Onderzoek: sterktegerichte interventie wekt statische mindset op en verzwakt presteren

door | apr 12, 2016 | mindset | 12 reacties

Al meerdere malen heb ik mijn zorgen geuit over de zogenaamde sterktegerichte aanpak (zie hier). De sterktegerichte aanpak wordt sinds ongeveer 200 gepropageerd door onder andere Gallup. Daarnaast is het sterktegerichte denken ook invloedrijk in de positieve psychologie en in oplossingsgericht werken (niet in progressiegericht werken). Een centrale aanname binnen sterktegericht werken is dat individuen het best tot ontplooiing komen wanneer zij zich primair richten op het identificeren van hun sterktes, het benutten van hun sterktes en het ontwikkelen van hun sterktes.

Wekt sterktegerichtheid een statische mindset op?

Eén van mijn zorgen (er zijn er meer) was dat deze manier van werken waarschijnlijk een statische mindset op zou kunnen roepen en daarmee een negatief effect kan hebben op het functioneren en de ontwikkeling van individuen. Ik redeneerde door op onderzoek dat heeft laten zien dat een persoonsgerichte feedback een statische mindset oproept terwijl procesgerichte feedback een groeimindset oproept. Maar kende nog geen onderzoek dat deze veronderstelling direct toetst.

Onderzoek: brieven met procesgerichte of sterktegerichte opmerkingen

Een nieuw onderzoek van Bostwick (2015) suggereert dat een sterktegerichte focus inderdaad een statische mindset opwekt en verder functioneren ondermijnen kan. In het onderzoek kregen 278 psychologiestudenten na afronding van het eerste deel van hun cursus een brief toegestuurd. Ze werden random ingedeeld in drie groepen. Groep 1 kreeg een brief die bedoeld was om een groeimindset op te wekken. In die brief werd gezegd dat het brein zich steeds kan blijven ontwikkelen en dat mensen beter kunnen worden door zich in te spannen en vol te houden (lees die brief hier).

Groep 2 kreeg een brief die bedoeld was om een statische mindset op te wekken. In die brief werd de kern van de sterktegerichte aanpak beschreven, dat iedereen unieke sterktes en zwaktes heeft en dat het vooral belangrijk is je sterktes te benutten (lees die brief hier). Groep 3 was de controle groep. Deze groep studenten kregen een brief waarin ze bedankt werden voor hun deelname.

Groeimindsetbrieven leidden tot betere studieresultaten

Negen weken nadat de brieven waren verstuurd, werd gecontroleerd of de studenten de brieven hadden gelezen en of zij zich herinnerden wat erin stond. Aan het eind van het tweede deel van de cursus werd bleek dat de studenten in groep 1 (de groeimindset-conditie) het beter deden dan studenten in groep 2 (de statische mindset-conditie).

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (5)
  • Bruikbaar (4)

12 Reacties

  1. Lennert

    Leuk artikel en goed om kritisch te zijn over sterktegerichte aanpak. Mis alleen de visie Luc decWolf over hefboomvaardighefen irm sterkte. Dit verzwakte je artikel en maakt het iets te populier geformuleerd ..jammer

    Antwoord
    • Coert Visser

      Lennert, ik heb de naam van Luc de Wolf wel eens gehoord maar ken zijn werk nauwelijks. Een mens kan niet alles weten maar ik leer graag. Wat zijn hefboomvaardigheden en welk onderzoek is ernaar gedaan? Overigens heb ik geprobeerd het artikel serieus en zeker niet populair te formuleren.

      Antwoord
  2. Coert Visser

    Hallo Mil,
    Laat ik voorop stellen: ik ben natuurlijk zeker niet tegen het doen waar je goed in bent en tegen het benutten van sterke punten!

    Waar ik sceptisch over ben is de basisaanname van de Gallup organisatie dat mensen zich voor hun ontwikkeling primair moeten richten op het identificeren en ontwikkelen van hun sterktes en ook dat je die sterktes via een vragenlijst zou moeten identificeren. Ik ben het met Carol Dweck eens die zegt dat ze zich zorgen maakt dat deze manier van denken ertoe leidt dat mensen te snel paden voor zichzelf afsluiten die ze interessant en belangrijk zouden vinden omdat ze het gevoel hebben dat hun sterktes daar niet liggen en dat ze daar nooit goed in zouden kunnen worden. Het werk van Carol Dweck en Anders Ericsson suggereert dat niet talent (hoewel dat zeker bestaan kan en ook kan leiden tot initiële verschillen in leersnelheid) niet bepaalt hoe ver je kunt komen. Ook als iets je initieel niet gemakkelijk afgaat kun je er waarschijnlijk toch heel goed in worden en ver in komen.

    Ik pleit ervoor om je primair te laten leiden door twee factoren (anders dan sterktes) in het bepalen van waar je je verder in wilt ontwikkelen: interesses en waarden.

    Ik wijs de beweringen van de ‘strengths movement’ overigens niet a priori af. In tegendeel. Als er goed bewijs voor is dan pas ik mijn zienswijze aan. Dat bewijs is er volgens mij echter niet. Stuur me het op als je het hebt. Ik vind het merkwaardig dat Gallup op grote schaal dit soort beweringen doet (al meer dan 15 jaar) en geen peer reviewed research overlegt. Mijn scepsis wordt aangewakkerd door het commerciële belang dat er vastzit aan de vragenlijsten die op grote schaal worden verkocht.

