Heb je wel eens een taak voor je uitgeschoven tot het allerlaatste moment, wetende dat dit je kans op succes verkleint? Of heb je vlak voor een belangrijke presentatie ineens de drang gevoeld om je inbox op te ruimen, je bureau te reorganiseren of andere ‘dringende’ taken te doen? Dit gedrag, waarbij we onze eigen prestaties ondermijnen, heet zelfhandicappen (self-handicapping). Het is een krachtige, maar vaak onbewuste psychologische strategie om onszelf te beschermen tegen het risico dat falen wordt gezien als een blijvend tekort aan eigen capaciteit.
1. De empirische basis van zelfhandicappen
Zelfhandicappen werd voor het eerst theoretisch beschreven door Edward E. Jones en Steven Berglas in 1978. Edward E. Jones was zelf een invloedrijke grondlegger van de attributietheorie, die verklaart hoe we oorzaken toekennen aan gedrag. De wetenschappelijke behoefte om zelfhandicappen experimenteel te bewijzen, kwam voort uit de observatie dat mensen vaak excuses gebruiken nadat ze gefaald hebben. Jones en Berglas stelden de hypothese dat mensen ook proactief obstakels creëren, vóór een prestatie, om de oorzaak van falen bij voorbaat te kunnen verklaren. Om deze theorie te valideren als een bewuste, defensieve strategie, moesten de onderzoekers aantonen dat het individu de specifieke intentie had om de oorzaak van het falen te verschuiven—van interne bekwaamheid naar een extern obstakel. De bewijsvoering voor deze bewuste intentie komt uit experimenten met gecontroleerde omstandigheden (Berglas & Jones, 1978a).
* Het bewijs: de keuze voor het belemmerende middel
Om de proactieve intentie te meten, gebruikten Jones en Berglas klassieke experimenten. In deze opzet lieten wetenschappers deelnemers eerst taken uitvoeren en gaven ze succesfeedback. De kritieke stap was de manier waarop dit succes werd gepresenteerd. Bij een deel van de deelnemers gaven de onderzoekers willekeurige of niet-gerelateerde succesfeedback, ook al waren de taken feitelijk onoplosbaar. Hierdoor behaalden de proefpersonen goede resultaten, maar ze wisten of vermoedden dat het toeval was, niet bekwaamheid. Dit creëerde een diepe onzekerheid over de eigen capaciteit en de angst dat bij een volgende test de ware, mogelijk lage, bekwaamheid blootgelegd zou worden.Vervolgens mochten de deelnemers, in anticipatie op een hertest, een middel kiezen: één middel zou de prestaties bevorderen, het andere zou de prestaties belemmeren.
De doorslaggevende bevinding was dat de deelnemers in de conditie met het onzekere succes significant vaker voor het prestatie-belemmerende middel kozen. Deze keuze is irrationeel vanuit het oogpunt van prestatieverbetering. De enige logische verklaring is dat deze personen bewust een obstakel creëerden om een excuus te hebben: als ze zouden falen, konden ze de schuld leggen bij het externe obstakel (het middel) in plaats van bij hun vermeende gebrek aan bekwaamheid (Berglas & Jones, 1978a).
Dit fenomeen wordt gedreven door identiteitsbedreiging – de psychologische ervaring waarbij het zelfbeeld als competent persoon fundamenteel in gevaar komt. Wanneer falen dreigt onze kernidentiteit aan te tasten (‘ik ben niet intelligent’), wordt de behoefte aan zelfbescherming zo sterk dat we liever onze kansen saboteren dan deze existentiële bedreiging onder ogen te zien.
* Gedragsmatig zelfhandicappen in de praktijk
Naast het klassieke experiment met prestatie-bevorderende en -belemmerende middelen, zijn er andere observeerbare gedragingen die aantonen dat mensen zichzelf proactief belemmeren, vaak zonder dat dit via zelfrapportage wordt gemeten. Hier zijn enkele voorbeelden:
- Het onthouden van inspanning: In vervolgstudies werd waargenomen dat individuen met een bedreigd zelfbeeld actief minder oefentijd namen of minder inspanning leverden voor een taak (Pyszczynski & Greenberg, 1983). Het gebrek aan inspanning creëert het excuus: “Ik faalde omdat ik niet hard genoeg heb gewerkt.”
- Keuze voor alcohol: Experimenten hebben aangetoond dat proefpersonen, wanneer hun bekwaamheid bedreigd werd, ervoor konden kiezen om alcohol te consumeren voorafgaand aan een test (Berglas & Jones, 1978b).
