Tijdens de Training progressiegericht werken met groepen vroegen wij cursisten gisteren een oefening te doen die we “Wat heb je geleerd?” noemen. Tijdens deze oefening vragen we hen in duo’s met elkaar te praten over iets waarvan ze vroeger betwijfelden of ze er ooit beter in zouden kunnen worden maar waar ze toch beter in zijn geworden. Via enkele hulpvragen bespreken ze dan met elkaar waarin ze tegen hun eigen verwachting beter zijn geworden en hoe hen dat gelukt is. Deze oefening is een voorbeeld van een zelfovertuigingstechniek.
Trainingen Progressiegericht Werken |
Het is vaak interessant om te horen hoe het mensen gelukt is om beter te worden in die dingen. Gisteren noemden ze dingen als: ik ben het toch blijven proberen, ik heb me gericht op kleine stapjes en ik heb hulp gekregen. Terwijl ik luisterde naar de nabespreking van deze oefening, die werd geleid door Gwenda Schlundt Bodien, dacht ik kort terug aan een onderwerp waarin ik zelf beter ben geworden terwijl ik twijfelde of ik er ooit beter in zou kunnen worden. Dat onderwerp is spreken voor groepen.
Als middelbareschoolleerling vond ik mezelf hierin zo slecht en was ik hiervoor zo bang dat ik me weleens ziek gemeld heb toen ik een spreekbeurt moest houden. Als iemand me in die tijd zou hebben verteld dat ik later in mijn werk meerdere dagen per week, jaar in jaar uit, voor groepen zou staan, zou ik die persoon voor gek verklaard hebben. Als er één ding zou zijn dat ik zou proberen te vermijden later te moeten doen, zou het waarschijnlijk dit zijn.
Toch zou die persoon gelijk gehad hebben want ik sta nu zeer vaak voor groepen en heb ik hier veel plezier in. Ook denk ik dat ik beter in geworden ben dan ik ooit voor mogelijk had gehouden. Hoe is mij dit gelukt? Wat in mijn geval geholpen heeft, is hoe ik werd aangestuurd door mijn eerste leidinggevende, Martin Greuter (zie foto). Hij was een bekende selectiepsycholoog die met vernieuwende onderwerpen bezig was en de belangrijkste reden waarom ik wilde werken bij het bureau waar ik terecht was gekomen.
Ik werkte er misschien een half jaar toen Martin mij vertelde dat hij een lezing zou geven op een congres. Het onderwerp van de lezing was: beoordelingsfouten in selectiegesprekken. Martin vertelde me dat hij door een privéreden verhinderd was om de lezing te geven en dat ik hem moest vervangen. Nadat ik doorhad dat hij géén grapje maakte, wist ik redelijk te verbergen dat de angst mij om het hart sloeg. Wel pruttelde ik dat ik hem toch zeker niet zou kunnen vervangen omdat ik nog nooit een lezing gegeven had.
Martin keek me vriendelijk maar vastbesloten aan en zei dat hij dacht dat ik dat prima zou kunnen. We praatten kort verder over het onderwerp, niet langer dan een minuut of twee. Als nijvere student had ik wel veel geleerd over het betreffende onderwerp maar ik vond het een idioot idee dat ik hierover een congres zou toespreken. Toen Martin me vertelde dat er ongeveer honderd mensen in het publiek zouden zitten, was dit voor mij de bevestiging dat hij gek geworden was.
Na een paar minuutjes te hebben gepraat, vond Martin het wel genoeg. Hij stond op en liep hij naar de deur. Bij de deur zei hij met een grote glimlach op zijn gezicht: “Ik denk dat je het heel goed gaat doen en dat het heel interessant wordt. Toen liet hij mij verbaasd en een beetje boos achter en ik dacht: “Dat kun je toch niet maken?”
Ik heb de presentatie voorbereid en gegeven. Er waren inderdaad veel mensen in de zaal. Ik was behoorlijk zenuwachtig maar het ging niet slecht. Na afloop van mijn presentatie zat ik weer in de zaal te luisteren naar de volgende presentatie toen iemand die naast me zat mij complimenteerde met mijn presentatie die hij erg interessant gevonden had. Al met gaf mijn eerste ervaring met het geven van een presentatie me veel voldoening en was hij erg leerzaam.
Martin heeft hierbij een grote rol gespeeld door mij duidelijk aan te sturen. Hij maakte me resoluut duidelijk dat hij van mij verwachtte dat ik dit zou doen. Tegelijk straalde hij heel duidelijk het vertrouwen uit dat ik dit zou kunnen. De combinatie van die twee dingen maakte dat ik het deed. Hoewel ik zelf nooit op het idee zou zijn gekomen dat ik dit zou kunnen leren, geloofde hij er blijkbaar oprecht in dat ik het wel zou kunnen leren. Terugdenkend, meer dan 25 jaar later, kan ik me bijna niet meer voorstellen hoe bang ik ooit was voor het spreken voor een groep.
0 reacties