De afgelopen tijd heb ik regelmatig opmerkingen gehoord in de trant van: “Ik heb heel erg veel geleerd van jullie boeken en blogs maar het voegt toch ontzettend veel toe om ook training bij jullie te volgen.” Als ik doorvraag over wat het dan is dat die trainingen vooral toevoegen, hoor ik steevast als meest genoemde antwoord: oefenen volgens de deliberate practice aanpak (Ericsson, 1993). Tijdens deliberate practice oefenen we wat de cursisten nog niet zo goed afgaat, wat ze dus lastig vinden. Dit brengt altijd wel een zeker ongemak met zich mee omdat je als cursist tijdens het oefenen merkt dat nog niet alles goed lukt en je ook feedback krijgt over hoe je het anders zou kunnen doen. Soms is het oefenen op de deliberate-practice-manier op een eerste dag van een training wel wat wennen maar op latere trainingsdagen worden cursisten er vaak steeds enthousiaster over omdat ze merken hoeveel ze ervan leren.
Deliberate practice in trainingen
We passen deliberate practice op diverse manieren toe. Een eerste manier is in het directe één-op-één contact tussen cursist en trainer. Cursisten die iets lastig vinden, kunnen soms in korte één-op-één interacties met de training formuleringen uitproberen en feedback en hulp krijgen van ons als trainer. Een tweede manier is het oefenen in groepjes met ons als trainers. In de groep worden geïnventariseerd wat de deelnemers willen oefenen en dat gaan we vervolgens op een deliberate practice manier oefenen. Tijdens het oefenen wordt gebruik gemaakt van time-outs, wordt feedback en hulp geboden door ons als trainer en worden de stukjes steeds opnieuw geoefend tot ze steeds beter gaan. De manier van werken is niet alleen leerzaam voor de persoon die aan het oefenen is maar ook voor mensen die dat oefenen zitten te observeren.
Oefenen met de hele groep
Een derde manier is het oefenen in plenaire groep. We doen deze oefening met twee trainers. Deze manier van deliberate practice oefenen gebruiken we met professionals die veel met groepen werken, zoals leidinggevenden, docenten en trainers. Vandaag deden we zo’n oefening met een groep mensen die onder andere werken als trainers. We vroegen hen als eerste op op gele briefjes op te schrijven wat situaties in trainingen zijn die ze lastig te hanteren vinden of waarvan ze vrezen dat ze ze ooit zullen tegenkomen als trainer. We vragen hen die lastige situaties zoveel mogelijk te beschrijven in termen van wat cursisten in hun trainingen zeggen (bijvoorbeeld: “Waarom moeten wij deze oefening eigenlijk doen?” of “Wat weet jij als trainer nou eigenlijk van ons werk?”).
Vervolgens hangt men de briefje op op een flipovervel en de eerste trainer leest de briefjes voor. Dan vraagt de trainer aan de groep wie als eerste zou willen oefenen voor de groep en welke lastige situatie die persoon zou willen oefenen. Dan wordt iemand in de groep gevraagd om precies die lastige opmerking tegen deze persoon te zeggen terwijl hij of zij voor de groep staat. De persoon probeert dan effectief (uiteraard progressiegericht) te reageren. Dit duurt vaak een minuut of 5. Dan neemt de tweede trainer deze persoon mee naar de gang. Samen bespreken zij wat er goed gingen en wat er eventueel beter zou kunnen. Tegelijkertijd geven alle aanwezigen in de groep via gele briefjes die op een flipovervel worden geplakt ook aan wat zij goed vonden gaan en wat hun suggesties zijn om het beter te doen. Dit flipovervel wordt naar de gang gebracht en gelezen door tweede trainer en de oefenende persoon.
Daarna gaat de oefenende persoon terug naar de trainingsruimte en krijgt de gelegenheid om dezelfde situatie nog een keer te oefenen. Hierbij kan eventueel af en toe in een time out ruggespraak gehouden worden met de tweede trainer. Na afloop krijgt de oefenende persoon nog een keer feedback van groep. Vaak is er een grote vooruitgang te zien in hoe effectief de oefening de tweede keer wordt gedaan.
Spannend maar leerzaam
Deze oefening werkt vaak erg goed. Het is voor de oefenende cursist vaak spannend om voor de groep te gaan staan en te oefenen. Het is trouwens interessant dat deze spanning tijdens het oefenen voor anderen helemaal niet zo goed op te merken is. Tegelijk is de oefening vaak leerzaam. Dit heeft te maken met de manier waarop feedback wordt gegeven en hulp wordt geboden. De feedback wordt schriftelijk aangereikt waardoor de oefenende persoon deze rustig kan lezen en zelf kan kiezen welke feedback hij of zij wil gebruiken en hoe. Ook de concrete suggesties die geboden worden door de medecursisten en trainers is behulpzaam.
0 reacties