criminaliteitsbestrijdingDe media staan op het moment bol van de berichten aanleiding van een overval op juwelierszaak waarbij twee overvallers zijn doodgeschoten. Ik betwijfel of het zinvol is om te praten over de vraag of het hier nu gaat om een Marokkanenprobleem. Waren het wel Marokkanen of waren het Nederlanders? En wat is het nut van het beantwoorden van deze vragen überhaupt? Draagt dit bij aan progressie? Ik kan het me niet voorstellen (zie ook dit artikel). Volgens mij is het zinvoller om te praten over criminaliteitsbestrijding. Hieronder vat ik enkele dingen samen die ik er de afgelopen jaren over geschreven heb.

 Trainingen Progressiegericht Werken 

1. Criminaliteit is een onderschat probleem

Om te beginnen denk ik dat, hoewel Nederland over het geheel genomen een betrekkelijk veilig land is, criminaliteit een onderschat probleem is dat meer maatschappelijke schade aanricht dan de meeste mensen denken (zie Kleiman, 2009).

  1. Directe schade: in de eerste plaats is er de directe schade voor individuele slachtoffers criminaliteit zoals het verlies van eigendom, leed, lichamelijke schade, angst, en dergelijke. Ook brengt criminaliteit kosten mee voor organisaties en de maatschappij als geheel.
  2. Vermijdingsschade: In de tweede plaats zijn er andere, meer verborgen en indirecte, kosten van criminaliteit. Een belangrijke categorie bestaat uit de kosten die gepaard gaan met het trachten te vermijden van slachtofferschap. Deze vermijdingskosten bestaan niet alleen uit dingen als het kopen van sloten voor deuren, alarmsystemen en het inhuren van bewakingspersoneel. De belangrijkste vorm van vermijding bestaat eruit hoe mensen hun gedrag veranderen om slachtofferschap van misdaad te voorkomen. Denk hierbij aan het verhuizen naar een veiligere en duurdere buurt en een daarmee samenhangende toename in woon-werkverkeer en de toename in files op snelwegen enzovoorts.
  3. Criminaliteit wekt criminaliteit op: In de derde plaats is er het probleem dat criminaliteit zelf criminogeen is. Met andere woorden: misdaad leidt tot misdaad. Wanneer mensen geconfronteerd worden met misdaad neemt daarmee de kans toe dat zij misdadig worden. Niet alleen is het zo dat mensen, wanneer zij zelf slachtoffer van criminaliteit zijn geworden, zelf eerder over gaan tot criminaliteit. Ook is het zo dat jonge kinderen die zelf oudere broers of zussen (of ouders) hebben die betrokken zijn bij criminaliteit zelf ook eerder het criminele pad opgaan.

2. Kan criminaliteit wel omlaag?

Twee soorten overtuigingen kunnen het bestrijden van criminaliteit in de weg staan: 1) de overtuiging dat een hoog niveau van criminaliteit een onvermijdelijk bijproduct is van moderne samenlevingen, en 2) dat drastische, grootschalige maatschappelijke veranderingen nodig zijn voordat criminaliteit kan worden omlaag gebracht. De overtuiging dat hoge criminaliteitsniveau’s onvermijdelijk zijn, weerhoudt ons ervan om zelfs maar te proberen om criminaliteit te verlagen. Een voorbeeld van dergelijke fatalistische overtuigingen is het idee van het waterbedeffect wat er op neerkomt dat wanneer je criminaliteit op de ene plaats omlaag krijgt het op een andere plaats weer naar boven zal komen. Een ontmoedigende gedachte. De overtuiging dat drastische verandering nodig is voor men een daling van criminaliteitscijfers kan verwachten is ook een ontmoedigende gedachte. Als het echt nodig zou zijn dat sociale problemen zoals armoede, etnische integratie en participatie en drugsgerelateerde problemen eerst zouden moeten zijn opgelost voordat criminaliteit zou kunnen worden bestreden dan zou dat vragen oproepen als: Hoe lang gaat dat dan wel niet duren? Is dat wel mogelijk? Wat zal dat wel niet gaan kosten? Kunnen die ‘onderliggende’ problemen überhaupt wel worden opgelost? Zo ja, hoe dan?

3. Effectieve criminaliteitsbestrijding is mogelijk

Als je niet gelooft dat de veiligheid vergroot kan worden dan ga je je niet inspannen om dit toch voor elkaar te krijgen. Pas als je gelooft dat er een weg naar meer veiligheid is ga je je inzetten. Dat het kan blijkt uit het voorbeeld van New York. Deze stad werd in de jaren 70 en 80 steeds onveiliger en was begin jaren 90 een behoorlijk onveilige stad. In de jaren 90 heeft een beleid van de politiek en de politie ertoe geleid dat de veiligheid in New York behoorlijk snel en in enorme mate is verbeterd. En deze verbetering is volgehouden. New York werd een behoorlijk veilige stad en is dat tot op de dag van vandaag. Later meer hierover.

