Grit: hoe zien langetermijnpassies er uit?

door | mrt 15, 2015 | motivatie | 4 reacties

Angela Duckworth is een Amerikaanse psychologe die onderzoek doet naar het concept grit. Grit, wat in het Nederlands zoiets betekent als vastberadenheid, is de kwaliteit van mensen om hard te werken en zich te blijven richten op hun lange termijn doelen.

  Trainingen Progressiegericht Werken  

Wat zegt Duckworth over grit?

Het bestaat uit twee aspecten: veerkracht, het vermogen om door te gaan na tegenslag, en consistente langetermijndoelen of -passies. Mensen die veel grit hebben laten zich minder snel afleiden, zijn minder afhankelijk van korte termijn successen en overwinnen tegenslag en obstakels gemakkelijker (dit kwam onder andere naar voren in een onderzoek van Duckworth et al. (2007). In een onderzoek van Duckworth & Quinn (2009) kwam naar voren dat grit beter voorspeller van opleidingssucces was dan intelligentie en ook, verrassend genoeg, dat grit en intelligentie licht negatief gecorreleerd was aan intelligentie. 

Interessante aspecten aan grit

Wat mij betreft is het onderzoek naar grit interessant. Het onderzoek van Duckworth en haar collega’s past wel bij het onderzoek van Carol Dweck en haar collega’s naar mindset en het onderzoek van Anders Ericsson en zijn collega’s naar deliberate practice. Langetermijngerichtheid, volharding en veerkracht zijn belangrijke voorwaarden voor het opbouwen van hoge niveaus van expertise en competentie.

Veel dingen over grit zijn nog onduidelijk

Tegelijk staat het onderzoek naar grit nog in de kinderschoenen.

  • Een belangrijke vraag die ik over het grit concept heb is hoe die lange termijn passies of doelen er precies uit kunnen zien. Als je kijkt naar het meetinstrument waarmee Duckworth grit meet dan wordt dit nog niet erg duidelijk (zie hier).
  • Op welk niveau dienen die lange termijn doelen te zijn gedefinieerd? Maakt het uit of die lange termijn doelen gedefinieerd zijn op het niveau prestaties/resultaten (prestatiedoelen) of op het niveau van leren (leerdoelen)?
  • Hoe specifiek dienen die langetermijndoelen of passies te zijn?
  • In welke mate zijn die langetermijndoelen statisch of dynamisch?
  • Hoe goed kun je als jonge persoon al weten wat je op de zeer lange termijn wilt bereiken? Ik stel mij voor dat je als jonge persoon niet precies kunt overzien hoe je leven gaat lopen en dat door je ervaringen en je leerprocessen ook anders gaat denken over wat je wilt bereiken. 
  • Is het misschien zo dat je denken over je langetermijndoelen of -passies een voortgaand proces is waarbij je in feite steeds opnieuw definieert en aanscherpt wat die passies/doelen zijn?

In wat ik tot nu toe gelezen heb over grit heb ik de antwoorden op dit soort vragen nog niet kunnen vinden en ik wil er dan ook graag meer over te weten komen.

 

Wat vind je van dit artikel?
  • Bruikbaar (2)
  • Interessant (1)

4 Reacties

  1. PdeKuijer

    Volgens mij moet je in elk geval ook de oude literatuur over ‘persistentie’ (als onderdeel van prestatiemotivatie naast ‘intensiteit’) nakijken. Dus: hoe hard kun je werken versus hoe lang kun je werken (inspanning versus doorzetting).
    Overigens vind ik het concept grit ook heel interessant.

    Antwoord
  2. PdeKuijer

    (lees de test) Ik vind het niet gek dat die enigszins negatief correleert met intelligentie, aangezien verlies van interesse ten gunste van een nieuwe interesse typisch hoogbegaafd is. Ook de ervaring van luiheid in tegenstelling tot de harde werker is wat vaak voorkomt bij hoge begaafdheid.
    Het proces van (lange termijn) doelen bereiken van intelligente mensen gaat blijkbaar anders dan via deze ‘grit’.
    Blijft interessant.

    Antwoord

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

 

Voeg je bij 525 andere abonnees
 

► UPDATES & REACTIES

  1. Coert Visser
  2. Coert Visser
  3. Coert Visser
  4. Coert Visser
  5. Coert Visser
  6. Coert Visser
  7. Coert Visser
  8. Coert Visser
  9. Coert Visser

    Open link ► Dit artikel van Zhao et al. (2024) laat zien dat een hogere inname van plantaardige vetten, vooral…