Naar aanleiding van mijn artikel Hoe we door prestatieplafonds heen kunnen blijven breken kwamen veel positieve reacties binnen en ook enkele kritisch onderzoekende reacties. De meeste reacties gingen over de stelling dat het verleggen van je grenzen gepaard gaat met ongemak en frustratie. Eén persoon vroeg bijvoorbeeld of bij leren nu echt die frustratie (/dat ongemak) nodig is. Een andere persoon vroeg of deze steeds optredende frustratie niet haaks staat op het progressieprincipe dat zegt dat het ervaren van betekenisvolle progressie sterk motiverend werkt (“frustratie ervaren is toch niet echt motiverend?”).
Trainingen Progressiegericht Werken |
Frustratie als het rijden over een zandpad met kuilen
Laten we eerst ingaan op de vraag van de eerste persoon: is frustratie bij leren nu echt nodig? Ja. Vooropgesteld, we hebben het niet over een intense en verlammende frustratie maar over een milde frustratie. Mijn artikel legt de volgende drie dingen uit. Ten eerste dat het tegen een grens aanlopen als je ergens beter in probeert te worden, geen aanwijzing is voor een gebrek aan talent. Tegen grenzen aanlopen terwijl je beter probeert te worden in een standaard onderdeel van je grenzen verleggen. Ten tweede dat het ervaren van ongemak en een zekere mate van frustratie aanwijzingen zijn dat je het goede aan het oefenen bent. De uitdaging die je aan jezelf stelt doet een iets hoger beroep op je vaardigheden dan je nu in huis hebt. Ten derde dat de frustratie die je voelt tijdens het oefenen ervoor zorgt dat je brein langzaamaan komt met nieuwe oplossingen.
Vergelijk dit laatste met zandpad waarover regelmatig auto’s rijden waardoor het pad vol kuilen komt te zitten en het rijden steeds moeilijker wordt. De gemeente is ervan op de hoogte dat het verkeer blijft komen en besluit het zandpad te verharden. Het verkeer kan er nu zonder problemen overheen rijden.
Het versterken van onze spieren
Iets analoogs gebeurt als we onze spieren trainen. Anders Ericsson en Robert Pool leggen in hun boek Peak uit wat er in ons lichaam gebeurt als we matig intensief trainen. De samentrekking van onze spiervezels zorgt ervoor dat onze spiercellen hun energie en zuurstof uitputten. Deze cellen halen hun energie en zuurstof uit het bloed. De hoeveel energie en zuurstof in het bloed neemt hierdoor af. In reactie hierop gaan we sneller ademen om de hoeveelheid zuurstof terug te brengen naar het normale niveau. Ook onze hartslag neemt toe om het bloed sneller te kunnen circuleren. En energievoorraden in het lichaam worden aangesproken om door de spieren te kunnen worden benut.
Als we echter onszelf echter gedurende langere tijd zwaarder belasten, gebeurt er iets anders. In dat geval zijn de tegenmaatregelen van het lichaam (sneller ademen, verhoogde hartslag, aanspreken energievoorraden) niet meer voldoende om het lichaam terug te brengen in een situatie van homeostase. Zuurstof en energieniveaus worden abnormaal laag. In reactie hierop worden binnen cellen andere genen op het DNA geactiveerd waardoor andere biochemische processen op gang komen en andere stoffen worden geproduceerd. Het resultaat van al deze processen is dat onze spieren worden versterkt.
Structurele versterkingen in reactie op blijvende uitdaging
Het algemene patroon is: als ons lichaam wordt uitgedaagd tot boven het niveau waarop het in staat is om terug te keren naar een toestand van homeostase worden er naar verloop van tijd structurele versterkingen gebouwd, bijvoorbeeld door de groei van nieuwe spiercellen, bloedvaten of verbindingen tussen neuronen. Je herkent de vergelijking met het zandpad. De last van het steeds maar moeten blijven rijden over het onverharde zandpad met al haar kuilen heeft er toe geleid dat het initiatief genomen is om het pad te verharden. Hierdoor is het pad nu beter opgewassen haar zware taak.
Ericsson en Pool benadrukken dat het belangrijk is om de uitdaging steeds te blijven zoeken. Zo gauw je daarmee stopt kom je niet vooruit. Je functioneert dan namelijk weer binnen je comfortzone en het lichaam heeft niet de noodzaak om te komen tot het komen van structurele verbeteringen.
