De kantelinterventie bij onvrijwillige cliënten

Het ondersteunen van de autonomie van de cliënt is extra belangrijk bij onvrijwillige cliënten. Dit zijn cliënten die niet zelf bedacht hebben om in coaching te gaan maar op verzoek van of in opdracht van een ander. Hoewel deze cliënten zich in eerste instantie meestal gereserveerd of zelfs uitgesproken oncoöperatief opstellen, lukt het vaak goed en snel om met hen tot een goede samenwerking te komen. 

Trainingen Progressiegericht Werken

Onderzoek de logica van de cliënt

De belangrijkste sleutel om dat te doen, is door hun autonomie te erkennen en accentueren. Als cliënten eerst nadrukkelijk uitleggen waarom ze eigenlijk niet met je willen praten als coach dan helpt het om hier serieus naar te luisteren en te onderzoeken wat deze redenen zijn. Je onderzoekt twee dingen. Ten eerste probeer je erachter te komen wiens idee het was dat de cliënt naar jou als coach zou gaan en welk doel die persoon daarmee had. Ten tweede probeer je erachter te komen hoe de cliënt de situatie ziet en wat zijn bewaren zijn tegen de coaching.

Als je de logica van je cliënten eenmaal duidelijk is geworden (waarom ze dus niet met je willen praten) dan erken je hun perspectief bijvoorbeeld door te zeggen: “Als ik dit zo hoor kan ik me voorstellen dat je je afvroeg hoe deze sessie met mij nuttig zou kunnen zijn…” Als het goed is, reageert de cliënt hier bevestigend op. Vervolgens kun je vragen: “Wat heeft je doen besluiten om hier toch te komen?”

Ik noem deze vraag de kantelinterventie. Dat mensen ondanks hun redenen om niet te willen komen, toch gekomen zijn, impliceert dat er nog onuitgesproken motieven zijn. Dit zijn motieven om toch mee te werken. Door naar deze motieven te vragen breng je de cliënt in de positie om uit te leggen waarom meewerken voordelen voor hem of haar heeft. Denk maar in termen van een balans (zie plaatje rechts). Links staan de redenen om niet mee te willen doen, rechts de redenen om wel mee te doen. Hoewel de cliënt meestal alleen praat over zijn of haar redenen om niet mee te willen doen, is de persoon er wel. De redenen om toch aanwezig te zijn, zijn blijkbaar net iets zwaarwegender. Door de persoon eerst de gelegenheid te geven om de redenen voor het niet mee willen doen te benoemen, ontstaat er vervolgens ruimte om de redenen om er toch te zijn expliciet te maken. Dit leidt vaak tot verrassende en bruikbare antwoorden.

Het is trouwens niet erg als je cliënt deze redenen in negatieve termen verwoordt. Zij  kunnen het als negatief ervaren dat ze bij jou op gesprek moeten komen en tegelijk de consequenties die wij verwachten van niet naar het gesprek gaan als nog negatiever inschatten. Je hoeft niet te proberen hen hun redenen in positieve termen te laten verwoorden. Het is legitiem dat mensen negatieve dingen willen proberen te voorkomen. Als niet naar het gesprek komen voor hen mogelijk nog negatiever is dan wel komen dan kun je al goed begrijpen dat ze naar het gesprek zijn gekomen.

De nuttigheidsvraag

Als je zowel de reden hebt begrepen waarom de persoon eigenlijk niet wilde komen en vervolgens ook de reden hebt begrepen waarom de persoon het toch beter vond om wel te komen, kun je de nuttigheidsvraag stellen. Dit kun je bijvoorbeeld als volgt doen: “Bedankt dat je me dit hebt uitgelegd. Gegeven dat dit de uitgangssituatie van ons gesprek is, hoe zouden we het gesprek zo nuttig mogelijk kunnen maken?” De combinatie van dit en jouw aandachtige en respectvolle houding leidt er vaak toe dat een cliënt zich open stelt voor het gesprek en de samenwerking. Vaak is het mogelijk om al binnen enkele minuten een constructieve samenwerking op te bouwen en het gesprek nuttig te maken.

De kantelinterventie in 6 stappen

Samengevat zien de stappen er dus als volgt uit:

  1. Ruimte bieden: Bied geduldig gelegenheid aan de cliënt om uit te leggen wiens idee het hier was dat hij hier zit en waarom hij of zij het gesprek eigenlijk niet wil voeren/ niet nuttig vindt.
  2. Aansluiten: Sluit geduldig aan en vraag door tot je dit goed begrijpt.
  3. Erkennend samenvatten: Als je de redenen begrijpt, vat ze dan samen en sluit af met een opmerking als: “Als ik dit zo hoor kan ik me voorstellen dat je je afvroeg hoe deze sessie met mij nuttig zou kunnen zijn…”
  4. Kantelinterventie: “Wat heeft je doen besluiten om hier vandaag toch te komen?
  5. Aansluiten en doorvragen en erkennend samenvatten
  6. Nuttigheidsvraag: “Bedankt dat je me dit hebt uitgelegd. Gegeven dat dit de uitgangssituatie van ons gesprek is, hoe zouden we het gesprek zo nuttig mogelijk kunnen maken?”
Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (24)
  • Bruikbaar (21)