Aangezien mensen behoefte aan autonomie en competentie hebben, is het logisch dat zij graag zelf oplossingen voor hun problemen bedenken. Bij voorkeur zijn deze oplossingen ook nog eens gebaseerd op hun eigen ervaringen. Bij dit soort oplossingen kan de persoon een sterke beleving van autonomie en competentie ervaren. Toch zijn er nog andere soorten oplossingen die in bepaalde situaties bruikbaar kunnen zijn. Hieronder wordt een tweedimensionaal model beschreven dat zes verschillende soorten oplossingen beschrijft.
De horizontale as: waar komen oplossingen vandaan?
De horizontale as verwijst naar de vindplaats van de oplossingen en beschrijft drie soorten oplossingen. De eerste soort oplossingen is het volgen van voorschriften. Deze oplossingen zijn exogeen (van buiten komend). Ze zijn gebaseerd op ervaringen of bewijs van buiten de ervaring van de individuen die ze toepassen. Ze kunnen beschikbaar komen via gegeven mondelinge adviezen of langs andere wegen zoals via artikelen. De tweede soort oplossingen is imitatie van succes van anderen. Deze oplossingen liggen tussen exogeen (van buiten komend) en endogeen (van binnen komend) in. Bij deze soort oplossingen komt het succes tot stand bij iemand anders maar de persoon die het succes imiteert is er getuige van en is dus aanwezig in de situatie en ervaart het, zij het indirect, zelf. De derde soort oplossingen is het herhalen van eigen eerder succes. Deze oplossingen zijn endogeen. Ze zijn gebaseerd op eigen ervaringen van degenen die ze toepassen.
De verticale as: hoeveel begrip van de werkzaamheid?
De verticale as verwijst naar de vraag of degenen die de oplossingen toepassen een causaal begrip hebben van de werkzaamheid ervan. Deze as beschrijft hoe goed de oplossing wordt doorgrond. Het ene type oplossing noem ik ondoorgrond. Deze oplossingen worden toegepast met een besef van hun effectiviteit maar zonder dat er een begrip is van waarom ze werken. Het andere type oplossing noem ik doorgrond. Deze oplossingen worden toegepast zowel met een besef van het feit dat ze werken als van een begrip van waarom ze werken. De onderstaande figuur toont het model.
Beleving van autonomie en competentie
Het model gaat er, zoals de figuur toont, vanuit dat hoe meer doorgrond en endogeen de oplossingen zijn, hoe sterker de beleefde invloed van degene die ze toepast, is en hoe groter de beleefde autonomie en competentie. Als iemand over dit soort oplossingen beschikt dan zal hij of zij goed in staat en gemotiveerd zijn om ze toe te passen. Het is echter niet zo dat meer endogeen en meer doorgrond altijd beter is. De situatie bepaalt welke soort oplossingen het meest van toepassing zijn.
Adviezen en ondoorgronde oplossingen kunnen ook nuttig zijn
Als een individu bijvoorbeeld geen ideeën heeft over eigen eerdere succesvolle gedragingen om te herhalen of over succesvolle gedragingen van anderen om te imiteren dan kan het een prima idee zijn om adviezen of voorschriften van vertrouwde anderen te volgen. Ook kunnen ondoorgronde oplossingen nuttig zijn. Ervaringen zijn vaak ambigu waardoor het lastig kan zijn om een helder beeld te krijgen van waarom iets heeft gewerkt. In plaats van veel tijd te besteden aan het uitvinden van waarom iets heeft gewerkt, is het in veel situaties waarschijnlijk verstandiger om te handelen zodat je vooruitgang kunt boeken en niet blijft steken in analyse en reflectie.
Begrip is geen voorwaarde voor competentie
Begrijpen waarom iets werkt, is niet altijd nodig. Is dat verrassend? Misschien, maar kijk eens naar het volgende. Daniel Dennett (2013) legt uit hoe begrip geen voorwaarde is voor competentie. Natuurlijke selectie vormt over vele generaties kenmerken in organismes die hen competent maken zonder dat ze zich precies realiseren waarom ze competent zijn. Er is geen evolutionair voordeel aan verbonden voor het organisme om begrip in het organisme te vormen van waarom het kenmerk zo nuttig is; het kenmerk zelf is genoeg:
”Een vlinder kan oogachtige vlekken op zijn of haar vleugels hebben zonder dat ze begrijpt waarom het goed is dat ze die heeft. Ze jaagt vogels weg maar beseft niet waarom.”
Is het principe dat iets kan werken zonder dat je precies begrijpt waarom, alleen van toepassing op kenmerken van organismes? Nee, het kan ook slaan op producten die gemaakt zijn door organismes. Natuurlijk gaat begrip vaak wel degelijk vooraf aan competentie. Dennett geeft het voorbeeld van de Catalaans-Spaanse architect Gaudi die zeer competent was en goed wist hoe zijn kathedraal eruit moest komen te zien voordat de eerste steen gelegd was. Maar individuele termieten, in de natuur, volgen gedachteloos eenvoudige neigingen die door evolutie in hen gevormd zijn en zijn, gezamenlijk, in staat zijn om iets vergelijkbaar indrukwekkends te bouwen als Gaudi’s kathedraal.
Polynesische boten
Een aardig voorbeeld van competentie zonder inzicht dat Dennett geeft, is hoe Polynesische boten ontwikkeld en verbeterd worden. Iedere boot is een kopie van een andere boot. Het is de zee zelf die vormgeeft aan de boten, door uit kiezen welke boten ‘werken’ en door de boten die niet ‘werken’ te vernietigen. De regel die de Polynesiërs volgen is: als de boot weer thuiskomt, maak er dan een kopie van. Dat is natuurlijke selectie bij uitstek. Dat is doen wat werkt. Zo is het ook met ons gedrag. Vaak doen we dingen die werken zonder dat we doorgronden waarom ze werken. Natuurlijk kan het wel zo zijn dat het begrip zich later alsnog ontwikkelt. Oplossingen die aanvankelijk ondoorgrond waren kunnen later alsnog doorgrond worden.
Wat ik mis is de mogelijkheid dat een oplossing van binnen komt, maar niet uit eerdere ervaring. Iemand kan best in een creatieve bui iets bedenken dat nog niet eerder is gedaan, ook niet door hemzelf. Of misschien is het wel eerder gedaan, maar weet hij daar niks van en dan is het dus ook alsof hij het zelf heeft bedacht. Dan is het dus een endogene oplossing, maar niet gebaseerd op eerdere ervaring.
hallo Koos, ja, klopt natuurlijk.