In een training progressiegericht coachen, die ik deze week gaf aan een groep interne coaches van een grote organisatie, vertelde een van de deelnemers dat hij af en toe de techniek van schaalwandelen toepaste. Voor wie deze techniek nog niet kent: schaalwandelen is een toepassing van de bekende schaalvraag. Bij schaalwandelen vraag je mensen zich voor te stellen dat de ene kant van de kamer (of zaal) de 0 op de schaal vertegenwoordigt en de andere kant van de ruimte de 10. Door mensen uit te nodigen op die schaal te komen staan kun je alle bekende onderdelen van de schaalvraag toepassen.
De deelnemer in mijn trainingsgroep vertelde dat hij deze techniek vaak prettig en nuttig vond maar dat er af en toe wel eens een wat lastige discussie ontstond over de positie waarop verschillende mensen uit een groep op de schaal gingen staan. Dit soort ongemak kan inderdaad gemakkelijk optreden. Ik heb wel eens meegemaakt dat mensen het nadrukkelijk niet eens waren met de positie waarop iemand op de schaal ging staan en deze persoon zelfs weg gingen duwen naar een andere positie.
Er is een eenvoudige oplossing die dit soort ongemak kan voorkomen. Wanneer je de schaal hebt uitgelegd vraag je mensen om hun eigen score in gedachte te nemen of even voor zichzelf op te schrijven. Vervolgens vraag je hen dan niet op die plek op de schaal te komen staan. In plaats daarvan nodig je mensen uit om allemaal op de zelfde positie te komen staan. Ze staan dus dan allemaal op dezelfde lijn. Noem deze lijn bijvoorbeeld X. Je legt dan uit dat deze positie hun score weergeeft en zegt erbij dat deze score dus voor de ene persoon misschien een 3 is en voor een andere persoon misschien een 7. Vervolgens kun je alle onderdelen van de schaalvraag toepassen.
0 reacties
Trackbacks/Pingbacks