelf – minder prominent aanwezig was. Dit ondersteunt het idee dat je aandacht bij progressie sterk gericht is op de taak zelf, in plaats van op interne afleidingen.
Maak het ervaren van progressie mogelijk
Hoewel mentale inspanning vaak als vermoeiend wordt gezien, toont dit onderzoek aan dat het ervaren van progressie kan bijdragen aan een positieve ervaring van cognitieve controle. Progressie fungeert als een krachtige factor die taakbetrokkenheid en efficiënte mentale sturing bevordert. Dit inzicht is waardevol: door taken en werkomgevingen zo in te richten dat mensen duidelijk en regelmatig hun progressie kunnen zien en ervaren, kunnen we bijdragen aan meer flow, betrokkenheid en uiteindelijk welzijn. Progressie boeken is daarmee een belangrijke sleutel.
Bron: Lu, H., Van der Linden, D., & Bakker, A. B. (2025). The neuroscientific basis of flow: Learning progress guides task engagement and cognitive control. NeuroImage, 308, Article 121076. https://doi.org/10.1016/j.neuroimage.2025.121076
0 reacties