“Ooit hoop ik een Porsche te kunnen rijden … dat is mijn grote droom”, zei een vroegere collega ooit tegen me. Ik weet niet of hij zijn droom verwezenlijkt heeft (we zijn elkaar uit het oog verloren) en, zo ja, of zijn leven er beter door is geworden. Iemand anders die ik ken vertelde me ooit dat ze ooit graag les wilde geven wat haar uiteindelijk gelukt is en wat ze leuk vindt. Wat een verschil in dromen …
Het ondersteunen van de autonomie van de cliënt is extra belangrijk bij onvrijwillige cliënten. Dit zijn cliënten die niet zelf bedacht hebben om in coaching te gaan maar op verzoek van of in opdracht van een ander. Hoewel deze cliënten zich in eerste instantie meestal gereserveerd of zelfs uitgesproken oncoöperatief opstellen, lukt het vaak goed en snel om met hen tot een goede samenwerking te komen.
In dit artikel noemde ik Alex Pentlands boek Social Physics. Eén van de punten die hij meerdere malen maakt in het boek is dat de onderlinge betrokkenheid (engagement) van mensen bij elkaar in groepen, de directe, sterke, positieve interacties tussen mensen, heel belangrijk is. Door herhaaldelijk op een samenwerkende manier met elkaar te interacteren ontstaat vertrouwen tussen groepsleden en gemeenschappelijke overtuigingen, gewoonten en normen.
Johann Sebastian Bach was één van de grootste klassieke componisten aller tijden (lees bijvoorbeeld dit en dit). Velen hebben al genoemd dat zijn oeuvre enorm en enorm gevarieerd is en dat het nauwelijks zwakke plekken kent. Velen dwepen zelfs met Bach en zeggen dat zijn werk vlekkeloos is en gebruiken hyperbolen zoals dat Bachs muziek goddelijk geïnspireerd was, dat Bach Gods leerling was en, misschien maar half voor de grap, dat Bach God IS.
Op Annie Murphy Pauls voorspelbaar interessante blog The Brillant Blog staan twee nieuwe artikelen over interesse; over wat het is, hoe het zich ontwikkelt en waar het toe leidt (hier en hier). Ik probeer hieronder samen te vatten (en hier en daar te parafraseren) wat ze zegt en raad je aan haar blog te bezoeken als je er meer over wilt weten.
Annie schrijft over de opkomende wetenschap van interesse die laat zien dat wanneer we geïnteresseerd zijn we informatie beter en dieper verwerken, we harder werken en langer volhouden. En wanneer vinden we dingen eigenlijk interessant? Het blijkt zo te zijn dat dingen, om interessant te kunnen zijn, nieuw, complex en begrijpelijk moeten zijn. Wanneer we eenmaal geïnteresseerd zijn in iets kan onze interesse autonoom verder groeien en ontwikkelen. Dit komt doordat, wanneer we een onderwerp interessant vinden, we vaak nieuwe informatie tegenkomen die in zekere mate op gespannen voet staat met wat we al over het onderwerp wisten. Omdat we dit conflict tussen wat we al wisten en deze nieuwe informatie willen oplossen, is onze interesse verlengd.
De economische wetenschap en praktijk is lang gedomineerd geweest door het idee dat mensen louter gedreven zijn door eigenbelang. Onderzoek in de psychologie en het opkomende veld van de gedragseconomie heeft laten zien dat dit model van menselijke motivatie foutief is. Dit onderzoek liet zien dat mensen niet alleen door eigenbelang gedreven zijn. Ze hebben ook sterke neigingen tot samenwerking. Het lijkt alsof we het belang van anderen ook als doel op zich zien. Dit heeft niet alleen betrekking op familie en vrienden maar ook op vreemden. Wat ons geleerd wordt over de menselijke natuur heeft wel een effect op wat we geloven en op hoe we ons gedragen. Onderzoek door Robert Frank en zijn collega’s (1993) liet bijvoorbeeld zien dat economiestudenten steeds minder sociaal en coöperatief werden naarmate zijn in hun studie meer geconfronteerd waren aan dit axioma van eigenbelang dat ten grondslag ligt aan de belangrijkste economische theorieën.
Door je te richten op progressie in betekenisvol werk wordt je werkbeleving en je functioneren gestimuleerd. Het is nuttig om regelmatig expliciet in kaart te brengen welke progressie je hebt bereikt, bijvoorbeeld via een progressiedagboek. Doe je dat niet dan kan het zijn dat je niet goed doorhebt dat je progressie aan het boeken bent terwijl dat wel zo is. Progressie kan namelijk vaak onzichtbaar blijven als je er niet expliciet bij stilstaat. Dat komt doordat we onze bewuste aandacht meestal vooral richten op wat er fout is gegaan en op wat we nog moeten doen. Geboekte progressie zie je dan gemakkelijk over het hoofd.
Om te profiteren van het progressieprincipe is het nodig dat je ervoor zorgt dat je (vrijwel) iedere dag tijd reserveert om geconcentreerd en ongestoord te werken (minimaal een half uur tot een uur) aan werk dat betekenisvol voor je is.