Hoe kunnen de misdaadcijfers naar beneden gebracht worden? Moeten we strenger en langer gaan straffen? Moeten we de pakkansen verhogen? Moeten we mensen sneller gaan straffen? Moeten we al deze dingen gaan doen?

4. Simpel verhogen van straffen werkt niet

Een intuïtief aantrekkelijke oplossing om het probleem van hoge misdaadcijfers op te lossen is om een aanpak van ‘de beuk erin’ te gaan volgen: straf ze harder! De logica van deze aanpak is: als een straf streng genoeg is, bijvoorbeeld lang genoeg, dan zal dit mogelijke plegers ervan afhouden om de misdaad te gaan plegen. Maar, hoe aansprekend deze logica ook klinkt, deze harde aanpak, blijkt in de praktijk niet te werken. Dit heeft er mee te maken dat de huidige aanpak van rechtshandhaving erop neerkomt om alle middelen min of meer gelijkmatig te verspreiden over alle potentiële wetsovertreders.

Maar misdaad is veel minder gelijkmatig verdeeld dan rechtshandhavings- en vervolgingsmiddelen dat zijn. Deze praktijk leidt ertoe dat als je een misdaad begaat in een gebied waar misdaad veel voorkomt je minder kans hebt om gepakt te worden, vervolgd en veroordeeld, dan in een meer gezagsgetrouwe buurt. Dit maakt dat straffen in veel gevallen zeer onzeker zijn en op zijn minst uitgesteld worden. De kansen om gepakt en veroordeeld te worden zijn in de praktijk erg laag. Een strenge-straffenbeleid zou dus betekenen dat er voor de crimineel een strenge maar uitgestelde en tamelijk onzekere straf is.

Criminelen blijken voor dit soort strenge, uitgestelde en onzekere straffen niet erg gevoelig te zijn. Straffen die niet alleen streng maar ook onzeker en uitgesteld zijn, blijken niet erg af te schrikken en criminele komen meestal heel gemakkelijk in de verleiding om het kortetermijnvoordeel te pakken en dan maar het kleine risico te nemen om misschien toch gepakt te worden. Gedurende de laatste decennia zijn de straffen in de Verenigde Staten veel langer geworden terwijl, in dezelfde periode, de misdaadcijfers enorm zijn toegenomen. Straffen simpelweg langer maken werkt niet. Wat werkt wel?

5. Politiecapaciteit uitbreiden en gerichter inzetten

9780199844425_450Over het succesvolle beleid in New York is veel geschreven. Een van de meest gedegen analyses is te vinden in het boek The city that became safe, waarin auteur Franklin Zimring tot de conclusie komt dat de belangrijkste sleutels tot deze prestaties waren:

  1. meer politie op straat,
  2. betere informatie,
  3. effectievere strategieën (meer gefocust en agressief).

Misschien zou je, nog korter geformuleerd, kunnen zeggen dat meer veiligheid twee dingen vergt: een uitbreiding van de politiecapaciteit en een effectievere inzet van die capaciteit. Eerst een opmerking over de uitbreiding van de politiecapaciteit. Ik ben onvoldoende op de hoogte van de vergelijking tussen Nederland en New York om te kunnen inschatten of de huidige capaciteit van de politie op het moment voldoende is of niet. Maar ik vermoed dat het uitbreiden van de politiecapaciteit weleens erg verstandig zou kunnen zijn. Natuurlijk zou dit op korte termijn extra kosten met zich meebrengen. Maar deze investering zou zich wel eens snel kunnen terugverdienen (zie het begin van dit artikel waarin ik de grote schade van criminaliteit toelicht).

Maar extra politiecapaciteit heeft pas zin als deze effectief wordt ingezet. Zoals Zimring uitlegt komt dit neer op het hebben van betere informatie en toepassen van effectievere strategieën. Effectievere informatie leidt ertoe dat je beter weet waar politieoptreden nodig is en effectievere aanpakken leiden ertoe dat je optreden meer effect heeft. Betere informatie kan leiden tot het identificeren van hot spots en hot groups. Hot spots zijn locaties of gebieden waar sprake is van hoge criminaliteit en hot groups zijn bendes die veel criminaliteit veroorzaken. Wanneer hot spots en hot groups bekend zijn kan de politie haar middelen gericht inzetten op het bestrijden van deze criminaliteit.

