Hoe ga ik om met mijn eigen emoties als leidinggevende?

In een recente training aan leidinggevenden zei een cursist het volgende: “Ik vind die progressiegerichte technieken heel nuttig en ik geloof er ook echt in; maar hoe ga ik nou om met mijn eigen emoties? Als ik bijvoorbeeld kwaad ben, vind ik het moeilijk om die technieken toe te passen. En ook vraag ik me af: is het misschien ook niet beter om te laten merken dat ik in zo’n situatie heel emotioneel ben?”

 Trainingen Progressiegericht Werken 

Onderzoek: emotionele stabiliteit werkt

Hier moest ik aan terugdenken toen ik dit artikel las. In het artikel stellen de auteurs dat emotionele stabiliteit bijdraagt aan de effectiviteit en het gezag van leidinggevenden. Ze stellen dat medewerkers graag hun leidinggevende als een stabiele factor zien. Verder leggen zij uit dat het uiten van positieve emoties in het algemeen beter werkt dan het uiten van negatieve emoties zoals boosheid en droefheid. Ook zeggen zij dat de emotie die je toont als passend in de situatie moet worden ervaren. Ten slotte ontraden zij het acteren van emoties en pleiten zij voor zelfbeheersing.

Manieren om je emoties te reguleren

Er zijn veel dingen die je kunt doen om je emoties te leren reguleren (zie bijvoorbeeld hier). Om te beginnen helpt het om in te zien dat het uiten van emoties als woede in de regel averechts werkt en leidt tot schade. Dit besef kan je motiveren om je boosheid om te buigen in een productievere houding voordat je in gesprek gaat. Hoe je dit kunt doen is door jezelf de opdracht te geven om doelgericht te denken. Je stelt jezelf de vraag: hoe kan ik voorkomen dat ik mijn gesprekspartner belast met mijn woede? Wat wil ik bereiken? Hoe kan ik zo duidelijk mogelijk maken wat ik wil bereiken. Hoe ik uitleggen waarom dat belangrijk is? Ook kan een soort perspectiefwisseling verrassend goed werken. Stel jezelf bijvoorbeeld maar eens de vraag: “Hoe zou ik willen dat mijn zoon of dochter later, als hij of zij zich in een vergelijkbare situatie zou bevinden, zich zou gedragen?” Nadenken over een dergelijke vraag kan een volwassen en evenwichtige manier van denken in je oproepen. Eerst bedenk je dat je zou willen dat je kind bijvoorbeeld wijs, respectvol en effectief zou handelen. Vervolgens realiseer je je dat, als je dat van je kind verwacht, je zelf ook volgens die norm zou moeten handelen.

Wat vind je van dit artikel?
  • Bruikbaar (2)
  • Interessant (1)