Een jaar of 8 geleden voerden we een grote evaluatie van onze trainingen uit om een scherper zicht te krijgen wat nu het beste werkte in onze trainingen. We stuurde een e-mail naar alle deelnemers die de jaren daarvoor hadden deelgenomen aan onze trainingen met daarin een korte enquête. In die enquête legden we hen onze belangrijkste trainingsonderdelen voor en vroegen hen welke zij als het meest nuttig hadden ervaren. Op die lijst stonden onderdelen als: theoretische (powerpoint-)presentaties, groepsdiscussies, kijken naar voorbeeldgesprekken op video, oefenen met andere cursisten, oefenen met de trainers, oefenen met een live-cliënt, schrijf-opdrachten, intervisie-sessies, schriftelijke analyse-oefeningen, uitleg krijgen over technieken en uitleg krijgen over theorie.
Onze verrassende evaluatieresultaten
Groot was onze verbazing toen we de resultaten van de enquête zagen. De top 3 was overduidelijk: oefenen met de trainers, oefenen met elkaar en oefenen met de live-cliënt. Het was opvallend hoezeer deze top 3 met kop en schouders boven de rest van de onderdelen uitstak. Misschien nog verrassender was de ‘zielige’ positie van theoretische (powerpoint-)presentaties: helemaal onderaan. Tot dan toe begonnen wij steevast onze trainingen met een presentatie van circa een half uur (soms liep dat wat uit, beken ik). We zagen weleens dat een enkeling het dan wat moeilijk vond om de aandacht erbij te houden, maar ja, we gingen wel door want de cursisten moesten immers wel de nodige achtergrondinformatie meekrijgen, nietwaar?
Effectief oefenen is ongemakkelijk
Nadat we deze evaluatie hadden uitgevoerd hebben we onze aanpak en prioriteiten in onze trainingen sterk aangepast. Er ligt nu een groot accent op oefenen en we doen geen enkele powerpoint-presentatie meer. Het accent op oefenen is de laatste jaren groter geworden en we oefenen ook steeds op een bewustere manier. We gebruiken de aanpak van deliberate practice (Ericsson, 1993) bij het oefenen (lees hier hoe dat werkt). Oefenen aan de hand van deliberate practice is niet erg comfortabel omdat je altijd tijdens het oefenen focust op iets wat je nu nog niet zo goed doet. Je wordt tijdens het oefenen geconfronteerd met wat er niet lukt. En je krijgt heel specifieke en gedetailleerde feedback. Hiermee krijg je de gelegenheid om het stukje wat je moeilijk vindt steeds opnieuw te oefenen.
Een cursist die nog niet lang geleden meedeed aan een training liet ons een paar maanden nadat de training was afgelopen het volgende weten. Hij zei dat hij erg had moeten wennen aan deliberate practice. Op dag 1 had hij deliberate practice oefenen nogal frustrerend gevonden. Hij was verbaasd over de manier van oefenen en had iets anders verwacht. Hij merkte echter tegelijk dat het wel werkte. Na afloop van de training merkte hij dat echt beter was geworden in de vaardigheid die hij geoefend had. Naar aanleiding daarvan begon hij veel te lezen over deliberate practice. Tijdens de rest van de training was hij zich steeds meer open gaan stellen voor deliberate practice. Ik herinner me dat hij op de laatste dag heel gemotiveerd was om te oefenen.
Tijdens het oefenen zag ik bij hem tekenen van lichte frustratie als het niet lukte -dit is gebruikelijk bij deliberate practice- maar tevens een heel open houding. Hij lachte zelfs af en toe en zei dingen als: “Oké, ik probeer het gewoon nog een keer.” Hij bleef het steeds opnieuw proberen en steeds werd het een stukje beter. Na een minuut of 15 oefenen was hij aanwijsbaar vaardiger geworden in de lastige situatie die hij had geoefend.
Reflectie
Deliberate practice gaat per definitie gepaard met ongemak. Dat ongemak is misschien het grootst als je voor het eerst oefent op deze manier. Het is echter belangrijk om te zeggen dat het gevoel van ongemak niet weggaat. Het is een onvermijdelijk aspect van deliberate practice. Maar wat wel zo is, is dat we kunnen wennen aan het soort ongemak dat deliberate practice met zich meebrengt. Wat er na verloop van tijd gebeurt, is dat we merken dat dit ongemak een onderdeel van een goed leerproces is. Als we het gevoel van ongemak ervaren, krijgen we er na verloop van tijd een positieve associatie bij: “Dit ongemak dat ik nu voel, dat is een aanwijzing dat ik aan het leren ben.”
0 reacties