- Uitstelgedrag: Dit is de meest alledaagse vorm van zelfhandicappen. Door taken uit te stellen tot het laatste moment, kan een slechte prestatie worden toegeschreven aan tijdsgebrek in plaats van aan een gebrek aan talent.
2. Zelfhandicappen en de statische mindset
De neiging tot zelfhandicappen is sterk verbonden met onze diepste overtuigingen over de aard van intelligentie en talent, oftewel de mindset, zoals onderzocht door Carol Dweck (2006). Zij onderscheidde de statische mindset, het geloof dat intelligentie en fundamentele talenten aangeboren, stabiel en onveranderlijk zijn en de groeimindset, het geloof dat capaciteiten dynamisch zijn en ontwikkeld kunnen worden door inspanning, effectieve strategieën en begeleiding.
* De statische mindset als risicofactor
Recente studies tonen de relatie tussen statische mindset en zelfhandicappen:
- Correlationeel bewijs: Recente structurele modellering in grote steekproeven bevestigt dat de statische overtuigingen over intelligentie positief correleren met zowel beweerd als gedragsmatig zelfhandicappen. Zelfhandicappen medieert bovendien de negatieve impact van de statische mindset op de academische aanpassing.
- Meta-analyse: Een meta-analyse van Schwinger et al. (2021) bevestigde dat de statische mindset een consistente factor is die de neiging tot academisch zelfhandicappen beïnvloedt.
- Causale en differentiële bevindingen: Interventieonderzoek van Török et al. (2022) toonde aan dat studenten die in eerste instantie een sterke statische mindset hadden, de grootste en duidelijkste vermindering van zelfhandicappen lieten zien na een groeimindsetinterventie. Deze bevinding benadrukt dat de statische mindset-groep de hoogste baseline kwetsbaarheid voor zelfhandicappen vertoont en de meeste behoefte heeft aan defensie.
De statische mindset hangt samen met de faalangst, wat op zijn beurt de noodzaak voor zelfhandicappen kan genereren.
3. De oplossing: de beschermende kracht van de groeimindset
De groeimindset werkt als een krachtige beschermende factor tegen zelfhandicappen. Wanneer je de overtuiging omarmt dat capaciteiten kneedbaar zijn, verandert de betekenis van falen compleet. Dit heeft directe gevolgen voor de neiging tot zelfhandicappen:
- Falen wordt feedback, geen oordeel. Fouten worden geïnterpreteerd als informatie die nodig is om je strategieën aan te passen en verder te groeien.
- De noodzaak tot zelfbescherming vermindert. Omdat een mislukking niet langer je identiteit bedreigt, is de psychologische reden om preventief obstakels op je pad te leggen minder sterk aanwezig.
Onderzoek bevestigt deze samenhang: studenten die in eerste instantie een sterke statische mindset hadden, profiteerden aanzienlijk van een groeimindsetinterventie. Dit leidde tot een duidelijke vermindering van zelfhandicappen (Török et al., 2022). De interventie was het meest effectief bij degenen die het grootste risico liepen om zichzelf te belemmeren, wat de link tussen de statische mindset en zelfhandicappen onderstreept.
Kortom, de meest effectieve manier om de neiging tot zelfhandicappen te verminderen, is door te verschuiven van de angst voor falen (sterk verbonden met de statische mindset) naar de focus op leren en groei (gedreven door de groeimindset).
Literatuurlijst
- Dweck, C. S. (2006). Mindset: The new psychology of success. Random House Publishing Group.
- Jones, E. E., & Berglas, S. (1978a). Control of attributions about performance through self-handicapping strategies. General Learning Press.
- Berglas, S., & Jones, E. E. (1978b). Drug choice as a self-handicapping strategy in response to noncontingent success. Journal of Personality and Social Psychology, 36(4), 405–417.
- Pyszczynski, T., & Greenberg, J. (1983). Determinants of reduction in intended effort as a strategy for coping with anticipated failure. Journal of Research in Personality, 17(4), 412–422.
- Schwinger, M., Trautner, M., & Pütz, M. (2021). Why do students use strategies that hurt their chances of academic success? A meta-analysis of antecedents of academic self-handicapping. Journal of Educational Psychology, 113(3), 543–573.
- Török, L., Szabó, Z. & Orosz, G. (2022). Promoting a growth mindset decreases behavioral self-handicapping among students who are on the fixed side of the mindset continuum. Sci Rep 12, 7454. https://doi.org/10.1038/s41598-022-11547-4


0 reacties