Impact van vroege overtuigingen over intellectuele capaciteiten

door | okt 26, 2024 | mindset | 0 Reacties

De impact van vroege overtuigingen over capaciteiten op motivatie bij kinderen

Hoe het denken van kinderen over intelligentie hun motivatie en gedrag beïnvloedt. Waarom gaan sommige kinderen enthousiast nieuwe uitdagingen aan, terwijl anderen aarzelen? Dit verschil kan te maken hebben hun mindset over hun eigen intellectuele capaciteiten. Een recente studie van Muradoglu et al. (in druk) onderzoekt hoe kinderen tussen de 5 en 11 jaar oud hierover denken en hoe deze overtuigingen hun motivatie en gedrag beïnvloeden.

Achtergrond van het onderzoek

Bij volwassenen is bekend dat overtuigingen over intellectuele capaciteiten, zoals het hebben van een groeimindset of een statische mindset, belangrijke invloed hebben op motivatie en prestaties. Muradoglu en collega’s wilden ontdekken of dergelijke overtuigingen ook al bij jonge kinderen voorkomen en hoe deze hun schoolprestaties en motivatie beïnvloeden. Interessant aan dit onderzoek is dat het meerdere dimensies van overtuigingen onderzoekt, in plaats van zich te beperken tot het traditionele onderscheid tussen groeimindset en statische mindset.

Methode

Aan het onderzoek namen 231 kinderen deel, variërend in leeftijd van 5 tot 11 jaar. De groep was gelijkmatig verdeeld over leeftijden, geslachten en etnische achtergronden, hoewel de meeste kinderen uit relatief welvarende gezinnen kwamen. De kinderen vulden een aangepaste vragenlijst in, afgestemd op hun leeftijd en begripsniveau. De vragen gingen over hun overtuigingen met betrekking tot vakken als wiskunde en spelling, en over hun motivatie en gedrag ten opzichte van leren.

Vijf dimensies van overtuigingen over intellectuele capaciteiten

De onderzoekers identificeerden vijf belangrijke dimensies van overtuigingen over intellectuele capaciteiten:

  1. Groeimindset versus statische mindset: het geloof dat capaciteiten kunnen groeien door inspanning tegenover de overtuiging dat capaciteiten vaststaan.
  2. Universele mindset versus niet-universele mindset: het idee dat iedereen het potentieel heeft om hoge niveaus van capaciteit te bereiken tegenover het geloof dat slechts sommige mensen dat kunnen.
  3. Brilliantie-overtuigingen: de overtuiging dat uitzonderlijke intelligentie of ‘brilliantie’ noodzakelijk is voor succes.
  4. Aangeborenheidsovertuigingen: het idee dat capaciteiten aangeboren zijn en niet significant kunnen veranderen.
  5. Responsiviteit op interventie: het geloof dat capaciteiten kunnen verbeteren door externe factoren zoals oefening en onderwijs.

Daarnaast maten zij aspecten van motivatie en gedrag, zoals:

Resultaten

Coherent netwerk van overtuigingen: De resultaten toonden aan dat de vijf overtuigingsdimensies een samenhangend systeem vormen. Kinderen met een groeimindset geloofden vaker in een universele mindset en dat capaciteiten responsief zijn op interventie. Daarentegen geloofden kinderen met een statische mindset eerder dat brilliantie noodzakelijk is voor succes en dat capaciteiten aangeboren zijn.

Invloed op motivatie en gedrag: Er werden significante verbanden gevonden tussen de overtuigingen van kinderen en hun motivatie en gedrag:

  • Kinderen met een groeimindset waren meer gericht op leerdoelen en het ontwikkelen van hun capaciteiten. Ze kozen vaker voor uitdagende taken en waren minder bang om fouten te maken.
  • Kinderen met brilliantie-overtuigingen ervoeren meer evaluatieve bezorgdheid. Dit effect was vooral sterk bij jongere kinderen.
  • Kinderen die geloofden in de aangeborenheid van capaciteiten waren meer gericht op prestatiedoelen en vermeden vaker uitdagingen.

Het is belangrijk op te merken dat deze resultaten gebaseerd zijn op correlaties. Hoewel er verbanden zijn tussen overtuigingen en gedrag, kunnen we niet concluderen dat de overtuigingen de directe oorzaak zijn van het waargenomen gedrag.

Leeftijdseffecten: De relatie tussen brilliantie-overtuigingen en evaluatieve bezorgdheid was sterker bij jongere kinderen (5-7 jaar) dan bij oudere kinderen (8-11 jaar). Dit suggereert dat jongere kinderen gevoeliger zijn voor de overtuiging dat succes afhangt van aangeboren intelligentie, wat kan leiden tot meer angst om beoordeeld te worden.

Conclusie

De studie van Muradoglu et al. benadrukt dat kinderen al op jonge leeftijd complexe overtuigingen hebben over hun eigen intellectuele capaciteiten. Deze overtuigingen zijn gerelateerd aan hun motivatie, gedrag en bereidheid om uitdagingen aan te gaan. Het begrijpen en adresseren van deze overtuigingen kan een sleutel zijn hen effectief te ondersteunen in hun leerproces.

 

Praktische implicaties

  • Voor ouders en opvoeders: Het is waardevol om een groeimindset bij kinderen te bevorderen door hen aan te moedigen te geloven dat ze hun capaciteiten kunnen ontwikkelen door oefening en inspanning. Door de focus te leggen op het leerproces en doorzettingsvermogen, in plaats van op aangeboren talent of brilliantie, kunnen kinderen gemotiveerder en zelfverzekerder worden.
  • Voor leerkrachten en scholen: Scholen kunnen een veilige leeromgeving creëren waar fouten worden gezien als leerkansen. Door leerlingen te betrekken bij uitdagende taken en hen te leren over verschillende mindsets, kunnen ze worden aangemoedigd om hun capaciteiten te ontwikkelen en nieuwe uitdagingen aan te gaan.
Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (0)
  • Bruikbaar (0)

0 reacties

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

 

Voeg je bij 527 andere abonnees
 

► UPDATES & REACTIES

  1. Coert Visser
  2. Coert Visser
  3. Eigenlijk past Trump precies dezelfde tactieken toe als Hitler. Van die laatste weten we tot wat dat geleid heeft. (en…

  4. Coert Visser

    Open link ► Dit artikel van Landry et al. (2024) laat zien dat vegetarische en veganistische eetpatronen kunnen helpen om…

  5. Coert Visser
  6. Coert Visser
  7. Coert Visser
  8. Coert Visser
  9. Coert Visser
  10. Coert Visser