Het instrument van nudges is sinds een jaar of 10 een steeds vaker gebruikte techniek geworden voor het beïnvloeden van het gedrag van burgers, werknemers en consumenten. Tegelijk hebben diverse auteurs gewezen op beperkingen en nadelen van nudges. Hieronder bespreek ik er enkele en belicht ik het onderscheid tussen interventies gericht op systeem 1 denken en systeem 2 denken (zogenaamde rational-override-interventies).
Hoe kan het zijn dat we soms vasthouden aan bepaalde overtuigingen waarvan we kunnen weten, en misschien diep van binnen ook wel echt weten, dat ze niet waar zijn? Denk aan dingen als magisch denken en bijgeloof en aan opvattingen die logisch gezien niet waar kunnen zijn en dingen bewezen onwaar zijn. In een nieuw artikel, Believing What We Do Not Believe: Acquiescence to Superstitious Beliefs and Other Powerful Intuitions, belicht Jane Risen deze vraag vanuit het perspectief van dual process modellen zoals het model van Daniel Kahneman (2011). Kahneman onderscheid systeem 1 denken en systeem 2 denken.
Zonder dat we dat zelf merken, maken we als mensen voortdurend allerlei waarnemings-, beoordelings- en redeneerfouten. Sinds het begin van de jaren ’70 is er een enorme hoeveelheid onderzoek die dit soort fouten heeft aangetoond. Veel van de technieken en principes in de progressiegerichte aanpak houden rekening met dit soort cognitieve fouten en kunnen worden gezien als tegenmaatregelen tegen deze fouten. Het onderzoek naar cognitieve fouten begon bij Daniel Kahneman en Amos Tversky. Zij toonden aan dat mensen allerlei fouten maken in de manier waarop ze situaties inschatten, informatie verwerken, redeneren en oordelen.
In zijn boek The Marshmallow Test beschrijft Walter Mischel hoe het vermogen van kinderen en volwassenen om zichzelf te beheersen een grote invloed heeft op hun leven. Individuen die in staat zijn om de bevrediging van hun behoeften uit te stellen en dus weerstand te bieden aan verleidingen zijn beter in staat om zich te concentreren op het bereiken van lange-termijn doelen. Zij doen het in allerlei opzichten beter dan individuen die hier minder goed in zijn. Twee hersensystemen spelen een belangrijke rol in het toegeven aan of weerstaan van verleidingen.
Een jaar of 10 geleden was ik aanwezig bij een managementteam van een zorgorganisatie en we spraken over sturen. Ik legde uit dat de functie van sturen is om verwachtingen te verhelderen over wat wel de bedoeling is en over wat niet de bedoeling is. Dat eerste gaat over de prestatieverwachtingen die binnen een organisatie, team of functie aan de orde zijn. Dat tweede gaat over de grenzen die er zijn. Ik vroeg hen wat voor grenzen er binnen hun organisatie zoal bestaan.
Progressiegericht sturen is een techniek die vooral van toepassing is voor leidinggevenden, docenten, ouders en opdrachtgevers. Bij sturen gaat om intrinsieke oplossingen en om extrinsieke doelen. Met andere woorden: het gaat om situaties waarin de leidinggevende de medewerker activeert om zelf oplossingen te vinden voor een extern doel waar deze aan moet voldoen.
Sturen vervult twee soorten functies: (1) verwachtingen duidelijk maken en (2) grenzen stellen. Het duidelijk maken van verwachtingen is een belangrijk onderdeel van leidinggeven, opvoeden en lesgeven. Iedereen die deel uitmaakt van een sociaal systeem (een maatschappij, een organisatie, een school, een gezin) moet aan bepaalde eisen voldoen om goed te functioneren en een bijdrage te leveren. Als burger in een maatschappij moeten we bijvoorbeeld belasting betalen. Het kan zijn dat we het niet leuk vinden, maar, leuk of niet, we moeten er aan voldoen.
In Social: why our brains are wired to connect (lees ook dit artikel) legt Matt Lieberman uit dat er in ons brein twee tamelijk verschillende neurale systemen zijn voor respectievelijk sociaal en niet-sociaal denken.
Laatst zat ik wat te mijmeren over mensen, zoals ik dat vaak doe. U kent dat misschien wel. Terwijl ik dat deed, realiseerde ik me dat de mensen over wie ik dacht misschien, in het echt, heel anders zijn dan hoe ik denk dat ze zijn. Onze mentale versies van hen kunnen heel anders zijn dan zij zelf zijn. Daar dacht ik even op door.
Als we succes definiëren als het bereikt hebben van een gewaardeerde of gewenste toestand dan is het voor de hand liggend om te zeggen dat we allemaal geïnteresseerd zijn in succes. Het is daarom niet verrassend dat er veel aandacht uitgaat naar de vraag hoe we succes kunnen bereiken. Veel boeken en artikelen zijn geschreven over hoe je een succesvol individu kunt worden en hoe we succesvolle organisaties kunnen ontwikkelen. We zijn, met andere woorden, erg geïnteresseerd in de determinanten van succes. Hoewel er minder belangstelling lijkt te zijn voor de effecten van succes dan voor de determinanten van succes zijn deze even interessant.