    Antwoord
  3. Fianne Faber

    Hallo Coert,

    Mooi helder en nuttig artikel, fijn dat je dit effect onder de aandacht brengt. Kun je ook aangeven hoeveel beter Groep 1 het deed dan Groep 2? Als dit maar een klein verschil is, dan zegt het onderzoek denk ik nog niet veel…
    Hartelijke groet,
    Fianne

    Antwoord
    • Coert Visser

      Hallo Fianne, Bedankt voor je reactie. Het verschil was significant. Je kunt alle details lezen in het bijgevoegde artikel (zie het linkje in het artikel)

      Antwoord
  4. Monique van Ruler

    Beste Coert,

    Aanleiding voor het lezen van jouw blog, was de interesse die ik heb in het onderzoek van Carol Dweck. Jouw blog heeft me aan het denken gezet; waarvoor dank!
    Wat is jouw visie over het onderzoek dat onder kinderen plaatsvindt. Gaat dat net zo op als voor volwassenen die professioneel ‘dienen’ te ontwikkelen? Of is zijn dan je talenten wel min of mee uit gekristalliseerd?! Of kom ik dan in een statische mindset terecht?
    Oftewel mijn vraagstuk is, In hoeverre kunnen medewerkers door de groeimindset te stimuleren ook professioneel verder door ontwikkelen?
    Hartelijke groet,
    Monique van Ruler

    Antwoord
    • Coert Visser

      Hallo Monique, bedankt voor je reactie. Het begrijpelijk dat je je dit afvraagt. Kinderen zijn natuurlijk constant volop in ontwikkeling en in bepaalde opzichten ontwikkelen volwassenen zich meestal minder snel en ingrijpend dan kinderen. Sinds een jaar of 10 is er veel onderzoek gedaan naar de groeimindset in relatie tot volwassenen. Dat onderzoek heeft laten zien dat de groeimindset ook voor volwassenen erg relevant is. Ook bij volwassenen blijken er veel meer mogelijkheden tot verandering en groei te zijn dan vroeger veelal werd gedacht. Sinds een jaar of 20 is er in neurowetenschap veel meer bekend geworden over de ontwikkelbaarheid van volwasssen hersenen. Die blijkt veel en veel groter dan vroeger gedacht werd. Bovendien wordt ook steeds duidelijker dat voortdurend blijven werken aan groeien en ontwikkelen niet alleen mogelijk is (tot op hoge leeftijd) maar dat het ook erg goed is voor mensen. Door jezelf te blijven uitdagen kun je de kans enorm vergroten dat je vitaal oud wordt en dus betrokkener, actiever en zelfredzamer in het leven staat. En bovendien wordt duidelijk dat leren ook veel voldoening en plezier kan scheppen. Dat pak je dus ook nog mee. Natuurlijk geldt dit alles binnen zeker grenzen. Naarmate je ouder wordt kunnen sommige vermogens wat minder sterk worden en kan het leren van bepaalde vaardigheden meer tijd kosten. Maar – en dit is de kern van de groeimindset – we verliezen niet ons vermogen om te blijven leren en groeien.

      Antwoord
  5. Godfried westen

    Mooi artikel, bedankt daarvoor. Het bevestigt een vermoeden dat altijd centraal heeft gestaan in mijn aanpak: als je alleen op sterke punten focust wordt iemand eigenlijk uitgenodigd op 1 paard te wedden en neemt flexibiliteit en aandacht voor versterking van versterking behoeft af. De dynamiek van organisatie, werk en functie vereist dat velen in staat moeten zijn ontwikkelpunten te identificeren en te versterken. Dat is vaak nodig voor duurzame inzetbaarheid en behoud van verdienvermogen.

    Antwoord
  6. Wilma van der Vaart

    Hallo Coert, je artikel heeft me aan het denken gezet én roept een paar vragen op. Zou het ook kunnen dat er verschil zit in de situatie waarin degene waarmee je in gesprek bent zit? In het geval van studenten/leerlingen ben je uit op verder leren en ontwikkelen. In geval van hulpverlenen wil je iemand in contact brengen met gedrag dat al eerder heeft gewerkt, zodat hij grip krijgt op de kwestie die op dat moment voor hem speelt. M.a.w. als hulpverlener ben je niet zozeer uit op een leer- of ontwikkelsituatie, maar hoop je door het beschrijven van eerdere successen dat de cliënt zelf weer de touwtjes in handen krijgt.
    Hartelijke groet, Wilma van der Vaart

    Antwoord
    • Coert Visser

      Hallo Wilma, Bedankt voor je reactie! Er is natuurlijk een verschil tussen werken met studenten/leerlingen en werken met cliënten in hulpverlening. Of je als hulpverlening niet zozeer uit bent op leren of ontwikkelen, zou ik niet zo durven zeggen (ik denk dat een effectieve behandeling vaak wel degelijk gepaard gaat met leren en ontwikkelen). Maar belangrijker nog: het identificeren van eerdere successen is niet hetzelfde als het zoeken naar sterktes (zie: http://www.progressfocused.com/2007/09/it-is-essentially-about-what-has.html)

      Antwoord

Trackbacks/Pingbacks

  1. Meta-analyse signature strengths interventies: onderbouwing sterktegerichtheid? - Progressiegericht Werken - […] Maar mogelijk is de omweg via signature strengths niet alleen nutteloos maar zelf schadelijk. Deze focus op sterktes zou…

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

 

Voeg je bij 525 andere abonnees
 

► UPDATES & REACTIES

  1. Coert Visser
  2. Coert Visser
  3. Coert Visser
  4. Coert Visser
  5. Coert Visser
  6. Coert Visser
  7. Coert Visser
  8. Coert Visser
  9. Coert Visser

    Open link ► Dit artikel van Zhao et al. (2024) laat zien dat een hogere inname van plantaardige vetten, vooral…