Verschillende deelnemers aan eenzelfde gesprek kunnen dit gesprek heel verschillend beleven. In progressiegerichte gesprekken en sessies vindt dit ook plaats. Wat we regelmatig tegenkomen is dat progressiegerichte professionals het gevoel hadden dat ze niet goed in vorm waren en dat de sessie niet bepaald goed verliep. De andere betrokkenen kunnen echter een heel andere ervaring hebben en een heel andere herinnering aan het gesprek. Hieronder kun je drie kleine voorbeelden lezen waarbij dit aan de orde was.
Progressiegerichte coach: Slecht gesprek? – Extreem nuttig!
Een progressiegerichte coach, Marieke, had eens een gesprek met een moeder. Deze moeder had een hulpvraag over hoe ze het beste met haar lastige zoon kon omgaan. Ik sprak Marieke na afloop van het gesprek en zij was heel kritisch over zichzelf. Ze vertelde dat het gesprek niet goed gelopen was omdat zij het als coach niet goed had gedaan. Ze had het gesprek als erg lastig ervaren en vond de situatie complex. Ze wist regelmatig niet goed hoe ze moest reageren op wat de moeder had gezegd en wat voor vragen ze moest stellen. Na afloop van het gesprek constateerde ze dat ze bepaalde vragen helemaal vergeten was om te stellen.
- Na het tweede gesprek met de moeder sprak ik Marieke opnieuw. Ze vertelde hoe de moeder stralend binnen was gekomen. Tijdens het gesprek vertelde de moeder dat ze op een 10 op de schaal stond (in het eerste gesprek was dit een 3 geweest). Marieke vertelde me dat ze zich een moment had afgevraagd of de moeder haar in de maling nam. Ze zei: “ik vroeg me even af of ik in het Tv-programma Bananensplit zat. “Hoe kon het zo goed met de moeder gaan nadat ik zo’n slecht coachingsgesprek met haar had gehad?” Maar de moeder vertelde dat ze het coachingsgesprek met Marieke als extreem nuttig had ervaren en dat het haar heel goed had geholpen. Ze vertelde dat ze veel beter met haar zoon had weten te communiceren en dat die zich heel goed had gedragen de afgelopen week.
Progressiegerichte leidinggevende: Schiet tekort? – Verander niets!
De afgelopen jaren hebben we in de organisatie van een leidinggevende, Patrick, enkele trainingen over progressiegericht werken gedaan. Ik sprak Patrick enkele keren. Hij vertelde hoe verschillende mensen op zijn afdeling voortvarend bezig waren met progressiegerichte principes en methodieken en dat dit erg goed werkte. Hij sprak wel kritisch over zichzelf. Hij vertelde dat hij als leidinggevende echt beter moest worden in het bieden van ruimte en het stellen van bepaalde vragen.
- In een vervolggesprek met Patrick vertelde hij dat hij dit deze worsteling op zijn afdeling ingebracht had in een intervisiesessie (volgens de methode van de fantastische worsteling). Toen hij in de oefening vertelde dat hij worstelde met zijn beleving dat hij als leidinggevende te weinig ruimte bood en niet sterk was in bepaalde vaardigheden kreeg hij tot zijn verrassing een verbaasde reactie van zijn medewerkers. Ze hadden hem gezegd dat ze heel tevreden waren met hem als leidinggevende. Patrick vertelde me: “Het kwam erop neer dat zij veel waardering hebben voor hoe het nu gaat en mijn manier van gesprekken voeren ervaren als heel open, met ruimte en aandacht voor de gesprekspartner. Kreeg een mooie tip: verander niets!”
Progressiegerichte trainer: Slechte training? – Eén van de beste ooit!