In 1937 beschreef de Nederlandse historicus en journalist Jan Romein zijn ‘wet van de remmende voorsprong’ die zegt dat het hebben van een voorsprong op een bepaald gebied kan leiden tot:
het afnemen van de stimulans om te streven naar verdere vooruitgang;
een terughoudendheid om je aan te passen aan veranderingen;
een onvermogen om je aan te passen aan veranderingen.
Als resultaat hiervan wordt het individu of de groep die eerst een voorsprong had, ingehaald door anderen. In cybernetische termen treedt een mechanisme van negatieve feedback op wat neerkomt op het volgende: A veroorzaakt B wat een afname van A veroorzaakt. Met andere woorden: de output van het systeem verzet zich tegen de input van het systeem wat het systeem stabiliseert. Dit negatieve feedbackmechanisme kan een handicap voor het systeem worden wanneer de omgeving verandert en andere en hogere eisen stelt. Op deze manier kan het bestaan van succes leiden tot een afname in inspanningen wat toekomstig succes kan ondermijnen.
In 2020 belandde de Amerikaanse politicus Chris Christie na een ontmoeting met Donald Trump en vijf anderen, ernstig ziek door COVID-19 op de intensivecareafdeling van het ziekenhuis. Hij overleefde het ternauwernood. Tijdens zijn verblijf ontving hij een telefoontje van Trump, ook geïnfecteerd, die vroeg of Christie niet tegen de pers zou zeggen dat hij de ziekte van hem had gekregen. Christie stemde in, onwetend over wie wie had besmet. Later hoorde Christie vertrouwelijk van twee verslaggevers dat Trump tegen hen had gezegd dat Christie hem COVID had gegeven. Later bleek dat Trump al voor de meeting met Christie positief getest was op COVID (bron).
Een intrigerende paradox van onze tijd is het fenomeen waarbij leiders die publiekelijk ontmaskerd zijn als kettingleugenaars, toch een aanzienlijke aanhang behouden. Sprekende voorbeelden zijn Donald Trump en Boris Johnson. Het is alsof hun oneerlijkheid een soort aantrekkingskracht uitoefent, zelfs nadat hun leugens aan het licht zijn gekomen. Deze paradox roept een prangende vraag op: waarom blijven mensen oneerlijke leiders steunen, ondanks de negatieve gevolgen op lange termijn? Psychologen Elizabeth Huppert en Emma Levine bieden in een binnenkort te verschijnen artikel een antwoord.
Neurowetenschapper Alex Korb heeft een interessant boek geschreven over depressie met als titel The upward spiral. Een kernidee in zijn boek is dat depressie niet simpelweg een toestand is waarin je rot voelt maar een neerwaartse spiraal. Kort gezegd bedoelt hij hiermee dat je terwijl je je depressief voelt geneigd bent om dingen te doen die je depressie niet verminderen maar in stand houden of verergeren. Dingen die zouden kunnen helpen, zoals lichaamsbeweging, sociaal contact en goed slapen zouden helpen maar zijn nu net de dingen waar je in een depressieve toestand niet zo toe geneigd bent. Zo kun je vast komen te zitten in depressie.
Er is veel onderzoek gedaan naar welke interventies leerlingen en studenten helpen om goed te leren en te presteren. Tot nu toe heeft nadruk gelegen op het onderzoeken van kortetermijneffecten van interventies. Begrijpelijk, want je wilt graag dingen doen die studenten snel helpen wanneer ze problemen in het leren en presteren. Maar wat weten we over de langetermijneffecten van interventies?
Wetenschap, democratie en kapitalisme, enkele lang gekoesterde systemen binnen de meest geavanceerde samenlevingen, in termen van gezondheid, welvaart, vrijheid en gelijkheid, worden meer en meer bekritiseerd. Ik erken dat er enkele ernstige problemen zijn rondom deze systemen maar ik denk niet dat we hen zelf als het probleem moeten zien.
In veel organisaties voert men beooordelingsgesprekken uit als een rituele dans. Veel mensen zijn kritisch over de beoordelings- (en functioneringsgesprekken) zoals die in veel organisaties gebruikt worden. Hieronder kun je lezen over een goed alternatief: progressiegesprekken.
Wij gebruiken cookies op onze website om u de meest relevante ervaring te bieden door uw voorkeuren en herhaalbezoeken te onthouden. Door op "Accepteren" te klikken, stemt u in met het gebruik van ALLE cookies.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.
Bedankt Judith! (Mede namens Mats, die het ook gelezen heeft en nuttig vindt).