Hier zijn nieuwe onderzoeksupdates die ik in de afgelopen drie maanden heb geplaatst:
1. Mindsettheorie (lees meer)
Nr. | Link | Samenvatting | Trefwoorden |
1 | Link | Wang et al. (2024) ontdekten dat een groeimindset een negatieve correlatie heeft met eenzaamheid bij studenten. Een groeimindset vermindert interpersoonlijke stress en verhoogt welzijn, wat bijdraagt aan het verlagen van eenzaamheid. Dit biedt inzichten voor interventies ter verbetering van studentenwelzijn. | groeimindset, eenzaamheid, welzijn |
2 | Link | Kroeper et al. (2024) ontdekten dat de perceptie van een statische mindset in de klas psychologische stress bij studenten vergroot en dat deze stress de perceptie van een statische omgeving versterkt. Dit wederkerige effect benadrukt het belang van het bevorderen van een groeimindset en psychologische ondersteuning in de klas. | mindset, psychologische stress, groeimindset |
3 | Link | Zhao et al. (2024) toonden aan dat een groeimindset cognitieve fusie vermindert en de focus op negatieve informatie verkleint. Dit verhoogt mentale veerkracht en aanpassingsvermogen bij studenten, wat nuttig is voor onderwijs en hulpverlening. | groeimindset, cognitieve fusie, negatieve informatie bias |
4 | Link | Lipsey et al. (2024) onderzochten een korte online groeimindsetinterventie voor middelbare scholieren en vonden verbeteringen in mentale weerbaarheid, zelfredzaamheid en afname van zelfverwijt en vermijdende coping. Dit benadrukt het potentieel van groeimindsetinterventies voor het verbeteren van de geestelijke gezondheid van adolescenten. | groeimindset, mentale weerbaarheid, adolescenten |
5 | Link | Cypryańska en Nezlek (2024) toonden aan dat een groeimindset welzijn verhoogt door de bevrediging van autonomie en competentie, terwijl verbondenheid geen mediërende rol speelde. Statische mindsets hadden geen directe of indirecte invloed op welzijn. | groeimindset, welzijn, psychologische basisbehoeften |
6 | Link | Muenks et al. (2024) onderzochten de invloed van docent-mindsets op studenten en ontdekten dat studenten vooral de gedragingen van docenten als indicatoren van hun mindset zien. Er is vaak een kloof tussen de overtuigingen en gedragingen van docenten en hoe studenten deze waarnemen. | groeimindset, docentgedrag, onderwijsresultaten, studentperceptie |
2. Progressie (lees meer)
Nr. | Link | Samenvatting | Trefwoorden |
7 | Link | Voigt et al. (2024) toonden aan dat zelf-concordantie visies effectiever maakt in het oproepen van positieve emoties, doelcommitment en doelvooruitgang. Visies die overeenkomen met persoonlijke waarden versterken positieve affectie en toewijding aan doelen. | zelf-concordantie, visies, doelcommitment |
8 | Link | Heaman et al. (2023) toonden aan dat een eenmalige groeimindsetinterventie depressieve symptomen bij adolescenten, vooral meisjes, kan verminderen. De interventie had geen significant effect op geluk, en de invloed op levensvoldoening blijft onduidelijk. | groeimindset, depressieve symptomen, adolescenten |
3. Zelfdeterminatietheorie (lees meer)
Nr. | Link | Samenvatting | Trefwoorden |
9 | Link | Vrijders et al. (2024) toonden aan dat een controlerende toon van stem meer druk, angst en boosheid oproept bij luisteraars, terwijl een autonomie-ondersteunende toon positieve samenwerkingsintenties en nabijheid bevordert. Dit beïnvloedt emotionele reacties in diverse sociale interacties. | stemgebruik, autonomie-ondersteuning, sociale interacties |
10 | Link | Reeve en Cheon (2024) toonden aan dat leraren door perspectief nemen autonomie-ondersteunend kunnen lesgeven, wat leidt tot meer tevredenheid en minder frustratie bij leerlingen. Dit verbeterde de leeromgeving en ondersteunde de psychologische basisbehoeften van leerlingen. | autonomie-ondersteuning, perspectief nemen, leeromgeving |
11 | Link | King, Haw en Wang (2024) ontdekten dat behoefte-ondersteunend onderwijs, dat autonomie, competentie en verbondenheid bevordert, wereldwijd bijdraagt aan het welzijn van studenten. Deze bevindingen bleven consistent, ondanks verschillen in culturele, economische en politieke contexten. | behoefte-ondersteunend onderwijs, welzijn, culturele context |
12 | Link | Van Quaquebeke en Gerpott (2023) stellen dat AI mogelijk effectiever kan inspelen op de psychologische basisbehoeften van medewerkers dan menselijke leiders. AI biedt voordelen in feedback, sociale interactie en besluitvorming, maar brengt ook ethische risico’s met zich mee. | kunstmatige intelligentie, leiderschap, psychologische basisbehoeften |
13 | Link | Wu, Mai, Zhuang en Yi (2024) toonden aan dat participatieve besluitvorming in autoritaire regimes zoals China burgerlijke betrokkenheid en overheidsaccountability kan vergroten. Deze interventie leidde tot meer betrokken gedrag en grotere tevredenheid over het beleid. | participatieve besluitvorming, burgerlijke betrokkenheid, autoritaire regimes |