6. Hot groups: bendes verslaan

downloadEen goede beschrijving van effectief politiebeleid gericht op bendes word geven in het boek When Brute Force Fails van Mark Kleiman. Deze doelgerichte aanpak komt neer op het maken van een prioriteitenlijst waarop staat aangegeven welke misdaadbendes en de hoogste prioriteit krijgen en waar dus de meeste middelen voor worden ingezet. Hoe dit in de praktijk werkt, is als volgt. Stel dat de hoogste prioriteit op de lijst is om bende A in stad A te verslaan. De gerichte aanpak bestaat er dan uit om duidelijk te communiceren richting deze bendes dat de boven aan de prioriteitenlijst staan.

Vervolgens worden veel middelen aangewend, deels geleend van andere steden, en gericht op bende A tot deze is verslagen. Omdat bende A nu praktisch machteloos is geworden zijn er slechts weinig middelen nodig om deze bende onder de duim te houden. Vervolgens richt de rechtshandhaving zich op prioriteit nummer 2 op de lijst tot die bende ook verslagen is. Indien bende A plotseling weer opleeft dan worden de middelen direct weer gericht op bende A totdat die bende opnieuw verslagen is. Terwijl dit proces van gerichte afschrikking zich ontwikkelt zal een omslagpunt optreden en zullen misdaadcijfers substantieel dalen.

7. Hot spots: gebieden veilig maken

download (1)Een voorbeeld van het prioriteit geven aan een hotspot is hoe de New Yorkse politie de metro veilig heeft gemaakt (zie Malcolm Gladwells boek The Tipping Point). De metro in New York was begin jaren 90 behoorlijk onveilig. Het doel van de politie was om de metro weer veilig en schoon te maken door alle graffiti van treinen en stations te halen en door zwartrijden aan te pakken. De filosofie was: door graffiti en zwartrijden toe te staan creëer je symbolen die zeggen: ‘hier wordt grensoverschrijdend gedrag toegestaan’. Interessant, omdat men niet regelrecht op de grote zware criminaliteit afging maar op schijnbaar onbelangrijke randverschijnselen.

Wat betreft het verwijderen van graffiti had men de volgende regel voor zichzelf gesteld: een trein die eenmaal schoongemaakt is, mag alleen nog maar schoon rijden. Werd hij weer ondergeklad, dan moest hij eerst weer worden schoongemaakt voor hij weer gebruikt kon worden. Het werd een uitputtingsslag. Treinen werden schoongemaakt en een dag later zaten ze weer vol. ‘s Nachts werden ze weer schoongemaakt. De volgende dag zaten ze weer vol. Het werd een dure en arbeidsintensieve strijd. Maar op een gegeven moment hadden de ‘rotjochies’ er wel genoeg van. Elke dag weer tijd, geld en verf erin stoppen en elke dag voor niets! Er kwam een omslagpunt, ze kapten er op een gegeven moment plotseling mee. Gevolg: schone treinen, het viel iedereen op dat er iets aan het veranderen was! De veiligheidsbeleving nam toe.

Het zwartrijden werd ook rigoureus aangepakt. Vanaf een bepaald moment werd er gecommuniceerd dat zwartrijden hard zou gaan worden aangepakt. Er waren controles in treinen waarbij de volgende dingen gebeurden: wie geen kaartje had werd uit de trein geleid en op het perron neergezet. Totdat de hele trein was afgewerkt, dienen de zwartrijders op het perron in een rij te blijven staan. Ondertussen werden zij gefouilleerd. Dit laatste bleek bij de eerste acties een schrikbarende hoeveelheid messen en pistolen op te leveren. Deze manier van werken werd enige tijd volgehouden totdat er op een gegeven moment geen zwartrijders meer in de trein zaten ….. maar er ook nauwelijks wapens meer aanwezig waren.

Als je weet dat je gecontroleerd gaat worden, ga je niet zwaar bewapend. Als je niet zwaarbewapend op pad gaat, schiet je heel wat minder die dag! Deze gecombineerde aanpak, graffiti weg en zwartrijders weg, maakte dat binnen no time gewone mensen zich weer veilig voelden in de metro, waar ook reden voor was, de misdaad daalde scherp. Velen hadden het gevoel dat de metro was heroverd op de boeven. Tot op de dag van vandaag is de metro in New York schoon en veilig.

8. Conclusie

Dat Nederland in het geheel genomen relatief veilig is neemt niet weg dat er specifieke veiligheidsproblemen (winkeldiefstallen, geweldmisdrijven, overlastsituaties) bestaan die veel schade opleveren. Dit zijn geen onoplosbare problemen. Via een gericht beleid kan de criminaliteit worden teruggedrongen.

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (1)
  • Bruikbaar (0)