Er is een nieuw publicatie van Macnamara & Rupani (2017) naar de relatie tussen mindset en sekse en opleidingsniveau. De onderzoekers vatten hun conclusies van de drie correlationele studies (N=103; N=147; N=200) die zij deden als volgt samen:
Tegen de verwachting in hebben vrouwen niet meer statische mindsets dan mannen,
Er is weinig bewijs dat meer intelligente vrouwen vooral statische mindsets hebben (het zogenaamde bright girl effect) en
Groeimindsets voorspellen niet het hoogste bereikte opleidingsniveau.
Hier zijn enkele reflecties van mijn kant over dit onderzoek en deze conclusies.
Leerlingen verschillen in hoe ze denken over de de mate waarin hun intelligentie vastligt (een statische mindset) en waarin inspanning hun schoolprestaties kan verbeteren (inspanningsovertuigingen ofwel effort beliefs). Zowel een statische mindset als negatieve inspanningsovertuigingen kunnen leren en presteren belemmeren en diverse andere negatieve consequenties hebben (zoals angst en een negatief zelfbeeld). Diverse auteurs hebben geopperd dat hoogbegaafdheid van leerlingen een verhoogd risico op een statische mindset hebben. Klopt dit? Een nieuw onderzoek van Boncquet et al. (2022) waaraan 3.329 leerlingen van groep 7 en hun ouders deelnamen verschaft hier meer duidelijkheid over.
In veel gesprekken en publicaties over mindset wordt vooral gesproken over de ontwikkelbaarheid van intellectuele capaciteiten. Het gaat dan om vragen als: kan iedereen intelligenter worden en kan iedereen beter worden in wiskunde? Dat is begrijpelijk omdat de meerheid van de onderzoeken die gedaan zijn naar mindset te maken hebben met de effecten van mindsets in relatie tot intellectuele capaciteiten. Maar de theorie van mindset is veel breder relevant. Hier zijn enkele voorbeelden (het is geen uitputtend overzicht) van hoe mindsets in diverse contexten relevant zijn.
Onderzoek heeft laten zien dat mensen zichzelf nogal eens overschatten. Deze zelfoverschatting kan tot problemen leiden in het functioneren en in de samenwerking met anderen. Vaak wordt gedacht dat deze neiging om de eigen kwaliteiten te rooskleurig in te schatten een universele neiging is. Nieuw onderzoek laat echter zien dat dit niet het geval is. Vooral mensen met een statische mindset zijn vatbaar voor zelfoverschatting.
In de Verenigde Staten zoeken onderzoekers al jaren naar een oplossing voor het probleem dat studenten uit bepaalde etnische groepen ondervertegenwoordigd zijn in exacte studies (STEM-studies) en gemiddeld lager presteren in deze studies. De ondervertegenwoordigde groep studenten worden aangeduid als URM-studenten (underrepresented racial/ethnic minorities) en bestaat uit studenten met een ‘Black’, ‘Latino’ en ‘Native’ achtergrond. Leden uit deze groepen zijn ondervertegenwoordigd in STEM-studies en presteren gemiddeld minder goed dan studenten met een ‘White’ of ‘Asian’ achtergrond. Een nieuw onderzoek biedt deels een verklaring voor deze prestatiekloof en ook inspiratie voor een manier om deze kloof te overbruggen.
Hoe beïnvloeden mindsets van docenten de veiligheid en het presteren van hun studenten? Twee nieuwe onderzoeken geven inzicht in hoe studenten merken of hun docent een statische mindset heeft of een groeimindset en hoe studenten beïnvloed worden door de door hem beleefde mindset van hun docent.
Mindsets zijn belangrijk in alle facetten van ons leven.
We kennen het begrip mindset vanuit het werk van Carol Dweck. Zij gaf het woord grote bekendheid via haar boek uit 2006. Dweck en haar collega’s deden veel onderzoek naar de effecten van hoe we denken over de ontwikkelbaarheid van intelligentie.
Maar Alia Crum (foto), assistant professor aan Stanford University, komt met een bredere definitie van het begrip mindset. Haar werk laat zien hoe belangrijk onze mindset is over alles wat we tegenkomen in het leven. Mindsets spelen een grote rol in ons functioneren, onze gezondheid en ons welbevinden. Lees verder »
Gisteren woonde ik een presentatie op een congres waarin onder andere wat uitleg werd gegeven over de voordelen van een groeimindset. Na afloop van de presentatie werd gelegenheid gegeven voor enkele vragen uit het publiek. De volgende vragen werden gesteld:
Kun je een groeimindset aanleren?