14 | Link | Katz en Moè (2024) ontdekten dat de tevredenheid of frustratie van leraren met hun psychologische basisbehoeften hun motiverende of demotiverende stijl beïnvloedt. Emotionele herwaardering was vóór de pandemie cruciaal, terwijl zelfcompassie tijdens de lockdowns een belangrijke rol speelde. | psychologische basisbehoeften, motiverende stijl, zelfcompassie |
15 | Link | Collie en Martin (2024) tonen aan dat autonomie-ondersteunend onderwijs het gevoel van academische en sociaal-emotionele competentie bij leerlingen versterkt. Dit leidt tot betere leerprestaties, betrokkenheid en welzijn, waarbij sociaal-emotionele competentie cruciaal is voor mentaal welzijn en concentratie. | autonomie-ondersteuning, academische competentie, sociaal-emotionele competentie |
16 | Link | Uit diverse studies blijkt een sterk samenspel tussen groeimindset en autonome motivatie, waarbij beide elkaar wederzijds versterken. Groeimindset bevordert autonome motivatie, en omgekeerd helpt autonome motivatie bij het ontwikkelen van een groeimindset, wat duurzame progressie ondersteunt. | groeimindset, autonome motivatie, progressiegericht werken |
17 | Link | Olafsen et al. (2024) ontwikkelden een behoeftecrafting-model dat jobcrafting integreert met de zelfdeterminatietheorie. Werknemers passen cognitieve en gedragsmatige aanpassingen toe om hun psychologische basisbehoeften (autonomie, competentie, verbondenheid) te bevredigen, wat hun motivatie en welzijn versterkt. | behoeftecrafting, jobcrafting, zelfdeterminatietheorie, psychologische basisbehoeften |
4. Bias (lees meer)
Nr. | Link | Samenvatting | Trefwoorden |
18 | Link | Martin Schröders onderzoek toont aan dat vermeende generatieverschillen in werkmotivatie en houding vaak verklaard kunnen worden door leeftijds- en periode-effecten, in plaats van door de generatie waartoe iemand behoort. Generatiestereotypen kunnen misleidend zijn en samenwerking bemoeilijken. | generatieverschillen, leeftijdseffecten, periode-effecten, werkmotivatie |
5. Wijsheid (lees meer)
Nr. | Link | Samenvatting | Trefwoorden |
19 | Link | Zhang et al. (2023) toonden aan dat het aannemen van een toekomstgericht perspectief bij interpersoonlijke conflicten het vermogen tot wijs redeneren vergroot. Experimenten met verschillende tijdsafstanden bevestigden dat het denken aan de verre toekomst vooral positieve effecten heeft. | toekomstperspectief, wijs redeneren, conflictoplossing |
20 | Link | Porter et al. (2023) toonden aan dat leraren die intellectuele bescheidenheid tonen de motivatie en betrokkenheid van studenten vergroten, vooral bij meisjes. Dit bevordert verbondenheid en vermindert de angst voor falen tijdens het leerproces. | intellectuele bescheidenheid, motivatie, verbondenheid |
21 | Link | Hecht et al. (2023) ontdekten dat groeimindset-overtuigingen bij de overgang naar de middelbare school latere inschrijving voor hoger onderwijs bevorderen, vooral voor leerlingen uit lagere sociaaleconomische milieus. Docentensteun versterkte deze effecten, maar de COVID-19-pandemie verminderde de voorspellende waarde. | groeimindset, hoger onderwijs, sociaaleconomische status |
6. Overig/div
Nr. | Link | Samenvatting | Trefwoorden |
22 | Link | Oishi et al. (2024) toonden aan dat een psychologisch rijk leven cognitieve complexiteit verhoogt, met meer attributiecomplexiteit en holisme, en minder essentialisme. Geluk verminderde attributiecomplexiteit, terwijl betekenis in het leven hierop weinig invloed had. | psychologische rijkdom, cognitieve complexiteit, attributiecomplexiteit |
23 | Link | Kros et al. (2023) laten zien dat discriminatie en ongewenst gedrag wijdverbreid zijn onder medewerkers van de gemeente Amsterdam, met ernstigere gevolgen voor kwetsbare groepen. Het artikel benadrukt de noodzaak van effectieve maatregelen tegen deze problemen. | discriminatie, inclusie, ongewenst gedrag |
24 | Link | Steel en Fariborzi (2024) stellen dat de voorspellende waarde van IQ-tests voor werkprestaties is afgenomen tot een correlatie van 0,16, deels door statistische overcorrecties en veranderingen in de arbeidsmarkt. Circulaire validatie heeft mogelijk bijgedragen aan eerdere overschattingen van dit verband. | IQ-tests, werkprestaties, circulaire validatie |
25 | Link | Paolini et al. (2024) ontdekten dat zelfselectie in intergroepscontact de negativiteitsbias versterkt. Negatieve ervaringen wegen zwaarder dan positieve, vooral wanneer mensen zelf contact kiezen. Dit heeft belangrijke implicaties voor interventies die gericht zijn op het verminderen van vooroordelen. | intergroepscontact, negativiteitsbias, zelfselectie |
26 | Link | Brady en Sivanathan (2024) ontdekten dat dominant leiderschap onethisch gedrag bij medewerkers kan aanmoedigen, terwijl prestige-georiënteerd leiderschap ethisch gedrag bevordert. Dominante leiders creëren mogelijk een norm van afwijkend gedrag, terwijl prestigieuze leiders ethische normen versterken. | ethisch leiderschap, dominantie, prestige |
0 reacties