De CPW 7-stappenaanpak is een gespreksstructuur voor progressiegericht helpen. In zo’n gesprek werk je met zeven stappen: 1) de nuttigheidsvraag, 2) de progressiebehoefte, 3) de gewenste toekomst, 4) de al bereikte progressie, 5) het eerdere succes, 6) de progressiestap en 7) het ervaren nut van het gesprek.
Professionals die kennismaken met de 7-stappenaanpak, stellen soms de vraag: waarom zou je met die nuttigheidsvraag beginnen, kun je niet net zo goed meteen naar stap 2, de progressiebehoefte? Die vraag is begrijpelijk. Veel professionals zijn, vanuit hun motivatie om behulpzaam te zijn, geneigd om snel “de inhoud in te duiken”: het probleem, de vraag of de wens waar iemand mee zit. Stap 2 voelt dan als een natuurlijk startpunt: je vraagt waar iemand progressie in wil, de ander doet zijn verhaal en de situatie ligt op tafel. Het kan dan lijken alsof de nuttigheidsvraag vooral een beleefde, ietwat geforceerde, opening is die weinig toevoegt. Toch is het overslaan van stap 1 een valkuil. Juist deze stap bepaalt in hoge mate hoe gericht, effectief en motiverend het gesprek wordt.
Wat stap 2 (progressiebehoefte) en 3 (gewenste situatie) doen
Iemand komt bij je voor hulp omdat er iets is in zijn situatie waar hij progressie in wil bereiken. Het kan gaan om een probleem waarvan hij niet goed weet hoe hij het moet gaan oplossen of om een doel waarvan hij nog niet goed weet hoe hij het moet gaan bereiken. In stap 2 (verhelderen van de progressiebehoefte) onderzoek je waar de persoon in vooruit wil komen. In stap 3 (beschrijven van de gewenste toekomst) onderzoek je hoe de persoon wil dat zijn situatie eruit komt te zien. Stap 2 en 3 kunnen gaan over situaties in het werk, in opleiding of in privésituaties. Ze gaan dus allebei over de situatie zelf: wat iemand graag anders wil hebben in zijn leven of werk.
Twee soorten nuttigheidsvragen: over aanpak en over gewenste opbrengst
De nuttigheidsvraag heeft een andere functie. Er zijn twee vormen van nuttigheidsvraag. De eerste vorm is de aanpakgerichte nuttigheidsvraag. Deze gaat over de inhoud en aanpak van het gesprek. Met andere woorden: waarover moet het gesprek wat jou betreft gaan om het nuttig te laten zijn en hoe wil je het gesprek aanpakken? De tweede vorm is de opbrengsgerichte nuttigheidsvraag. Deze gaat over de gewenste opbrengst van het gesprek. Met andere woorden: wat hoopt de ander dat het gesprek na afloop zal hebben opgeleverd?
De unieke bijdrage van de nuttigheidsvraag
De nuttigheidsvraag gaat alleen over dit gesprek dat je nu voert met de persoon. Met deze vraag zoom je niet in op de hele situatie waarin de ander progressie zoekt, maar specifiek op wat dit ene gesprek zou moeten opleveren. Daarmee verschuift de focus van het grote geheel van iemands situatie naar een haalbare opbrengst in de beperkte tijd die jullie nu hebben.
De persoon kan in stap 2 en 3 bijvoorbeeld vertellen dat hij uitdaging mist in zijn werk en graag wil doorgroeien naar de functie van teamleider. Dat is een doel waar waarschijnlijk een wat langere periode voor nodig is. Door vervolgens de nuttigheidsvraag te stellen, wordt duidelijk wat dit ene gesprek daaraan kan bijdragen. Het is vrijwel uitgesloten dat de opbrengst van het gesprek zal zijn dat hij meteen teamleider kan worden. Door de nuttigheidsvraag te stellen, wordt duidelijk wat dit ene gesprek kan bijdragen aan zijn proces richting teamleider. Misschien wil hij in dit gesprek vooral meer overzicht krijgen in de routes die binnen zijn organisatie mogelijk zijn, of één idee formuleren voor een eerste stap in de komende weken, of helder krijgen hoe hij dit onderwerp eens goed met zijn leidinggevende kan bespreken.
Wat er gebeurt als je de nuttigheidsvraag overslaat
Het overslaan van de nuttigheidsvraag kan leiden tot een verlies aan focus en afbakening. Zonder deze stap vervaagt het onderscheid tussen de ‘gewenste situatie’ in de bredere situatie (vaak lange termijn) en de gewenste opbrengst van dit gesprek. Hierdoor lopen coach en cliënt het risico een groot veranderdoel te willen ‘oplossen’ in één sessie, waardoor het gesprek alle kanten op kan waaieren zonder concrete uitkomst. Daarnaast ondermijnt het overslaan van deze stap het eigenaarschap van de gesprekspartner. Door niet te vragen naar de gewenste aanpak, vult de coach onbedoeld in hoe er gewerkt wordt, wat ten koste gaat van de autonomie en betrokkenheid van de cliënt. Tot slot ontbreekt zonder de nuttigheidsvraag een helder ijkpunt voor de evaluatie aan het eind van het gesprek. Omdat niet expliciet is gemaakt wat het gesprek moest opleveren, is in stap 7 (ervaren nut van het gesprek) lastig vast te stellen of die gewenste opbrengst ook daadwerkelijk is bereikt.


0 reacties