Hoe ik tegen mijn verwachting in een schrijver werd

Als scholier vond ik het schrijven van opstellen een kwelling. Achter mijn bureautje staarde ik naar een leeg vel papier en ik had geen flauw idee wat ik moest opschrijven. Ik herinner me dat ik vol bewondering was voor mensen die creatief en met veel plezier schreven en ik dacht bij mezelf: “Hoe weten andere mensen in hemelsnaam waar ze over moeten schrijven?” Een klasgenoot, Matthijs, schreef bijvoorbeeld zelf gedichten, essays en korte verhalen die hij soms voorlas. Ik stond paf.

 Trainingen Progressiegericht Werken 

Schrijver

Inmiddels heb ik meerdere boeken geschreven, enkele hoofdstukken in boeken en een paar duizend korte artikelen op blogs. Dat schrijven een belangrijk onderdeel van mijn werk en mijn leven zou worden, had ik als scholier nooit kunnen vermoeden. In sommige dingen was ik misschien wel enigszins goed maar schrijven was beslist niet één van die dingen. Blijkbaar hoeft het feit dat je als scholier niet bepaald een natural bent in een activiteit geen sta-in-de-weg te zijn voor het er later beroepsmatig bezig zijn. Maar wat is er in de tussenliggende jaren gebeurd? Hoe kan het dat ik tegenwoordig veel ideeën heb over waarover ik kan schrijven en over ook hoe ik wil schrijven?

Schrijfopdrachten

Andere mensen hebben een belangrijke rol gespeeld. Toen ik als jonge afgestudeerde psycholoog ging werken bij adviesbureau Psychotechniek, was Martin Greuter mijn mentor. Martin had vaak uiteenlopende afspraken om artikelen en hoofdstukken te schrijven. Wanneer hij daar geen tijd voor had, vroeg hij mij soms het artikel of hoofdstuk te schrijven. Iets in mij vond dat absurd en onverantwoord. Waarom dacht hij in vredesnaam dat ik zoiets zou kunnen? Maar ik probeerde het en soms met een verrassend goed resultaat. Ik begon langzaamaan beter te worden en ik begon schrijven interessant te vinden. Maar ik schreef nog louter in opdracht en bleef me afvragen hoe mensen toch zelf onderwerpen konden bedenken.

Recensies

In 1998 vroeg Willem Mastenbroek, die ik had leren kennen tijdens een postdoctorale opleiding, me om lid te worden van de redactie van een nieuwe website, Managementsite. Hij vroeg me om voor die site regelmatig recensies van nieuwe boeken te schrijven. Ik snapte niet helemaal waarom hij mij daarvoor benaderde maar ik vond het wel een interessante kans. Ik las veel en vond schrijven inmiddels best leuk. Door recensies te schrijven, hoefde ik niet zelf mijn onderwerpen te bedenken. Het onderwerp was immers al gegeven: het betreffende boek! Door regelmatig recensies te schrijven had ik het gevoel dat ik steeds vlotter en beter ging schrijven en bovendien dat ik meer eigen meningen en ideeën begon te vormen. Aanvankelijk verstopte ik die ideeën in mijn recensies van boeken maar op een gegeven moment begon ik eigen artikelen te schrijven over eigen onderwerpen. Ook schreef ik toen regelmatig stukjes voor de website managersonline.nl van Fred Akkerma.

Doen wat werkt

In 2004 had ik zoveel eigen stukjes geschreven dat ik me afvroeg of ik een boek zou kunnen schrijven. Ik zag op tegen die klus en vroeg me af hoe andere mensen het schrijven van een boek voor elkaar kregen. In de vakantie schreef ik een conceptboek en toevalligerwijs werd ik kort daarna benaderd door een uitgever die vroeg of ik een boek wilde schrijven. Aha, deze man kwam als geroepen! Ik stuurde mijn conceptboek en ik kreeg het terug met veel commentaar, helaas uitsluitend negatief. De uitgever had niet alleen veel kritische opmerkingen in de kantlijn geschreven maar had ook problemen met de structuur van het boek. Hij vroeg me om het boek te herschrijven volgens een andere structuur.

Ik kon me niet vinden in de gedachte dat de andere structuur het boek beter zou maken en liet dit weten aan de uitgever. Tegen mijn collega, Gwenda Schlundt Bodien, die mijn conceptboek had gelezen, zei ik dat ik het maar opgaf om een boek te schrijven en dat ik maar gewoon weer aan het werk zou gaan. Zij zei dat dat zonde zou zijn om ze het boek goed vond en ze suggereerde om het boek op te sturen naar een andere uitgever. Ik deed dat en was verbaasd toen deze uitgever enthousiast reageerde en het boek ongewijzigd uitgaf. Toen het boek een jaar later een prijs won, was ik helemaal verrast. Het doet me deugd dat dit boek, Doen wat werkt, tot op de dag van vandaag goed verkoopt. Andere boeken volgden: Paden naar oplossingen, Progressiegericht werken en De psychologie van progressie.

Doorzwemmen

Nu ben ik weer bezig met het schrijven van een boek en nog steeds probeer ik beter te leren schrijven. Nog steeds kan ik ontzag hebben voor hoe prachtig sommige andere mensen kunnen schrijven en me afvragen hoe ze dit klaarspelen. Maar dit weerhoudt mij er niet van om zelf te blijven schrijven. Het inspireert me eerder. Nog steeds vind ik schrijven niet gemakkelijk. Het blijft soms voelen als tegen de stroom in zwemmen, zeker het schrijven van een boek. Maar ik weet dat ik een betere zwemmer ben geworden en ik zwem door.

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (13)
  • Bruikbaar (3)