Gregory Walton en Timothy Wilson hebben een artikel gepubliceerd waarin zij een interventiebenadering presenteren voor persoonlijke en sociale problemen (Walton & Wilson, 2019). De noemen deze aanpak wise interventions en hij is gebaseerd op kennis uit de sociale psychologie (zie ook psychologische interventies). In de aanpak staat centraal hoe mensen subjectieve betekenis geven aan hun situaties. Ze vormen werkhypotheses over zichzelf, over andere mensen en over sociale situaties. In bepaalde contexten kunnen schadelijke werkhypotheses ontstaan die een negatieve spiraal kunnen veroorzaken. De auteurs beschrijven interventies waarmee mensen hun werkhypotheses kunnen aanpassen waardoor ze beter kunnen gaan functioneren. Ze leggen uit hoe kleine interventies kunnen leiden tot eerste veranderingen die ingebed kunnen raken in het leven van mensen. Hieronder kun je een korte beschrijving lezen van de wise interventions aanpak.
De Social Progress Index (SPI) van 2018 is gepubliceerd. De SPI, die nu voor de vijfde keer wordt gepubliceerd, meet het vermogen van samenlevingen om te voldoen aan de basisbehoeften van hun burgers en om de bouwstenen te verschaffen die het mogelijk maken voor burgers en gemeenschappen om de kwaliteit van hun leven te verbeteren en om condities te scheppen voor alle individuen om hun volle potentieel te realiseren. Het rapport rangordent 146 landen waarvan voldoende gegevens zijn over alle componenten waaruit de SPI bestaat.
De social progress index is een maat om te beschrijven of het in een land de goede kant op gaat (lees meer over de achtergronden van de SPI in dit bericht). De SPI bestaat uit 12 items die verdeeld zijn over 3 rubrieken:
Deze items zijn weer onderverdeeld in subitems. Deze items, subitems en hun definities kun je hier lezen.
Jaarlijks wordt een rapport uitgebracht waarin de nieuwste resultaten per land worden beschreven. Het rapport van dit jaar kun je hier downloaden. De onderstaande tabel laat zien hoeveel sociale progressie er wordt geboekt in verschillende landen. Zoals te zien is de sociale progressie in Nederland relatief hoog.
Graag wil ik iets uitleggen over psychologische interventies die leiden tot recursieve verandering in personen en situaties. In allerlei contexten in het leven zijn we voortdurend op zoek naar manieren om verbetering tot stand te brengen. Een voorbeeld is het verbeteren van de inzet, betrokkenheid en leerprestaties van leerlingen in het onderwijs, in het bijzonder voor leerlingen in achterstandssituaties. Een ander voorbeeld is het verminderen van de ongelijkheid tussen groepen op de arbeidsmarkt. Hieronder kun je lezen over een nog niet zo breed bekende manier om bij te dragen aan sociale progressie: psychologische interventies.
In een nieuw artikel schrijven Walton & Yeager (2019) over het belang van psychologische affordanties voor het welslagen van psychologische interventies. Psychologische affordanties zijn kenmerken van een sociale omgeving (bijvoorbeeld een school of een werkomgeving) die het mogelijk maken voor het individu (of toestemming geven aan het individu) om te denken op de manier die de psychologische interventie heeft aangeboden. Hieronder leg ik uit wat Walton & Yeager hiermee bedoelen en waarom aandacht voor psychologische affordanties een belangrijke manier is om de psychologie te kunnen begrijpen, toepassen en ontwikkelen.
De D-factor, ook wel bekend als de Donkere Factor van Persoonlijkheid (D), is de volgende diepgewortelde overtuiging bij sommige individuen: in de wereld waarin wij leven is het gerechtvaardigd en noodzakelijk is om je eigenbelang te bevorderen ten koste van de belangen van anderen.” Deze D-factor blijkt een gemeenschappelijke factor te zijn die ten grondslag ligt aan allerlei negatieve eigenschappen (lees meer). Hij is uitvoerig onderzocht in relatie tot verschillende sociale en politieke fenomenen, zoals samenzweringstheorieën, populisme en reacties op wereldwijde problemen zoals de COVID-19 pandemie.
Laatst sprak ik met een 50-plusser over allerlei dingen die zij nog geleerd had, aan het leren was en verder wilde gaan leren. Ze zei dat ze het gevoel had dat het leven haar eigenlijk nu meer mogelijkheden bood dan toen ze jong was. Ze concludeerde: Ouderdom komt niet alleen met gebreken. Die zin bleef in mijn hoofd hangen. Lees hieronder waarom ik denk dat die zin veel waarheid bevat.
Gedistantieerde zelfspraak heeft positieve effecten op onze zelfbeheersing en wijsheid. Daarnaast verandert het hoe we over onszelf denken. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van Izzy Gainsburg en Ethan Kross.