Hoeveel procent van de mensen heeft ongeveer een fixed mindset en hoeveel een groeimindset?,
Is het wel nodig dat iedereen een groeimindset heeft? Is het niet beter om in je team een combinatie te hebben van mensen met een fixed mindset en een groeimindset?
Dit zijn vragen die ik al eerder ben tegengekomen. De inleider op het congres gaf enkele goede antwoorden maar ik heb nog wat aanvullende gedachten die ik hier graag wil delen.
Exacte studies worden nogal eens gezien als studies die minder ruimte bieden voor het werken met mensen en het kunnen helpen van andere mensen. Voor een deel van de jonge mensen kan dit het kiezen van een exacte studie minder interessant maken. Uit nieuw onderzoek blijkt dat de mindset van docenten deze indruk beïnvloedt. Lees hieronder hoe een statische mindset van docenten de interesse van studenten in de exacte studie kan verminderen en een groeimindset van docenten deze juist kan vergroten.
In een nieuw artikel beschrijft David Yeager (2017) de mogelijke relatie tussen mindset en sociaal probleemgedrag van adolescenten. Hij beschrijft hoe een statische mindset (de overtuiging dat mensen niet kunnen veranderen) bij sociale problemen (zoals uitgesloten worden of gepest worden) leidt tot zelfverwijt en verwijten aan anderen en samenhangt met meer extreme gevoelsmatige, fysiologische en gedragsmatige problemen zoals depressie en agressie.
Agressie onder adolescenten en pestgedrag krijgen regelmatig aandacht in de media. Helaas is er nauwelijks of geen bewijs dat bestaan antipestprogramma’s op scholen werken (Yeager et al., 2015). Tevens is er nog relatief weinig onderzoek en theorievorming over wat de redenen voor relationele agressie onder adolescenten zijn. Daarom is ook nog weinig bekend over welke interventies goed zouden kunnen werken. Een nieuw onderzoek van Lee & Yeager (2019) biedt daarvoor mogelijk wel aanknopingspunten.
Al meerdere malen heb ik mijn zorgen geuit over de zogenaamde sterktegerichte aanpak (zie hier). De sterktegerichte aanpak wordt sinds ongeveer 200 gepropageerd door onder andere Gallup. Daarnaast is het sterktegerichte denken ook invloedrijk in de positieve psychologie en in oplossingsgericht werken (niet in progressiegericht werken). Een centrale aanname binnen sterktegericht werken is dat individuen het best tot ontplooiing komen wanneer zij zich primair richten op het identificeren van hun sterktes, het benutten van hun sterktes en het ontwikkelen van hun sterktes.
Als een leerling zegt: “Ik vind dit saai”, duidt dat dan op een gebrek aan motivatie? Dat is mogelijk maar de opmerking kan ook duiden op iets anders: een statische mindset.
De groeimindset houdt in dat je gelooft dat je door je effectief in te spannen beter kunt worden in de dingen waar je beter in zou willen worden. Tegenover de groeimindset staat de statische mindset. Deze houdt in dat je gelooft dat je capaciteiten en eigenschappen grotendeels onveranderbaar zijn. Het hebben van een groeimindset is in veel opzichten gunstiger dan het hebben van een statische mindset. Als je een groeimindset hebt, ga je eerder uitdagingen aan, denk je positiever over het leveren van inspanning, houd je gemakkelijker vol bij tegenslag en sta je meer open voor feedback. Al deze dingen brengen ook met zich mee dat je minder angst hebt als je moeilijke dingen doet en dat je je grenzen gemakkelijker kunt verleggen.
Soms, wanneer mensen met de theorie van mindset geconfronteerd worden, reageren ze vol ongeloof: “Wil je beweren dat iedereen een Einstein kan worden? Dat kan toch niet?” Tja, als mindset zoiets radicaals zou beweren dan zou ongeloof wel begrijpelijk zijn. Maar dat is niet het geval. In plaats daarvan zegt de mindset theorie iets als: wie je ook bent, en waar je ook staat, iedereen kan slimmer worden of, om het iets algemener te formuleren, progressie boeken, mits die persoon inspanning levert en effectieve leerstrategieën toepast. Dat klinkt misschien als een subtiel verschil maar het is een belangrijk verschil.
Deze website maakt gebruik van cookies om uw ervaring te verbeteren. Door de website te gebruiken gaat u akkoord met het gebruik van cookies. Wanneer u zich registreert of abonneert op deze site kunt u zich op elk moment weer afmelden. Wij gebruiken uw gegevens niet voor andere doeleinden en spelen ze niet door aan derden. AccepteerLees meer
Privacy & Cookies Policy
Privacy Overview
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.
Open link ► Dit onderzoek bekijkt hoe de manier waarop ouders hun kinderen opvoeden invloed heeft op wat tieners belangrijk…