Hoe ga jij je beter gedragen in de klas?

Mary, een progressiegerichte lerares op een middelbare school had een jongen, Tim, in haar klas die erg onrustig was in de klas. Het was Mary nog niet goed gelukt om Tim goed mee te laten doen in de lessen. Tim was regelmatig luidruchtig, haalde verschillende vormen van kattenkwaad uit en zat veel met andere leerlingen te praten waardoor die ook minder goed met de stof bezig waren. Soms was Tim wel goed bezig met de stof. Maar zodra hij iets niet snapte en hulp vroeg bij Mary en Mary niet direct bij hem kon komen om te helpen, werd hij weer luidruchtig. Tijdens een leerlingbespreking was gebleken dat Tim ook in andere lessen dit soort gedrag vertoonde. Sommige leraren pleitten voor een soort strafpuntensysteem, voor registratie in Magister wanneer hij zich slecht had gedragen in een les en voor schorsing wanneer Tim meerdere keren de fout in gegaan zou zijn. Mary bedacht een andere aanpak en voerde die uit. 

Trainingen Progressiegericht Werken

Gesprekje met Tim

Toen Tim in de volgende les zich opnieuw druk en storend gedroeg in de klas zei Mary dat ze hem na de les apart wilde spreken. Na de les kwam Tim bij haar en het eerste wat hij zei was: “U gaat me niet laten schorsen, hè, mevrouw?”

Toen Mary Tim met een verbaasde blik aankeek, zei hij: “De leraar Frans had het daarover, dat ze me willen schorsen.”

Mary antwoordde: “Nee, ik wil je niet laten schorsen. Wat ik wil is dat jij je beter gaat gedragen in klas zodat jij en de leerlingen om je heen rustiger en beter geconcentreerd met de stof bezig zijn.”

Tim was een moment stil en zei toen: “Oh best hoor. Wil ik wel doen.”

Mary antwoordde: “Ik ben blij om dat te horen.”

Tim maakte al bijna aanstalten om weg te lopen maar Mary zei: “Wacht even Tim, ik wil dat je me gaat uitleggen hoe je dat voor elkaar gaat krijgen. Wat ga je precies doen?”

Tim was even stil en zei toen: “Ik ga voor apart in de klas zitten, dan kan ik ook niet kletsen.”

Mary antwoordde: “Oké, dat is goed. En hoe zorg je ervoor dat je je op je sommen concentreert en je niet laat afleiden door wat er om je heen gebeurt?”

Tim: “Eh.. zo gauw ik sommen ga maken doe ik mijn oortjes in, dan hoor ik niets om me heen.”

Mary: “Oké, dat kan werken. En wat doe je als je iets niet snapt en ik kan niet direct naar je kan toekomen om te helpen? Hoe ga je zorgen dat je dan rustig blijft, als dat gebeurt?”

Tim: “Eh ….. dan schrijf ik het op en dan ga ik verder met mijn volgende som.”

Mary: “En hoe kan ik aan het einde van de les merken dat je goed gewerkt hebt?”

Tim: “Dan laat ik zien wat ik gedaan heb!”

Mary: “Ook een goed idee. Ik denk dat dit kan gaan werken, Tim.”

Tim: “Goed, zijn we dan klaar nu?”

Mary: “Nee… want ik vraag me af hoe jij deze dingen nu allemaal gaat onthouden. Ik heb je namelijk niets zien opschrijven.”

Tim pakte een stuk papier en een pen en begon te schrijven. Eén voor één schreef hij de dingen op die hij net gezegd had. Toen hij dat gedaan had, zei Mary: “Prima, ik heb ze ook opgeschreven. De volgende les ga ik opletten hoe ik je al die dingen zie doen.”

Op de goede weg

Enkele lessen later stelde Mary vast dat het beter ging met Tim in de klas. Hij deed al de dingen die hij bedacht had. Hij viel nog een enkele keer terug in grappenmakerij maar liet zich dan goed corrigeren wanneer Mary hem herinnerde aan zijn lijstje. Ook op het laatste proefwerk had hij een beter cijfer gehaald.

Meer over progressiegericht werken

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (6)
  • Bruikbaar (2)