Gregory M. Walton, associate professor psychologie aan de Stanford University, doet onderzoek en onderwijs over wijze interventies die gericht zijn op psychologische processen die een rol spelen in individuele en grote sociale problemen. Deze wijze interventies kunnen de manier veranderen waarop mensen over zichzelf en hun situaties denken en kunnen hen helpen bloeien, zelfs gedurende lange perioden. Onlangs heeft Greg samen met Alia Crum het Handbook of Wise Interventions. How Social Psychology Can Help People Change gepubliceerd. We praten over wat deze wijze interventies zijn. Waarom het woord ‘wijs’ gebruiken om ze te beschrijven? Wat zijn enkele voorbeelden van deze interventies? Hoe kan het dat deze korte en eenvoudige interventies soms zulke langetermijnvoordelen hebben?
In recent onderzoek onderzoeken Itzchakov et al. (2023), de invloed luisterkwaliteit op de gevoelens van eenzaamheid, vooral bij mensen die een ervaring van sociale afwijzing hebben gedeeld. De onderzoekers verwachtten dat een hoge kwaliteit van luisteren, gedefinieerd als gedrag dat aandacht, begrip en positieve bedoelingen overbrengt, diverse positieve effecten heeft op de persoon die vertelt over de pijnlijke ervaring.
Het valt niet te ontkennen dat de mensheid geconfronteerd wordt met een aantal existentiële problemen, zoals economische ongelijkheid, aantasting van het milieu en politieke instabiliteit. Daarom is het noodzakelijk dat de samenleving als geheel werkt aan het algemeen belang. Helaas overheerst een gevoel van moedeloosheid omdat zoveel mensen zich machteloos lijken te voelen tegenover deze problemen. Toch kan onze bijdrage aan een betere wereld, zelfs als we af en toe denken dat ze weinig te maken hebben met deze belangrijke uitdagingen, invloed hebben. In dit artikel onderzoeken we de kracht van kleine acties en hoe ieders keuzes de loop van de toekomst kunnen beïnvloeden.
Twee indringende problemen waar de laatste tijd veel aandacht voor is, zijn eenzaamheid en polarisatie. Eenzaamheid komt relatief veel voor, vooral onder jongeren. Polarisatie lijkt steeds meer op te treden in de samenleving en zelfs families uit elkaar te rukken.
Geoffrey L. Cohen, hoogleraar psychologie op Stanford University, heeft een boek geschreven dat relevant is voor deze problemen. De titel is Belonging: The Science of Creating Connection and Bridging Divides. In dit boek laat hij zien dat het gevoel erbij te horen niet alleen een gevolg is van succesvol zijn maar ook een voorwaarde voor succes. Hieronder licht ik een tipje van de sluier op over de inhoud van het boek.
Een team van onderzoekers heeft vandaag een goede bijdrage geleverd aan het oplossen van het replicatieprobleem in de sociale wetenschap.
Eerder schreef ik al eens over wat wetenschap is en waarom het belangrijk is (zie Wetenschap verbeteren). In dat stuk gebruikte ik het onderstaande plaatje om een aantal essentiële schakels in de het wetenschappelijke proces te beschrijven. Elk van deze schakels vervult een essentiële rol in het goed laten functioneren van het wetenschappelijke proces. Bij meerdere van deze schakels is sprake van bedreigingen die de kwaliteit van de wetenschap kunnen ondermijnen.
De behoefte aan autonomie is een universele basisbehoefte van mensen. Als die behoefte aan autonomie vervuld wordt voelen we ons beter en functioneren we ook beter in allerlei opzichten (zie hier). Daarom doen we er verstandig aan in allerlei contexten om te proberen de autonomie van anderen te ondersteunen. Dat kan op verschillende manieren: door het bieden van keuzes, door het stimuleren van eigen initiatief en uitproberen van dingen en door het vragen om inbreng bij beslissingen. Een nieuw onderzoek wijst nog op een andere belangrijke manier om de autonomie van anderen te ondersteunen: door hen te respecteren als gelijkwaardig.
Er is een nieuw boek van Robert H. Frank, hoogleraar economie aan Cornell University en New York Times Columnist. De titel van het boek is Under the Influence: Putting Peer Pressure to Work. Het werk van Frank is wat mij betreft interessant omdat hij als econoom gebruik maakt van geavanceerde ideeën uit de psychologie, iets wat veel van zijn collega’s nog te weinig doen in mijn ogen. Dit boek van hem gaat over de grote invloed van onze context op onze keuzes.
Wij gebruiken cookies op onze website om u de meest relevante ervaring te bieden door uw voorkeuren en herhaalbezoeken te onthouden. Door op "Accepteren" te klikken, stemt u in met het gebruik van ALLE cookies.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.
Bedankt Judith! (Mede namens Mats, die het ook gelezen heeft en nuttig vindt).