In een nieuw artikel geven Deci et al. (2017) een actueel overzicht van onderzoek binnen de zelfdeterminatietheorie dat relevant is voor werk en organisaties. Ze gaan in het artikel onder andere in op het belangrijke onderscheid tussen autonome en gecontroleerde motivatie (meer uitleg hierover vind je in dit plaatje) en op de drie psychologische basisbehoeften (voor competentie, autonomie en verbondenheid). In het artikel beschrijven ze veel onderzoek waaruit als globaal thema naar voren komt dat autonome motivatie (en niet gecontroleerde motivatie) zowel samenhangt met goed presteren als welbevinden. Verder laten ze zien dat de sleutel tot het bevorderen van autonome motivatie bestaat uit het scheppen van werkomgevingen die bijdragen aan de bevrediging van de genoemde psychologische basisbehoeften. Het onderstaande plaatje vat het bovenstaande samen:
Schema: zelfdeterminatietheorie in organisaties
Het artikel beschrijft verschillende soorten onderzoek waarin de relaties tussen de variabelen in het bovenstaande plaatje zijn onderzocht, experimenteel (lab-)onderzoek, correlationele studies, interventiestudies (experimenteel) in organisaties en meta-analyses.
De rol van geld
Het artikel gaat ook uitgebreid in op de invloed van geld op motivatie en functioneren van medewerkers. Natuurlijk verwachten we meestal een geldelijke beloning voor het werk dat we verrichten dus het is terecht om te denken dat geld een stimulerende rol kan spelen. Maar onderzoek heeft laten zien dat geld, met name in de vorm van prestatiebeloning, ook motivatie kan ondermijnen en daarmee presteren.
Het onderzoek samenvattend schreven de auteurs dat prestatiebeloning een positief effect kan hebben op de kwantiteit van de prestatie mits het gaat om niet al te complexe taken. Verder schrijven zij dat de optimale route naar hoge kwaliteit van werken, vooral bij complexe taken, er een is waarbij sprake is van (1) een billijke beloning, (2) zonder dat gewerkt wordt met een in het oog springende vorm van prestatiebeloning, en waarbij (3) autonomie-ondersteuning geboden wordt.
“zonder dat gewerkt wordt met een in het oog springende vorm van prestatiebeloning”
Begrijp ik hieruit dat ze zeggen dat variabele verloning wel degelijk kan werken, op voorwaarde dat het niet centraal staat?