Hoewel er over de ontwikkeling van mentale vaardigheden minder bekend is dan over de groei van spieren zijn er veel aanwijzingen dat het proces analoog verloopt. Door je brein voortdurend zodanig uit te dagen dat het lichaam niet in staat is om homeostase te herstellen, komt erop een gegeven moment een proces opgang om je brein te versterken. Het kan bijvoorbeeld gaan om het creëren van nieuwe verbindingen tussen neuronen en om het verdikken van de myelinelaag om de uitlopers van neuronen. Er zijn steeds meer onderzoeken die laten zien dat het brein zich voortdurend aanpast. Jezelf structureel uitdagen in een bepaalde richting, zorgt ervoor dat het brein zichzelf gaat versterken om beter opgewassen te zijn tegen het type uitdaging.
Frustratie is nodig om te komen tot doorbraakoplossingen
Het aversieve gevoel van nog niet opgewassen zijn tegen je uitdaging, laten we het frustratie noemen, is dus een vast onderdeel van beter worden. Dat brengt me op de vraag van de tweede persoon: hoe kan dit ooit motiverend zijn? De vraag is begrijpelijk. Het ervaren van de frustratie is niet leuk en wordt het ook niet echt. Maar het helpt enorm om de betekenis van de frustratie te begrijpen. Als je de frustratie kunt zien als een indicatie dat je iets goeds aan het oefenen bent en dat het volhouden hiervan leidt tot structurele groei is het veel beter te verdragen.
De rol van progressie bij deliberate practice
Maar er is nog een tweede ding wat belangrijk is om te zeggen en dat heeft betrekking op het progressieprincipe. Deze uitdagende manier van oefenen, leidt vaak tot snelle progressie. Progressie kan echter vaak de onhebbelijke eigenschap hebben dat we haar niet opmerken als we er niet specifiek op letten. Daarom is het verstandig om bewust de progressie die je door het oefenen boekt, te monitoren.
Hoe kun je dit doen? Als je een specifieke vaardigheid op je muziekinstrument onder de knie wilt krijgen via deliberate practice, neem dan van tevoren eens op hoe je klinkt voordat je geoefend hebt en doe datzelfde nadat je een uurtje geoefend hebt. Vergelijk na afloop deze twee opnames bewust. Dit zal je helpen om je beter bewust te zijn van je progressie. Het zal je daardoor nog bewuster maken van de kracht van deliberate practice. Kortom, het zal je motivatie om zo te oefenen vermoedelijk versterken.
Geachte heer Visser, beste Coert,
Toen ik na 30 jaar stilstand het pianospelen wilde oppakken, wist ik bij lange na niet waar te beginnen. Ik ben maar eens begonnen met het leren spelen van een eenvoudig stuk wat ik leuk vond. Maar het knaagde wel. Ik had vroeger dan wel les gehad, maar daar schortte ook het een en ander aan. Mijn dochter krijgt nu erg goed (viool)les en haar muziekleraar begint elke les met toonladders. Ik had dus ergens wel het gevoel dat voor mij toonladders oefenen ook effect zou moeten hebben. Ik ken de theorie van toonladders, waar zitten de kruizen en mollen etc. Maar ik miste ook nog kennis: bijvoorbeeld: wat is de goede vingerzetting.
Ondertussen las ik uw boek “Kiezen voor progressie” en ik kreeg door dat deliberate practice het uitgangspunt zou moeten zijn voor mijn verbetering. Ik ging YouTube op en vond er een goede cursus waarmee ik in 12 weken de 12 grote terts toonladders kon leren spelen. Mét oefenstrategieën die uitgaan van je grens opzoeken, verkennen en verleggen. En met de uitdaging om zelf een oefenenschema te maken om elke dag 10 minuten bezig te zijn. Mét handige tips als: gebruik geen timer die aftelt, maar eentje die optelt. Zodat je als je in een flow komt, je niet gehindert wordt door het belletje van je timer.
Ik ben er met plezier aan begonnen. Omdat ik weet dat autonome motivatie met deliberate practice een goed resultaat behaald.
Bedankt voor uw inzichten en ook bedankt voor uw blogs. (en nu maar wachten op die extra myeline)
Groet,
Philipine
Bedankt voor je berichtje. Veel succes en plezier met oefenen!