Een progressiegerichte trainer, Ronald, had een afspraak met iemand, Ine, die jaren daarvoor een keer had meegedaan aan een training die hij had gegeven. Hij vond het aan de ene kant leuk om deze persoon opnieuw te zien maar zag er aan de andere kant een beetje tegenop. Hij keek namelijk met kromme tenen terug naar de training die hij indertijd had gegeven en waar de persoon aan had meegedaan. Hij herinnerde zich enkele dingen uit die training die in zijn ogen helemaal niet goed gelopen waren. In de trainingen die hij tegenwoordig gaf werkte hij deels met andere oefeningen en was hij ook vaardiger geworden in het omgaan met lastige situaties.
- Toen hij Ine ontmoette keek zij hem lachend aan en zei meteen: “Voordat we het gaan hebben over waar ik je eigenlijk voor heb uitgenodigd, wil ik eerst even zeggen dat ik de training die ik toen bij jou gevolgd heb één van de beste trainingen vind die ik ooit heb gevolgd!” Ze vertelde dat ze bepaalde dingen die ze toen geleerd had nog steeds heel vaak gebruikte en dat het haar effectiever en haar werk leuker had gemaakt.
Professional en gesprekspartner evalueren op een verschillende manier
Het perspectief van progressiegerichte professionals en degenen met wie zij werken is vaak heel verschillend. Tijdens en na sessies evalueren progressiegerichte professionals de sessie vaak vooral aan de hand van hoe goed zij het in hun ogen zelf hebben gedaan. Ze zien dan vaak allerlei dingen die niet helemaal goed waren gelopen en realiseren zich hoe ze beter hadden kunnen doen.
De gesprekspartner evalueren de sessie vaak op een heel andere manier. Zij kijken vooral naar hoe de sessie hen een stap vooruit heeft geholpen. Ze zijn veel meer daar mee bezig dan met het beoordelen van hun gesprekspartner. Je gesprekspartners hebben zelf een belangrijk aandeel in het scheppen van nut in het gesprek. Ook al heb jij als professional bepaalde dingen niet helemaal goed gedaan, dit hoeft je gesprekspartner niet te beletten om iets nuttigs te doen met wat jij hebt aangereikt.
Was jij niet in vorm? Misschien vond de ander het toch heel nuttig
Het is goed om te beseffen dat deze perspectieven heel verschillend kunnen zijn. Het is prima om als professional ook stil te staan bij de dingen die niet helemaal goed liepen. Zo kun je eraan werken om het volgende keer weer iets beter te gaan doen. Maar realiseer je wel dat het nut van de sessie voor je gesprekspartner heel groot kan zijn, zelfs wanneer jij niet helemaal in vorm was. En realiseer je ook dat het primaire doel van de sessie is dat het nuttig is voor je gesprekspartner.
Als je dus uit het gesprek komt en je gesprekspartner vond het heel nuttig terwijl jij enkele punten hebt voor jezelf om aan verder te werken dan heeft er een goede sessie plaatsgevonden. Ook is het goed om niet te snel pessimistisch te zijn als je zelf het gevoel hebt dat je niet optimaal in vorm was in een sessie. Dit hoeft namelijk helemaal niet uit te sluiten dat je gesprekspartner veel aan de sessie gehad heeft.
Grappig, deze ervaringen. Ik ken het van de deelnemers aan mijn trainingen Waarderend Leiderschap en Waarderende Gespreksvoering. Die komen nog wel eens met ervaringen waarbij ze zeggen: “Maar ik heb dat helemaal niet waarderend aangepakt.” of “Ik heb niets bijzonders gedaan.” Als ik dan uitvraag hoe het gesprek gegaan is, kan ik hen er vaak op wijzen wat dan wel waarderend was en soms zelfs dat ze precies hebben gedaan wat de essentie is.
Dat de ander het anders ervaart, betekent ook wel dat daar natuurlijk je aandacht hoort te liggen als professional. Daarnaast is het wat mij betreft altijd een belangrijke afrondende vraag: Wat heb je gewaardeerd aan dit gesprek? Dan hoef je niet meer te twijfelen of het van waarde is geweest.