Het boeken van progressie in betekenisvol werk is een van de meest motiverende factoren in werk. Daarom is het belangrijk om regelmatig goed te praten over en letten op gewenste en bereikte progressie. Maar wist je dat tegenslag, mislukkingen en belemmeringen een 2 tot 3 keer zo sterk demotiverend effect kunnen hebben? Dit bleek uit onderzoek van Amabile en Kramer. Omdat negatieve gebeurtenissen zo’n sterk negatief effect kunnen hebben, is het belangrijk om, waar je maar kunt, storende en negatieve invloeden weg te nemen. Leidinggevenden spelen hierin een belangrijke rol. Door als leidinggevende obstakels te verwijderen kun je ervoor zorgen dat gemotiveerde medewerkers onbelemmerd vooruitgang kunnen boeken. Hier zijn vier voorbeelden van zulke obstakels:
In 5 Stappen om het progressieprincipe in de praktijk te brengen vertelde ik over de onderzoeksbevinding dat progressie in betekenisvol werk uitermate motiverend is. Met andere woorden: hoe meer je het gevoel hebt dat de manier waarop jij je werk doet, bijdraagt aan dat wat waardevol voor je is, hoe motiverender het voor je is om progressie in dit werk te bereiken. Om te kunnen spreken van betekenisvol werk is het nodig om verder te gaan dan alleen taakgerichtheid of resultaatgerichtheid. Het gaat erom dat je als medewerker het gevoel hebt dat het voltooien van die taak en het bereiken van dat resultaat gekoppeld zijn aan het realiseren van een achterliggend doel dat waardevol voor je is. Hier is een voorbeeld.
Teresa Amabile en Steven Kramer hebben in hun grootschalige onderzoek ontdekt dat progressie boeken in betekenisvol werk bijdraagt aan een positievere werkbeleving en aan een beter functioneren. (Meer over dit onderzoek kun je hier lezen). Hier zijn enkele praktische aanbevelingen om deze onderzoeksbevindingen toe te passen:
De motivatie van mensen voor activiteiten is niet constant. Hij fluctueert steeds en is afhankelijk van de context waarin mensen functioneren. Belangrijk is daarbij in hoeverre die context ruimte biedt voor de bevrediging van drie basale psychologische behoeften: 1) de behoefte aan autonomie, 2) de behoefte aan competentie en 3) de behoefte aan verbondenheid. Wanneer deze behoeften weinig vervuld zijn is er sprake van gecontroleerde motivatie (het individu heeft dan het gevoel dat zijn of haar gedrag van buitenaf wordt bepaald) of zelfs amotivatie, de afwezigheid van motivatie).
Wanneer mensen de ruimte krijgen om eigen initiatieven te ontplooien, de gelegenheid krijgen om hun competenties in te zetten en ontwikkelen en wanneer zij serieus genomen worden en zich verbonden voelen met andere mensen dan is er sprake van autonome motivatie. De persoon heeft dan het gevoel dat hij of zij zelf zijn of haar gedrag kan bepalen. Het onderstaande schema (een aanpassing van Ryan & Deci, 2000 en Van den Broeck et al. 2009, geeft dit weer.Lees verder »
Samenvatting: [Vertaling: CV] Mensen verschillen in hun overtuigingen over hun capaciteiten. Incrementele theoretici geloven dat hun capaciteiten (bijv. intelligentie) veranderbaar zijn; entiteitstheoretici geloven dat hun capaciteiten vastliggen (Dweck in Mindset: the new psychology of success. Random House, New York, 2007). Op basis dat incrementele theoretici de nadruk zouden moeten leggen op het verbeteren van hun capaciteiten voor de toekomst, terwijl entiteitstheoretici de nadruk zouden moeten leggen op het demonstreren van hun capaciteiten in de huidige realiteit, voorspelden wij dat, denkend over hun wensen, incrementele theoretici meer gericht zijn op de gewenste situatie dan op de huidige realiteit. Wij beoordeelden de motivationele focus van deelnemers gebruikmakend van een paradigma dat onderscheid maakte tussen hoeveel zij ervoor kozen om zich de gewenste situatie voor te stellen versus de huidige realiteit met betrekking tot een belangrijke wens (Kappes et al. in Emotion 11: 1206–1222, 2011). Wij vonden het voorspelde effect door impliciete theoriën te manipuleren (studie 1) en meten (studie 2) in het academische domein (studie 1) en het sportdomein (studie 2).
Gisteren woonde ik een presentatie op een congres waarin onder andere wat uitleg werd gegeven over de voordelen van een groeimindset. Na afloop van de presentatie werd gelegenheid gegeven voor enkele vragen uit het publiek. De volgende vragen werden gesteld:
Kun je een groeimindset aanleren?
Hoeveel procent van de mensen heeft ongeveer een fixed mindset en hoeveel een groeimindset?,
Is het wel nodig dat iedereen een groeimindset heeft? Is het niet beter om in je team een combinatie te hebben van mensen met een fixed mindset en een groeimindset?
Dit zijn vragen die ik al eerder ben tegengekomen. De inleider op het congres gaf enkele goede antwoorden maar ik heb nog wat aanvullende gedachten die ik hier graag wil delen.
De percepties en gedragingen van leraren kunnen veel impact hebben op de overtuigingen, motivatie, inspanningen en prestaties van leerlingen. Een manier waarop leraren hun leerlingen beïnvloeden heeft te maken met de manier waarop ze de prestaties van hun leerlingen beoordelen. Falko Rheinberg (1980) liet zien dat sommige leraren de neiging hebben om studenten met elkaar te vergelijken – dit wordt een sociale referentienormoriëntatie genoemd (sociale RNO) – terwijl andere leraren de neiging hebben om de huidige leerprestaties van leerlingen te vergelijken met hun eerdere prestaties – dit wordt een individuele referentienormoriëntatie genoemd (individuele RNO).
Wij gebruiken cookies op onze website om u de meest relevante ervaring te bieden door uw voorkeuren en herhaalbezoeken te onthouden. Door op "Accepteren" te klikken, stemt u in met het gebruik van ALLE cookies.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.
Open link ► De Amerikaanse filosoof Daniel Dennett is onlangs op 82-jarige leeftijd overleden. Dennett stond bekend om zijn unieke…